Misschien heb je er wel eens van gehoord, het refeeding syndroom. Maar wat betekent dit nu precies en heeft dit ook gevolgen voor je eetpatroon? Eerst is het goed om stil te staan bij wat het refeeding syndroom precies is. Het syndroom kan voorkomen bij iedereen die op één of andere manier met ondervoeding te maken heeft. Dat kunnen mensen zijn die een ziekte hebben gehad, maar ook mensen met een eetstoornis. Het refeeding syndroom is zeldzaam, maar kan ontstaan bij een tekort aan bepaalde elektrolyten in het bloed.
Wat zijn electrolyten? Dit zijn kort door de bocht, stoffen die in opgeloste vorm zich bevinden in je bloedbaan zoals bijvoorbeeld kalium, magnesium en fosfaat. Deze worden opgenomen uit je voeding.
Tijdens het herstellen van het eetpatroon wordt onder invloed van insuline de glucose-opname in de cellen gestimuleerd. Door deze opname van glucose in de cellen vindt tevens de opname van de electrolyten in de lichaamscellen plaats, wat als gevolg kan hebben dat er juist een daling kan optreden van deze electrolyten in de bloedbaan. Dit gebeurt met name als er onvoldoende reserves in het lichaam aanwezig zijn, wat bij (langdurig) ondergewicht zeker mogelijk is. Deze daling van elektrolyten kan bij onvoldoende voorraad leiden tot een te laag gehalte van deze stoffen in het bloed met nadelige gevolgen voor het lijf. Eén daarvan is hartfalen.
Kan iedereen dit syndroom krijgen?
Nee, niet iedereen die zijn eetpatroon herstelt kan dit syndroom krijgen, maar er zijn wel kenmerken die een verhoogd risico kunnen aangeven. Een paar kenmerken zijn bijvoorbeeld een lage BMI, veel gewichtsverlies in een korte periode, een lage calorische intake en een lage elektrolyten waarde in het bloed voor de start van de voeding. Vooral de 1e twee weken tijdens het ‘hervoeden’ moet rekening gehouden worden met het risico op dit refeedingsyndroom.
Maar let op, ook bij een hoger BMI kan het risico bestaan. Denk hierbij aan mensen die in korte tijd heel veel zijn afgevallen.
Wat als je aan deze kenmerken voldoet?
Ookal voldoe je aan een bepaald aantal kenmerken, dan nog is het niet zo dat je last krijgt van dit refeeding syndroom. Maar om dit te voorkomen is het dan wel belangrijk om heel voorzichtig je voeding te gaan opbouwen.
Hoe gaat de opbouw van je voeding in zijn werk?
Ik ga uit van een opbouw van normaal eten, dus geen sondevoeding. De opbouw is meestal met een bepaald aantal kcal/per kg lichaamsgewicht/per dag. Dus het is niet zo dat als je gaat hervoeden dat je meteen de hoeveelheden van een basislijst moet gaan eten. Dit is juist gevaarlijk. Een eetlijst waar je mee start is vaak een wenlijst, ofwel een eetlijst om weer te gaan wennen aan eten.
Dus als je een eetlijst krijgt waarmee je je eten gaat opbouwen is het belangrijk dat je niet meer maar ook niet minder dan deze eetlijst gaat eten. Om de 1-2 dagen wordt je voedingspatroon weer uitgebreid met een bepaald aantal kcal per keer. Tot hoeveel er moet worden opgebouwd hangt af van je lichamelijke conditie. De ene persoon moet verder opbouwen dan de andere persoon.
Maar niet alleen je voeding wordt opgebouwd, ook de inname van vocht is niet onbeperkt. Hier wordt net als met de hoeveelheid energie een berekening voor gemaakt aan de aan hand van je huidige gewicht. Dus ook hier geldt, niet onbeperkt drinken maar ook niet te weinig. Ook kan het zijn dat je een fosfaatdrankje krijgt om het verlies aan het elektrolyt fosfaat in je bloed aan te vullen.
Samenwerking met artsen
Zoals je zal begrijpen is dit een heel ingewikkeld proces waarbij je bloedwaardes goed in de gaten moet worden gehouden. De diëtist werk meestal samen met de arts en bepalen dan aan de hand van deze bloedwaardes en lichamelijk onderzoek of de opbouw langzaam genoeg gaat en of er aanpassingen nodig zijn. Vaak wordt bloed geprikt om dit in de gaten te houden. Maar niet alleen je bloedwaardes worden in de gaten gehouden maar ook je gewicht. Want te snel aankomen kan betekenen dat je teveel vocht aan het vasthouden bent.
Geef een reactie