“Als ik naar de middelbare school ga, dan word ik gelukkig.” vertelde ik mezelf toen ik nog op de basisschool zat. Niet omdat ik dan ‘groot’ was en groot zijn mij gelukkig zou maken, nee, dan zou het gewoon beter zijn. Op de middelbare school zouden mensen mij wel leuk vinden en zou ik wel vriendinnen krijgen en zou niemand mij nog pesten. Toen ik toch geen leuke contacten maakte en mijn klasgenootjes mij nog erger begonnen te plagen besloot ik na twee jaar om naar een andere middelbare school te gaan. Dan zou alles beter gaan.
Dat ging het niet, dus ik moest nog iets anders veranderen. Ik verwachtte dat mensen mij wel aardig zouden vinden als ik iets dunner was of wanneer ik wat beter was in gym en ging dus maar vaker hardlopen.
Er zijn vele soorten verwachtingen en meestal voldoen we het liefst aan bijna allemaal. Je kunt dingen verwachten van jezelf, van een ander of van dingen die er gaan gebeuren als je x doet. Verwachtingen kunnen positief zijn of negatief. Soms is je verwachting een doel of een eis en soms is een verwachting juist iets wat je niet wilt bereiken, een angst of naar vooruitzicht.
Verwachtingen zijn vaak hartstikke handig en nuttig. Wanneer er donkere wolken aan komen neem je een paraplu mee van huis omdat je verwacht dat het gaat regenen en wanneer je de trein neemt naar een belangrijke afspraak zorg je dat je ruim op tijd zal arriveren omdat die trein wel eens vertraging heeft. Toch kunnen verwachtingen je ook in de weg staan, bijvoorbeeld wanneer je van jezelf verwacht dat je al je vakken met hoge cijfers moet halen, je verwacht dat je pas gelukkig bent als je dun bent, of, zoals ik in mijn verhaal hierboven, je verwacht dat het vanzelf beter zal gaan en je dan wel gelukkig wordt.
Soms stel je hoge verwachtingen of eisen aan jezelf. Je hebt misschien het idee dat dit is wat anderen van jou verwachten of hebt deze eis gewoon puur voor jezelf zo opgesteld. Ook kun je soms te veel of juist te weinig van anderen verwachten. Zo verwachtte ik (en verwacht ik soms nog steeds) altijd dat mijn ouders wel zouden kunnen veranderen en de ‘perfecte ouders’ zouden worden. Anderzijds verwachtte ik weer van mijn toenmalige therapeut dat zij mij toch niet zou kunnen helpen want zij zou vast niets kunnen zeggen wat ik nog niet wist.
Verwachtingen hebben we allemaal, maar soms kan het goed of fijn zijn om deze verwachtingen eens onder de loep te leggen. Misschien heb je iets aan onderstaande tips:
Waarom. Wat maakt dat jij deze verwachting hebt? Vaak levert een verwachting ons iets op. Ik ben geneigd om van een ander te verwachten dat hij of zij rekening zal houden met mij. Dat is namelijk hoe ik het graag zou zien. Ik wil gehoord en geaccepteerd worden door een ander, sociale steun is voor mij dus belangrijk. Bovendien wil ik ook zo gemakkelijk mogelijk door het leven hobbelen en dan is het gewoon praktisch als een ander rekening houdt met mij en mij eens voor laat bij de kassa. Vraag jezelf eens af welk doel jouw verwachting dient als deze (in de ideale wereld) altijd zou kloppen.
Keerzijde. Hoewel verwachtingen je vaak iets positiefs op (zouden) kunnen leveren, kleven er vaak ook nadelen van. Het is namelijk zo dat lang niet iedereen rekening met mij houdt. Dit kan dan teleurstelling en soms boosheid met zich meebrengen. ‘De mens is eerlijk’ of ‘mijn familie moet rekening met me houden’ zijn verwachtingen die helaas niet altijd waar te maken zijn. Een fijnere gedachte die je kunt denken is: ‘Het is fijn als mijn familie rekening met mijn grenzen houdt en mij probeert te begrijpen. Echter kan ik mijn familie niet veranderen en is het soms niet de werkelijkheid dat zij rekening met mijn grenzen houden. Daar kan ik niets aan doen, dat ligt buiten mijn macht.’ Misschien zou je daar zelfs aan toe kunnen voegen: ‘mijn ouders doen wel hun best en proberen mij te begrijpen. Dat dit niet altijd lukt is jammer, maar daar kunnen we allemaal niets aan doen. Ook nu blijven we als gezin overeind staan, ik kan het dus aan dat zij mij niet altijd begrijpen.’ Natuurlijk kun je niet zomaar jouw gedachten veranderen.
Wel begint het verkrijgen van meer helpende gedachten door het bewust worden van je niet helpende gedachten en verwachtingen. Vraag jezelf in een vervelende situatie ook eens af waarom die situatie zo vervelend is: speelt er misschien een verwachting mee? Van wie verwacht jij iets en waarom? Wat levert dat jou op, en wat is de keerzijde van die verwachting? Een ander voorbeeld is mijn verwachting uit de introductie: ik verwachtte dat het op sociaal gebied beter zou gaan op mijn nieuwe school. De verwachting die daar aan ten grondslag lag was de verwachting dat mensen mij aardig moesten vinden én de verwachting dat ik door iedereen aardig gevonden moest worden. Ook dit biedt veel ruimte voor teleurstellingen, net als bijvoorbeeld verwachten dat je veel beter zal worden in gym wanneer je wat vaker gaat hardlopen. Teleurstellingen kunnen dan heel erg ontmoedigen en je heel naar doen voelen.
