Aan doelen heeft Aafke geen gebrek: School en pianoles oppakken, verder met het normaliseren van het eetpatroon, leren om eigen verantwoordelijkheid te nemen m.b.t. het eten, verder werken aan haar zelfbeeld en de onderliggende problemen aanpakken waardoor de Eetstoornis is ontstaan.
Het doel ‘school’ komt in beeld, en Aafke gaat bijna na één jaar niet naar school te zijn geweest, weer 2 uur per week naar haar gewone school, om te wennen. De rest van de dagen verblijft ze in de kliniek, 200 km van haar vertrouwde omgeving.
De eerste dag op school verloopt fantastisch. De mentor is er zelfs ondersteboven van. Voor het begin van de eerste les vertelt de mentor aan Aafke dat het voor de klas ook best spannend is haar te ontmoeten, omdat de leerlingen niet goed weten wat ze wel en niet kunnen zeggen of vragen. Al bibberend vertelt Aafke haar verhaal en beantwoordt daarna verschillende vragen. Sommige leerlingen vragen zich af of ze wel kunnen eten in haar bijzijn. Aafke toont begrip voor de onzekerheid van haar klasgenoten en geeft rustig antwoord op alle vragen. Het bibberen stopt gelukkig na verloop van tijd. Een bijkomende moeilijkheid is dat ze de klas niet kent. Haar oorspronkelijke klas is over; en Aafke is officieel blijven zitten.
Aan het begin van de ziekte was ik erg bezorgd om de dagen die ze miste op school. “Wat als Aafke twee weken mist?” Uiteindelijk zijn het geen twee weken geworden, maar een vol jaar. En nu gaat ze twee uur per week naar haar oorspronkelijke school. Ook dat is iets waar ik aan wen. Wat ik merk is dat mijn prioriteiten gedurende het ziekteproces verschuiven. De hoop dat Aafke beter wordt, staat met stip op nummer één.
Omdat Aafke iets persoonlijks over zichzelf vertelt en zij de klas nog niet goed kent, geeft de mentor na Aafke’s verhaal alle leerlingen de gelegenheid iets over zichzelf te vertellen. Dat levert veel verhalen op waarbij leerlingen zich van een hele open, kwetsbare kant laten zien. Een aantal leerlingen moet huilen tijdens het vertellen van hun eigen verhaal. Voor Aafke, maar ook voor de leerlingen in haar klas is het een eyeopener om te ontdekken dat iedere jongere wel ergens mee zit. Wat mij betreft mogen ze daar in het onderwijs veel en veel meer aandacht aan besteden. Het lucht Aafke op om te ervaren dat zij niet de enige is die onzeker is in de klas. Het is mooi om te zien dat een ziekte jongeren bindt; het is tegelijkertijd jammer dat daar een ziekte voor nodig is.
Eén leerlinge geeft zelfs aan dat ze ook geprobeerd heeft te stoppen met eten; gelukkig heeft zij het niet vol kunnen houden. In de klas ontstaat er zelfs ruimte voor een grapje: “Eén anorexia leerling in de klas is wel genoeg:).” Ik ben ervan overtuigd dat humor werkt. Mensen hebben ook soms humor nodig om iets heel groots en naars een plekje te kunnen geven.
Direct na haar eerste les heeft Aafke les in een grote studieruimte waarin ze in een groepje zit. Ze beantwoordt nog meer vragen van haar groepsgenootjes. Zij lijkt het leuk te vinden in haar groepje. Ik hoop zo dat dit haar kan stimuleren om afscheid te nemen van haar Eetstoornis. Na afloop neemt de mentor Aafke apart. Aafke geeft aan dat ze het heel bijzonder vond. De mentor en wij zijn het helemaal met haar eens.
Volgende keer: Time out eetstoorniskliniek
Geef een reactie