Het is er in geslopen. Een behoefte om gezonder te gaan eten, leidde tot minder snoepen en een broodje minder bij het ontbijt. Het werd erger. Eten werd een obsessie, het enige dat belangrijk was. ,,Of ik doorhad dat ik anorexia had? Nee. Alleen meisjes krijgen toch anorexia?” Daarin vergiste Mike de Jong zich.
Sinds december heeft hij zijn leven onder controle. De relatie met zijn vriendin gaat goed, hij werkt weer als brood- en banketbakker bij Bakkerij Putter in Uitgeest en hij houdt zich doorgaans trouw aan de ‘zes eetmomenten’ per dag. ,,Ik voel me goed. Het gaat lekker.”
Hoe anders was dat toen hij eind 2009 naar de huisarts ging. ,,Dat was het dieptepunt van mijn anorexia, al wist ik toen niet dat ik dat had. Het ging slecht met me. Ik dacht dat ik depressief was en dat vertelde ik de huisarts. Die verwees me door naar de GGZ.”
De diagnose die daar werd gesteld, was duidelijk ‘je hebt een eetprobleem’. Mike’s reactie was dubbel. ,,Aan de ene kant wist ik het wel, aan de andere kant wilde ik het niet weten. De manier waarop ik omging met eten was het enige waar ik goed in was. Dat mochten ze niet van me afpakken.”
Dat hij ‘zo goed’ was in zijn eetgewoontes is de reden geweest dat hij ontspoorde, beseft hij nu. ,,Het was voor mij een kick om te merken dat ik kilo’s kwijtraakte. Ik was zo blij en trots als ik op de weegschaal zag dat ik lichter was geworden. Ik belandde in een roes. Het werd het enige dat belangrijk voor me was.”
Op zijn dieptepunt woog Mike xx kilo. Veel te weinig voor een jongeman van 1,95 meter; voor de kenners zijn bmi was xx. ,,Mijn moeder had haar vermoedens, maar ook zij dacht dat alleen meisjes zulke problemen konden hebben. Als ze een opmerking over mijn eten maakte, had ik altijd wel een goede verklaring. Je wordt veel te handig met leugentjes.”
In de periode na de diagnose bij de GGZ ging Mike achteruit. ,,Mijn werk was mijn houvast. Zolang ik dat nog kon doen, was ik niet ongerust. Het was lichamelijk zwaar, maar dat vond ik wel fijn, want zo verloor ik snel calorieën. Op een dag kón ik niet meer. Ik bleef moe, ik was helemaal op. Toen stemde ik in met dagbehandeling in De Bascule, een kliniek in Amsterdam.” De dagbehandeling leverde Mike weinig vooruitgang op. ,,De kliniek was net open en de therapeuten die daar werkten waren ook nieuw. Ze wisten niet zo veel. Het was voor mij erg gemakkelijk om thuis weer in mijn slechte patronen te vallen.
Na twee maanden besloot ik dat ik me liet opnemen in de kliniek. Ik had dan wel geen vertrouwen in de therapeuten, maar ik wist wel dat het goed voor me was om 24 uur per dag en zeven dagen per
week onder controle te staan.” Het regime in de kliniek was streng met zes gedwongen eetmomenten per dag, groeps -en individuele gespreken en na elke maaltijd een uur lang het
verbod om naar de wc te gaan. ,,En als je daarna ging, ging de therapeut met je mee. Die bleef dan bij de deur wachten. Ik vond dat verschrikkelijk, maar ik weet nu dat de opname in de kliniek me geholpen heeft.”
Mike had dat volledig aan zichzelf te danken. ,,Ik was totaal niet onder de indruk van de therapeuten. Ze kwamen net van de opleiding en ze vertelden dat ze tijdens hun studie op een hoorcollege na nooit met deze doelgroep in aanraking waren gekomen.”
Hij zat vijf maanden in de kliniek. ,,Op een dag zeiden ze dat ik naar huis mocht. Zonder afscheidsgesprek en zonder nazorg. Zoek het maar uit, zeiden ze. Ik had gelukkig wel de discipline aangeleerd om niet weer in de problemen te komen. Ik heb op internet een terugvalpreventie-scenario gevonden en ik herken het gevaar van verkeerde gedachten in mijn hoofd. Als ik dat merk, weet ik hoe ik mezelf moet resetten. Het gaat weer goed met me. Ik moet blijven oppassen, maar ik heb mezelf onder controle.”
Cupcakes
Om geld in te zamelen voor Proud2Bme.nl, een website voor jongeren met eetproblemen, verkoopt Mike zelfgemaakte cupcakes á € 1,40. Taartjes zijn te koop in de winkels van Bakkerij Putter in Uitgeest, Krommenie en Limmen. Mike werkt bij Putter als brood- en banketbakker. De grondstoffen voor de cupcakes worden door Mike zelf betaald. ,,Door te praten met lotgenoten kun je wat doen aan je probleem. ”
Bron: Dagblad Kennemerland
Foto: Kees Blokker
Geef een reactie