Kort geleden sprak ik een lieve, jonge vrouw die aan het herstellen is van haar eetstoornis. Ze vond het moeilijk om controle los te laten, dingen te veranderen, maar wilde dolgraag haar oude leventje terug. Ze vertelde dat ze voor haar eetstoornis allemaal leuke dingen met vriendinnen deed, op een sportclub zat, werk had en haar studie volgde. Ze stond midden in het leven, ook al was ze heel ongelukkig en ontwikkelde ze een eetstoornis. De zin ‘’Ik wil gewoon mijn oude leventje terug”, vond ik lastig. Want is het de bedoeling dat je weer gaat leven zoals voor je eetstoornis of is dat juist iets wat je juist niet meer moet doen als je beter wilt worden?
Ik denk dat als je van je eetstoornis af wilt, je heel wat dingen moet veranderen in je leven. Je moet juist niet meer gaan leven zoals je dat deed voordat je ziek werd. Je moet echt bewust dingen anders gaan doen, je leven veranderen en dingen die je gewend bent te doen, loslaten. Je leven wordt anders na een eetstoornis. In ieder geval, mijn leven werd heel anders en dat had ik ook echt nodig om te herstellen. Als ik weer terug was gegaan naar hoe het was en hoe ik mijn leven leefde, had ik nooit gestaan waar ik nu sta, in positieve zin.
Mijn leven is drastisch veranderd. Ik ben veranderd. En als ik dat aan iemand die nog een eetstoornis heeft vertel, laat ik diegene met die woorden soms schrikken. Want ze willen niet veranderen, ze willen controle, duidelijkheid. Geen verandering. De angst voor het onbekende is vaak een groot probleem bij het herstellen van een eetstoornis. Juist die angst belemmert je om er echt voor te gaan en in het diepe te springen. Want wie ben je zonder eetstoornis? Ben je wel een leuk iemand als je geen eetstoornis meer hebt?
Eén troost: Ik ben nog nooit, en ik heb er best veel ontmoet, een meisje tegengekomen die na het herstellen van haar eetstoornis niet leuk was. Volgens mij knap je er altijd van op en word je alleen maar veel leuker en liever als je van je problemen met eten afkomt. Natuurlijk word je niet perfect, maar dat kan ook niet. Maar je wordt er echt alleen maar beter op.
Mijn leven moest anders worden dan mijn leven voor mijn eetstoornis. Er zijn een aantal dingen die ik anders moest gaan doen en dat kon niet onopgemerkt voorbij gaan. Ik moest dingen veranderen in mijn denken, hoe ik met gevoelens omging en ik moest beter voor mezelf gaan zorgen. Maar ik moest ook meer stil leren staan bij mezelf. Me-time en alleen zijn is iets wat ik echt heb moeten leren. Verder moest ik mijn leven dus ook praktisch en logistiek gezien anders gaan inrichten. Niet op iedere uitnodiging ‘ja’ zeggen, bewust leven, mezelf uitdagen en op andere momenten juist beschermen.
Op mezelf wonen was heel goed voor me. Ik moest leren om voor mezelf te zorgen en de tijd te nemen. Mezelf tijd gunnen even niets te moeten. Maar ook juist mezelf een schop onder mijn kont te verkopen. Ik moest mijn eigen leefstijl ontwikkelen. Geen stijl overnemen zoals ik die op tv, internet, bij anderen om me heen of door mijn ouders had aangeleerd gekregen, maar mijn eigen leefstijl. Mijn eigen gebruiksaanwijzing vormen en volgens die handleiding leven. Omdat dat voor mij werkt. Of een ander dat nu snapt of niet. Of anderen dat ook zo doen, of niet. Ik moest mijn leven leren leven op een manier waarbij ik mij goed voelde en geen eetstoornis nodig had.
Constructief leven is heel anders dan destructief leven en dat merk je in je dagelijks leven. Het is anders. Je breekt jezelf niet af, maar leeft om jezelf op te bouwen. Niet enkel voor jezelf, maar ook zodat je meer liefde hebt om juist uit te delen. Het is anders dan je gewend was of wat je je jezelf had aangeleerd door je eetstoornis. Het is veel liefdevoller. Het is een leven dat je voelt. Een leven dat soms pijn doet, maar wat je ook veel gelukkiger maakt. Een leven dat intens is en niet verdoofd of afgevlakt. Een leven waarin je niet meer eindeloos je emoties weg eet of wegstop in je lege maag, maar een leven dat je met open armen durf te ontvangen.
Natuurlijk is het niet zo zwart-wit zoals ik het hierboven allemaal schrijf. Ik ben geen totaal ander mens geworden. Ik ben juist mezelf geworden. Ik heb mezelf moeten pellen als een ui, om tot mijn kern te komen. Mijn eetstoornis, negatieve zelfbeeld, enorme onzekerheid, nare herinneringen en destructieve denken moesten weggehaald worden, om mijzelf weer te leren zijn. Ik heb daarbij veel steun gehad aan de verschillende vormen therapie die ik heb gevolgd. Ik moest mezelf weer worden, maar dan op een positieve manier.
Wees dus niet bang dat je echt helemaal anders wordt, maar durf wel voor verandering te gaan. En natuurlijk moeten mensen om jou heen dan aan jou wennen of aan de dingen die je zegt of doet. Maar ook daar kun je tegen. Dat je ineens wel ‘nee’ durft te zeggen, niet naar een verjaardag gaat omdat je tijd nodig hebt voor wat rust of dat je wel gezellig mee-eet. Het zijn veranderingen. Kleine, maar je zult ook grote veranderingen gaan merken. En dat geeft helemaal niets. Je hebt het nodig. Dat heet ontwikkelen en ontwikkelen doe je je hele leven en tijdens het herstellen van een eetstoornis in een sneltreinvaart.
Verandering hoort bij het leven, maar probeer het positief te zien. Je leven wordt anders. Ga op ontdekkingsreis naar wat jou leven weer leuk en fijn voor jou maakt. Kijk daarbij niet naar anderen, maar luister naar je eigen gevoel en intuïtie als je dat weer een beetje terug krijgt. Je leven wordt anders, maar zoveel leuker zonder die stomme eetstoornis! Dat heeft tijd nodig en zal soms natuurlijk nog wel eens tegenvallen, omdat er ook gewoon rottigheid op je pad beland als je zonder eetstoornis leeft. Maar ik wil je toch aanmoedigen voor herstel en dus een gezonde verandering te gaan. Je kunt weer leren echt te leven, in plaats van overleven. Ga de uitdaging aan, geef het tijd en blijf hoopvol.
Plaatjes: Weheartit
Geef een reactie