Voor Anorexia nervosa geldt dat aankomen in gewicht op de eerste plaats moet staan, hierna kan worden gewerkt aan achterliggende problemen, niet andersom. De psyche mag er dan wel voor zorgen dat het lichaam ziek wordt, maar enkel het lichaam kan de psyche helpen weer gezond te worden. Dit wordt beweerd in een artikel van Psychologytoday.
Dit is geen nieuw gegeven: Ruim zestig jaar geleden werd het zogenaamde Minnesota Starvation Experiment gedaan door Dr. Ancel Keys. Hier zag je wat het effect, gedurende 6 maanden, van hongeren en het verlies van 30% van het lichaamsgewicht was op 36 gezonde, jonge mannen.
De mannen kregen ernstige psychische problemen, zoals depressiviteit, angst, wanhoop, zelfbeschadigend gedrag en hypochondrie. Bovendien kregen zij last van eetstoornis gerelateerde symptomen zoals: een obsessie met eten, verlaagde seksuele interesse, sociale terugtrekking, prikkelbaarheid, voedsel verzamelen, tekort aan concentratie, extreem vochtophoping en genieten van het zien van anderen die eten.
Naarmate de tijd vorderde gingen de mannen ‘spelen met hun eten’. Ze bewaarde het kleine beetje eten dat ze kregen om het later volgens een bepaald ritueel alleen te kunnen opeten. Aan het einde van de hongerperiode deden de mannen bijna twee uur over een maaltijd die ze eerder in een paar minuten zouden opeten. De mannen hadden bovendien ineens veel meer interesse voor kookboeken, menu’s, voedselreclames en diëtetiek.
De mannen waren gekozen om hun krachtige fysieke en psychische capaciteiten, maar leden binnen enkele maanden aan de psychische en fysieke problemen waar mensen met anorexia nervosa mee kampen.
Voor het lichaam maakt het niet uit of het hongeren vanuit de persoon zelf wordt gedaan of dat het gedwongen is. Het hele lichaam stelt zich in op de zoektocht naar eten en alle andere capaciteiten worden ondergeschikt. Gedurende de periode van het weer aankomen en bijeten, ervoeren de mannen gevoelens van walging en zelfkritiek door controleverlies. De meeste mannen herstelden weer tot hun eerdere gewicht.
Hij benadrukt ook dat mensen die lijden aan anorexia veelal sterk de overtuiging hebben dat hun huidige toestand hun persoonlijkheid van nu reflecteert, terwijl dit in weze hun persoonlijkheid is waarop een masker zit met de effecten van ondergewicht. Veel mensen met anorexia zijn bang niets meer te zijn als ze hun gewicht herstellen, terwijl wie ze werkelijk zijn juist schuilgaat achter het ondergewicht. Het ondergewicht maakt hen niet bijzonder, het maakt hen juist zoals ieder ander met ondergewicht.
Twee belangrijke punten voor herstel van anorexia nervosa zijn:
1. Als je herstelt in gewicht zal je niet alleen afkomen van de fysieke klachten, maar ook van de manier waarop je nu denkt.
2. Het heeft geen nut om te wachten op het magische moment waarop jij besluit meer te willen eten en te willen aankomen. Jouw ondergewicht zorgt ervoor (ookal ben je je hier niet van bewust) dat je niet flexibel denkt en de mogelijkheid om anders te eten en leven niet voldoende inziet. Je bent hierdoor zelfs gaan geloven dat je niets anders bent dan de anorexia die je hebt.
Voor herstel van anorexia is het noodzakelijk dat je eerst aankomt tot een BMI van 19 (bij volwassenen). Op moment dat je dit BMI hebt bereikt zul je mogelijk totaal anders denken over allerlei dingen waar je je nu druk om maakt. Op dat moment kan je gaan werken aan de zaken die ten grondslag liggen aan de eetstoornis.
Bovenstaande tekst is een vertaling van een artikel uit psychologytoday.
Wat vind jij?
Geef een reactie