Drie maal drie is… hé een vogel. Zingen. Oja, die maal drie is negen, ieder… Mooi weer buiten zeg. Wat? Oja, ieder zingt zijn eigen lied. Drie maal drie… wat deed ik hier ook al weer? Dit is hoe ik mijn dagen doorbracht op school. Het klinkt grappig en misschien herken je jezelf er wel in. Echter had ik er zoveel last van dat ik mezelf wel voor mijn kop kon slaan. Ik raakte gefrustreerd omdat ik nooit eens een keer netjes ‘binnen te lijntjes kon kleuren’.
Binnen de lijntjes kleuren met potloden kon ik wel, maar gewoon netjes doen wat moest vond ik onwijs lastig. Iedereen deed dingen beter, netter, sneller en nauwkeuriger. Ik kon dat niet. Ik liep constant achter de feiten aan te rennen en dan nog hield ik het niet bij. Ik dacht dat ik dom was, omdat ik altijd van alles vergat, niet begreep of tijdens de uitleg andere dingen aan het doen was en daarom de verkeerde opdracht had gemaakt.
Ik was altijd als laatste klaar. Niet alleen met opdrachten, maar ook met aankleden na de gym of het opruimen van mijn kastje in mijn schoolbankje. Ik snapte niet waarom. Ik deed toch gewoon mee, ik deed toch gewoon wat de anderen ook deden? En daarbij deed ik zelfs nog veel meer dingen tegelijk. Ik kreeg altijd commentaar dat ik niet opschoot, zat te kletsen, op moest letten of weer eens brief was vergeten in te leveren.
Mijn zelfbeeld is hierdoor met de jaren behoorlijk gedaald. Tijdens mijn basisschooljaren ben ik een periode zelfs overspannen geweest. Ik vond mezelf stom en eigenlijk ook de rest van de wereld. Ik vond alles stom. Ik was bang, ik vond het leven een grote chaos. Althans, in mijn hoofd. Ik was erg vaak boos op mezelf, gewoon omdat dingen niet lukte. Kwaad werd ik ervan. Mensen zeiden dat ik niet dom was, maar steeds bevestigde mijn gedrag dat ik toch echt een mislukkeling was! Mijn ouders snapte niet waar mijn negatieve zelfbeeld vandaan kwam en ook in therapie kwamen we er niet uit. Waar kwam dit toch vandaan en waarom was ik zo faalangstig en negatief over mezelf?
Op latere leeftijd ontdekte ik dat wanneer ik een paar dagen minder at ik mij leeg voelde en ik rust kon creëren die ik normaal gesproken niet kon vinden. Door weinig te eten, voelde ik me draaierig en had ik minder energie. Hierdoor zei ik minder domme dingen en flapte ik er niet meer zomaar iets uit. Ik onderdrukte wie ik was. Het enthousiaste meisje met de leuke ideeën werd tijdens het dieptepunt van mijn eetstoornis een afgevlakte persoonlijkheid.
Ik irriteerde me zo erg aan mezelf dat ik mezelf wilde verstoppen. Ik onderdrukte daarmee niet alleen mijn chaotische fouten, het impulsieve en drukke gebabbel waar ik me zo aan stoorde, maar tegelijkertijd ook mijn grappige opmerkingen, vrolijkheid en creativiteit; mezelf. Het enige waaraan ik dacht was niet-eten en alle eisen die ik aan mezelf stelde. Mijn perfectionisme speelde hierin een grote rol. En als je AD(H)D hebt is dat geen fijne combinatie, kan ik je vertellen. Ik had alles opzij gezet om eindelijk te kunnen doen wat ik steeds maar verkeerd deed. Ik kon wat beter afspraken nakomen, dingen doen die ik moest doen en was nog slank ook. Wat wilde ik nog meer?
Maar alles wat ik was, wie ik was en wat mij juist een individu maakte was weg. Ik was een meisje met een eetstoornis, meer niet. Ik maakte lijstjes en dwong mezelf dingen na te komen. Ik haatte mezelf als ik dat niet deed of wanneer ik weer eens iets vergat. Maar wat had ik een leuk leven… Niet dus. Ik dwong mezelf binnen de lijntjes te kleuren, terwijl alles wat er in mij zat hier tegen protesteerde. Mijn eetstoornis hielp me om rust in mijn kop te krijgen, rust die ik zo nodig dacht te hebben op dat moment.
Door mijn anorectische gedrag ontwikkelde ik een hardnekkige eetstoornis. Echter heb ik deze jarenlang niet serieus genomen. Ik woog mezelf namelijk niet heel strikt of een paar keer per dag, wist niet precies op de ons na hoeveel ik woog, at niet iedere dag hetzelfde en ik telde geen eens calorieën! Ik paste niet in het plaatje. Calorieën tellen lukte me niet omdat ik het eigenlijk meteen alweer vergat. Ik kon slecht hoofdrekenen, omdat ik snel afgeleid was en regelmatig eten of sporten was al helemaal niet iets waarin ik goed zou kunnen zijn. Ik had dan misschien een eetstoornis, maar deze was nooit restrictief genoeg om in het hokje Anorexia te passen.
Toch probeerde ik keihard om wel in dat plaatje te passen. Ik wilde dat ik ergens in zou slagen, en ik had Anorexia verkozen als ultiem doel. Als ik dat zou kunnen, kon ik mezelf eindelijk eens in de hand houden en had ik eindelijk controle. Echter had ik op een gegeven moment helemaal geen controle meer. Ik wilde mijn leven terug, maar dat lukte niet. Ik kon alleen nog maar klooien met eten. Niet ik had de controle, maar mijn eetstoornis bepaalde mijn weg.
Lange tijd heb ik therapie gevolgd om van deze destructieve gedachtes af te komen en mijn gedrag weer gezond te maken. Ik had enorm veel aan deeltijd therapie in een groep. Hier was structuur, regelmaat en er waren duidelijke afspraken. En dat zijn precies dingen waar binnen ik me veilig voel. Daarna moest ik het zelf doen en ook dat was weer een heel leerproces, maar ik krabbelde op en leerde mezelf accepteren en structuur aan te brengen in mijn leven.
Er werd gezegd dat ik hoog sensitief (HPS) was, maar later kwamen we erachter dat dit gevoelige te maken heeft met ADHD. Ik ben niet druk, maar wel chaotisch in mijn hoofd. Ik heb geleerd volgens een soort dagschema te leven in periodes dat ik me erg overprikkeld voel. Ik zoek mijn rustige kamer op als ik voel dat ik overprikkeld raak en heb leren praten over mijn gevoel, in plaats van dit weg te stoppen.
Mijn eetstoornis was geen oplossing voor mijn problemen. Gelukkig heb ik de oorzaak van mijn zelfhaat en negatieve zelfbeeld ontdekt en mezelf leren kennen. Ik weet waarin in ik wel goed ben, en weet ook wat ik minder goed kan. Ik ben wie ik ben en dat kan ik accepteren.
Ja, ik ben chaotisch, een kletskous en ik vind het niet erg dat ik soms een beetje impulsief reageer. Ik heb inderdaad wat meer tijd nodig om dingen te verwerken en laat mijn thee altijd koud worden of het eten aanbranden, gewoon omdat ik het vergeet. Nou en? Dat betekent toch niet dat ik geen leuk mens kan zijn? Dat ik mezelf moet haten? Ik ken de voordelen van mijn karakter en de nadelen. Maar zo heeft iedereen toch zijn mankementen? Ik ben gewoon een beetje druk in m’n kop en snel afgeleid. So what, ik heb meer te bieden dan dat.
Geef een reactie