Voor de meeste mensen is boodschappen doen een dagelijkse of wekelijkse klus waar niet heel lang bij stil gestaan wordt. Het moet gewoon gebeuren. Het kan vervelend zijn omdat het druk is op zaterdag in de supermarkt, het kan irritant zijn omdat het tussen de bedrijven door moet of het kan een uitdaging zijn om creatief en betaalbaar te kopen en koken. Maar als je een eetstoornis hebt, kan boodschappen doen wel wat meer zijn dan ‘vervelend’, ‘irritant’ of ‘een uitdaging’. Het kan een behoorlijk lastige opgave zijn.
“Boodschappen doen is elke keer weer een hele klus. Ik moet uitzoeken welke supermarkt mijn vaste producten heeft. Ik moet uitrekenen hoeveel ik precies van alles nodig heb en ik moet ook nog zo goedkoop mogelijk uitkomen. Want ik mag niet teveel geld aan mijzelf uitgeven. In de supermarkt moet ik alle producten goed bekijken: hoeveel caloriën zitten erin, hoeveel E-nummers, hoeveel vetten, hoeveel grammen, hoeveel vitamines, hoeveel euro’s. Alles wat afgewogen kán worden moet afgewogen worden. Ik moet veel tellen: hoeveel mag ik, hoeveel moet ik, wat kan er nog bij, wat moet er af. Het duurt een eeuwigheid voor ik alles heb, voor ik alle potjes en pakjes heb vergeleken met elkaar. En als één van mijn vaste producten er niet is, moet ik naar een andere supermarkt. Want onverwachts iets nieuws of variëren is onmogelijk.”
– Anoniem –
Tijdens mijn eetstoornis was boodschappen doen een halve dagtaak. Ik was ‘s ochtends al bezig met wat ik ging halen en calorieën aan het tellen. In de supermarkt was het wikken, wegen en vergelijken. Na de boodschappen was het plannen en verder tellen. Vreselijk vermoeiend.
### Tegenwoordig is het een kwestie van een boodschappenlijstje maken met daarop huishoudelijke producten die ik niet moet vergeten, boodschappentassen en lege flessen aan mijn fietsstuur hangen en op naar de buurtsuper. In de supermarkt haal ik de dingen van mijn lijstje en verder kijk ik waar ik trek in heb. De ene week is dat een rol chocoladekoekjes, de andere week mueslirepen. De ene keer verse groenten, de andere keer lekker makkelijk potgroenten en een pizza. De ene keer een fles cola, de andere keer een biologisch sapje.
Wat ik koop hangt af van wat ik lekker vindt, waar ik trek in heb, wat in de aanbieding is, welke nieuwe producten er zijn, wat ze überhaupt hebben in de betreffende supermarkt en wat ik van mijn moeder heb geleerd (vitamientjes én genieten). Ik ben een vegetariër, dus als ik op productinformatie kijk, is dit om te checken of ergens geen dierlijke producten inzitten. Calorieën en vetten staan in een ander rijtje. Namelijk het rijtje: ‘niet boeiende informatie die alleen maar onnodige stress oplevert’. Probeer je eetstoornis te verbannen uit de supermarkt:
Koop tenminste één product dat niet op je lijstje staat.
Varieer met tussendoortjes, beleg, drinken en toetjes.
Vraag je voor een rek producten af ‘waar heb ik trek in?’ in plaats van ‘wat mag ik niet?’
Oefen door één product te kopen waarvan je niet weet hoeveel calorieën erin zitten.
Bouw dit op naar meer producten, totdat je alle boodschappen doet zonder calorieën te kijken.
Stel je er op in dat als één van je ‘vaste producten’ er niet is, je iets anders kiest.
Laat iemand anders eens een keer je boodschappen doen.
Stel jezelf eetdoelen. Bijvoorbeeld elke week een product van je ‘verboden lijst’ kopen en eten.
“Ik doe tegenwoordig twee keer in de week boodschappen. Ik heb voor 3 dagen eten in huis; niet meer en niet minder. Vroeger ging ik elke dag, maar dat leverde zoveel stress op. Koop ik die rol chocoladekoekjes wel of niet? Koop ik dat taartje wel of niet? Chips: ja of nee? Als ik voortdurend ‘nee’ tegen mijzelf moest zeggen, voelde ik mij ellendig. Als ik toegaf aan eetbuivoedsel, kreeg ik spijt. Het koste me ook ontzettend veel geld. Nu heb ik veel meer rust wat dat betreft. Ik haal gezonde maaltijden én wat lekkers. Het is duidelijk wat ik de komende paar dagen in huis heb en wat ik ga eten. Misschien een beetje saai en strak, maar in elk geval niet steeds die opgebouwde spanning, die óf leidde tot verdriet en zelfhaat óf ontevredenheid en leegte.” – Anoniem
Voortdurend met opgebouwde spanning de supermarkt instappen, is naar, vermoeiend en vergroot de kans op een eetbui alleen maar. Er zijn bepaalde dingen die je kunt doen om die spanning wat te verminderen. Je kunt een aantal voorwaarden, hulplijnen en veiligheidsmaatregelen treffen om het boodschappen doen minder stressvol te maken.
Ga geen boodschappen doen op een lege maag.
Maak van te voren een boodschappenlijstje en houd je daar aan.
Neem een contant bedrag (geen pinpas) mee waarmee je de spullen op je lijstje kunt kopen.
Neem je een vriend(in) of familielid mee en spreek met diegene af wat je gaat kopen.
Koop geen eten waarvan je weet dat het als eetbui- voedsel kan dienen.
Vermijd eventueel gangpaden die stress opleveren of drang aanwakkeren.
Oefen door een ‘moeilijk’ gangpad lopen: koop eerst een (paar) keer niks en daarna iets kleins.
Koop mini- verpakkingen of één- verpakkingen zodat je wel iets lekkers kan halen.
Wat vind jij lastig aan boodschappen doen?
Geef een reactie