Als de drang naar eten toeneemt, dan lijkt er soms geen ontkomen meer aan: je moet en zal een eetbui hebben. Op het moment zelf kan dit even een fijn gevoel geven. Je hoeft even niet te voelen, je hoeft je alleen maar op eten te richten en misschien mag je eindelijk alles eten wat je jezelf al heel lang hebt ontzegt. In die korte periode voel je je goed, al is het maar heel even. Dat gevoel is echter maar tijdelijk want de eetbui is nog maar amper voorbij en de eerste rotgevoelens komen alweer omhoog.
Dit keer zijn ze nog sterker dan voor de eetbui: je voelt je naast de negatieve gevoelens die je al had, ook nog eens schuldig over de eetbui en je bent boos op jezelf omdat je opnieuw hebt gefaald en het weer niet is gelukt om die eetbui te voorkomen. Als de drang de volgende keer weer hoog oploopt, stel jezelf dan eerst eens de volgende tien vragen, voordat je toegeeft aan de eetbui.
1. Heb ik honger?
Een eetbui kan in eerste instantie simpelweg uitgelokt worden door lichamelijke honger. Als je te weinig eet, gaat je lichaam nu eenmaal signalen afgeven dat het energie nodig heeft. Je kunt dit ervaren als eetbuidrang omdat je jezelf niets toestaat en vervolgens na gaat denken over wat je allemaal zou willen eten tijdens een eetbui, terwijl je eigenlijk gewoon honger hebt. Ik heb dit gevoel zelf ook gehad. Ik dacht toen dat ik heel erg behoefte had aan een eetbui, maar als ik bewust stil ging staan bij wat er nu was, kwam ik erachter dat ik gewoon trek had en na een fatsoenlijke warme maaltijd was alle drang weg.
2. Heb ik dorst?
Soms gaat het niet eens over honger, maar over dorst. Honger en dorst worden nog weleens door elkaar gehaald. Ik dacht weleens dat ik heel erg zin had veel vers fruit, waterijs of zoete dingen, maar dan bleek ik vooral dorst te hebben maar dat niet helemaal te herkennen. Door eerst wat te drinken kun je soms beter voelen wat het gevoel dat je ervaart nu daadwerkelijk is.
3. Hoe voel ik me hierna?
Als ik nu toegeef aan die eetbui, hoe voel ik me dan nadien? Vaak is dat iets waar je op dat moment niet over nadenkt. Je wil die eetbui NU, ongeacht de consequenties later. Diep van binnen weet iedereen echter dat het gevoel achteraf ontzettend naar is. Je bent niet voldaan, voelt je niet beter en bent niet ineens ontspannen. Probeer je te bedenken wat er met jouw emoties gebeurt als je nu toegeeft.
4. Wil ik dit echt?
Dat de eetbuidrang hoog is, is duidelijk. De vraag is echter of je nu écht een eetbui wil. Wil je nu echt binnen misschien amper een uur al die koeken, chips, snoep en noem maar op, op gaan eten? Is dat hoe je om wil gaan met deze situatie en wil je dan ook dealen met alle gevolgen die sowieso zullen komen? Hoe sterk die drang ook is, vraag jezelf af of je dit écht wil.
5. Hoe voel ik me nu?
Als ik eetbuidrang had, was ik vaak erg gespannen. Verder kon ik niet zo goed nadenken over hoe ik me voelde. Als die drang er eenmaal was, dan wilde ik daaraan toegeven en daar stopte het denken. Als je werkt aan het stoppen met eetbuien, dan is het echter juist belangrijk om wel stil te staan en na te gaan wat er zich in je hoofd afspeelt. Wat voel je? Welke emotie is aanwezig? Ben je blij, boos, bang of bedroefd? Stel dat je bedroefd bent, is er dan daadwerkelijk eetbuidrang of is er een drang om die emotie weg te stoppen. Gaat eten je hierbij helpen? Wat als je gewoon even voelt wat er is en verdrietig mag zijn?
6. Wat voor positieve dingen gaat dit me opleveren?
Als je nu toegeeft aan de eetbui, wat levert het je dan op qua positieve dingen? Het kan zijn dat je hier best wat op kan noemen hoor. Het kan bijvoorbeeld tijdelijk zorgen voor ontlading en ontspanning. Je hoeft even niet aan moeilijke dingen te denken en richt je enkel op eten. Ook mag je alle dingen eten die je jezelf normaal gesproken misschien wel ontzegt. Als eetbuien enkel negatief waren, dan zou je er immers geen last van hebben.
7. Wat voor negatieve dingen gaat me opleveren?
Als je nu toegeeft, wat heeft dat dan voor negatieve gevolgen? Dit weegt waarschijnlijk een stuk zwaarder dan de positieve gevolgen. Toen ik eetbuien had, voelde ik me nadien ontzettend schuldig en schaamde ik me voor wat ik had gedaan. Ik voelde me lichamelijk helemaal niet lekker en mijn stemming was nog slechter dan voor de eetbui. Ook moest ik van mezelf compenseren waardoor het hele gebeuren veel tijd in beslag nam. Bovendien kost een eetbui veel geld omdat je iedere keer weer eten uit moet geven. Daarnaast zorgt het ervoor dat je je isoleert van anderen omdat je de eetbuien in je eentje houdt en het niet met iemand kunt delen. De lijst met negatieve gevolgen is een stuk langer dan de lijst met positieve gevolgen.
8. Waar heb ik behoefte aan?
Behalve dat de eetbuidrang aanwezig is, is er nog iets anders waar jij misschien nu behoefte aan hebt? Als je kijkt naar de emoties die je voelt, wat zou je daar bijvoorbeeld mee willen? Toen ik vaak last had van eetbuidrang en me verdrietig voelde, dan had ik geregeld behoefte aan troost en zorg. Ik vond het moeilijk om dat te vragen en te uiten omdat ik gewend was me te isoleren en eetbuien te hebben. Mijn behoefte lag daar helemaal niet, dat merkte ik pas later.
9. Wie kan mij nu helpen?
Nu je weet hoe je je voelt en waar je behoefte aan hebt, is de vraag wie je hierbij zou kunnen helpen. Welke mensen in je omgeving zijn er met wie je contact zou kunnen maken nu de drang zo hoog is? Kun je iemand een berichtje sturen om te weten dat je het moeilijk hebt? Kun je iemand bellen die je vertrouwt voor wat afleiding? Het hoeft hierbij niet direct om een diep gesprek te gaan, soms is het al fijn om even een spelletje te doen met iemand of een rondje te wandelen zodat de ergste spanning weggaat.
10. Welke alternatieven zijn er?
Het is belangrijk dat je nu probeert om niet aan de eetbui toe te geven. Je zult daarom alternatieven moeten bedenken om om te gaan met oplopende spanning. Dit moeten alternatieve zijn die gezond zijn en geen negatieve gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan op een gezonde manier sporten, naar buiten gaan, in contact gaan met anderen, kleuren of muziek luisteren. Ook is het van belang dat je kijkt naar hoe je het geen waar je eigenlijk behoefte aan hebt (vraag 8) in de praktijk kan brengen. Als je naar je behoeften luistert, zul je merken dat de spanning afneemt en de drang naar eetbuien zakt.
Bron: Foto’s
Geef een reactie