Vergelijk. Hoewel ik in de meeste gevallen vergelijken enorm afkeur, denk ik dat het wel goed is om juist je verwachtingen wél eens te toetsen en te vergelijken. Verwachtingen naar jezelf toe kun je vergelijken met de dingen die je van een ander verwacht. Verlang jij van jouw klasgenootje ook dat zij al haar vakken met een 7 afsluit, of stel je die eis alleen aan jouzelf? Als het gaat om verwachtingen naar een ander toe kan het ook goed zijn om je verwachtingen eens te vergelijken. Als ik bijvoorbeeld in wil voegen op de autoweg kan ik heel pissig worden als de bestuurder naast mij niet een rijbaan opschuift en ik er moeilijk tussen kom. Ik verwacht wel dat een ander rekening met mij houdt, terwijl ik zelf ook wel eens vergeet om een plekje op te schuiven en die eis dus niet aan mijzelf stel.
Wat als. Kijk ook verder dan je verwachting, zeker als het gaat om verwachtingen over jouzelf. Als je bijvoorbeeld verwacht dat je pas gelukkig bent als je in het eerste hockeyt of volleybalt kun je jezelf afvragen wat dan precies maakt dat je dan gelukkig bent. Wat als je niet in dat team terecht komt? Waarom zou dat jou ongelukkig of minder gelukkig maken? Ook als je van jezelf hoge cijfers moet halen of andere (hoge) prestaties moet leveren is de ‘wat als’ vraag een goede. Want wat als je je toets van volgende week niet haalt? Dan moet je hem over doen, of compenseren met een ander cijfer. En wat dan? Misschien loop je wat studievertraging op. En misschien kost dat je geld. Maar wat dan? Vergaat de wereld dan? Probeer dus ook de andere kant van jouw verwachting te zien en maak eventueel een alternatieve verwachting, die naast jouw huidige verwachting kan bestaan.
Meer mogelijkheden. 1+1 is misschien altijd 2, maar in het echte leven zijn veel dingen vaak niet met exacte formules te benaderen. Als je naar de bios gaat valt de film misschien tegen en anderzijds kan een gebeurtenis waar je heel erg tegenop ziet, juist heel erg meevallen. Misschien is je nieuwe stage wel hartstikke leuk of valt het allemaal wel mee met de “moeilijke studiestof” die je aankomende tentamenperiode/proefwerkweek moet kennen en blijkt het onderwerp je juist aan te spreken. Probeer je te richten op het positieve, maar houd er ook rekening mee dat niet alles perfect kan gaan en je soms ook een domper zal treffen.
Jouw eigen rol. Verwachtingen kunnen uiteindelijk wel veranderen als er maar lang genoeg iets of iemand tegen die verwachtingen in gaat, maar ook jij kunt af en toe eens kritisch naar je verwachtingen kijken. Het is makkelijk om negatieve verwachtingen te hebben of juist te verwachten dat alles wel op z’n pootjes terecht komt, waardoor je misschien snel een passieve rol aanneemt. “Het komt toch niet meer goed” of juist “Het komt uiteindelijk wel goed dus ik hoef er nu niets aan te veranderen” zijn valkuilen die je kunnen tegenhouden om actie te ondernemen. Vraag jezelf af wat JIJ kunt doen, of wat een ander voor jou kan doen om je doel of wens te bereiken. Wat heb je daar voor nodig? Ook hier gaat het voorbeeld ‘op sociaal gebied zal het op mijn nieuwe school wel beter gaan’ op. Niet iedereen zal mij ‘zomaar’ aardig vinden, laat staan dat een nieuw vriendengroepje mij aan komt waaien. Daarvoor moet ik eens een praatje maken met iemand, iemand vragen naar zijn weekend of iemand eens toevoegen op facebook.
Ik wil. Ten slotte is een van de fijnste dingen die ik heb kunnen leren, en dit vind ik eigenlijk ook het belangrijkste punt, dat ik niets moet (behalve ademhalen, eten, slapen en zo). Andere dingen moet ik niet, die wil ik, of daar kies ik voor. Ik moet mijn tentamen niet halen maar ik wil mijn tentamen niet halen. Ik moet niet iedere dag studeren, ik kies ervoor om iedere dag te studeren. Een mooie verwachting in deze categorie is de verwachting ‘ik moet doen wat andere van mij verwachten.’ Wanneer je in deze zin het woordje ‘moet’ vervangt door ‘wil’ merk je misschien dat je eigenlijk helemaal niet wil doen wat een ander van jou verwacht. Dat kan heel bevrijdend werken. Daarnaast geldt dit ook voor anderen: die moeten (helaas) ook niets. Het zou fijn zijn als de bestuurder naast mij een baan opschuift wanneer ik in wil voegen, maar hij MOET niets. Hier werkt dat helaas waarschijnlijk wat minder bevrijdend, maar dat geeft misschien wel een gevoel van acceptatie, het ligt immers geheel buiten mijn macht en verantwoordelijkheid. Blijf jezelf afvragen of iets nu echt moet, of dat je dat wil (en wil je dat wel echt?)
Een verwachting kan ons soms helpen om de wereld om ons heen te benaderen en levert ons vaak ook wel wat op. Echter zit er soms een keerzijde aan en zouden andere verwachtingen meer helpend zijn om ons beter te gaan voelen. Je verwachtingen bijstellen is lastig en kan veel tijd kosten. Soms wil je je verwachtingen niet bij te stellen of durf je dat niet. Ook dat is oké, wanneer dat voor jou prettig is. Op een ander moment denk je hier misschien anders over en ook als dit niet zo is, is dat oké. Je moet namelijk niets 😉 en kiest zelf voor een prettige optie voor jouzelf.
Welke verwachting zou jij bij willen stellen?
Geef een reactie