De eetstoornis praat tegen me

“Ik hoor de eetstoornisstem in mijn hoofd, luid en duidelijk. Ze verbiedt me om te eten, fluistert me in dat ik dik ben. Ze vertelt me wat ik moet doen, wat ik niet mag doen, wat ik beter had kunnen doen. Als ik het goed doe is ze even blij, maar als ik het in haar ogen fout doe is het huis weer te klein. Toch doet ze zich soms voor als mijn vriendin, iemand waarbij ik altijd terecht kan met mijn problemen. Ze steunt me, zolang ik maar naar haar luister. Ze zit in mijn hoofd, praat tegen me, ondermijnt mijn gezonde kant. Soms weet ik niet meer waar ik ophoud en zij begint. Wij zijn samen, maar toch is zij een hele andere kant van mij. Zij is mijn eetstoornis, ik draag haar bij me.”

Mijn eetstoornis, ben ik dit echt zelf? Het lijkt zo onwerkelijk, zo ben ik niet. Ze zit in mijn hoofd, ze lijkt zo echt. Ik weet inmiddels donders goed hoe haar stem klinkt en wat ze zal gaan zeggen. Ik heb het allemaal al zo vaak gehoord. Waarom blijf ik mezelf zo herhalen?

bron foto

‘Ana’, ‘Mia’, ‘de stem’, deze benamingen zijn vormen van het personificeren van een eetstoornis. Dat wil zeggen dat je de eetstoornis in je hoofd als een soort persoon voorstelt, met een karakter, een stem, een doel en een plan. Je eigen eetgestoorde gedachten schrijf je vervolgens toe aan deze ‘persoon’. Je weet wel dat het hier eigenlijk om je eigen gedachten en gevoelens gaat, maar door het een naam te geven schep je orde in de chaos en de tweestrijd in je hoofd.

Naast de eetstoornisstem hoor je namelijk ook nog je eigen, gezonde stem. Deze twee fronten zijn constant met elkaar in gevecht, in je hoofd. Het is een zware strijd, oorlog met jezelf. Vecht je tegen de eetstoornis, of vecht je eigenlijk tegen jezelf?

Door de eetstoornis een stem te geven ga je haar los zien van je eigen persoonlijkheid: Jij bent niet je eetstoornis. Jij bent jij, en de eetstoornis zit als een verstekeling in je gedachten de boel te vergallen. Je wilt helemaal geen eetstoornis en kan de gedachten en gevoelens die bij een eetstoornis komen kijken missen als kiespijn. Je wilt van die eetstoornis af, je wilt dat zij weggaat uit je leven.

Met het personificeren van een eetstoornis trek je de grens tussen je eigen, gezonde gedachten en de ongezonde, eetgestoorde gedachten die vanuit de eetstoornis komen. Het kan heel verhelderd zijn om jezelf los te zien van de eetstoornis en bewust omgaan met je gedachten kan de strijd tegen de eetstoornis iets makkelijker maken. Door een gedachte of gevoel duidelijk te identificeren als zijnde een eetgestoorde gedachten krijg je de mogelijkheid er tegenin te gaan.

Hiernaast praat het vaak een stuk makkelijker om het over ‘de eetstoornis’ te hebben met hulpverleners of omstanders. Soms kan het wat onwennig zijn om te spreken over “wat de eetstoornis wil” of “wat de eetstoornis zei”, maar het maakt het probleem vaak net wat meer tastbaar.

bron foto

Toch zit er ook een valkuil aan het personificeren van een eetstoornis. Door de eetstoornis te zien als een persoon in je hoofd, kan je haar ook te veel los gaan zien van jezelf. Jij bent niet je eetstoornis, maar de gedachten die je eetstoornis maakt tot wat ze is, komen wel degelijk uit jezelf. Als je jezelf helemaal los gaat zien van de eetstoornis kan het gebeuren dat de eetstoornis ook te veel ruimte krijgt. Het gevaar is dat je daardoor je eetproblemen buiten jezelf gaat plaatsen en grip op de situatie verliest: “Ik mocht van de eetstoornis niet eten, ik kon er helemaal niets aan doen”.

Aan het personificeren van een eetstoornis zitten dus zowel voor- en nadelen, positieve en negatieve kanten. Het maakt praten vaak een stukje gemakkelijker en schept orde in de chaos. Bovendien kan het los zien van je eetstoornis ervoor zorgen dat je ‘ware ik‘ meer ademruimte krijgt, sterker kan worden en op een meer doeltreffende manier tegen die ongezonde kant kan gaan vechten. Het gevaar is alleen dat de verantwoordelijkheid voor de eetstoornis ook iets te veel buiten jezelf komt te liggen, waardoor de eetstoornis eigenlijk juist méér ruimte krijgt. Je staat er dan niet genoeg bij stil dat het eigenlijk toch om je eigen gedachten en gevoelens gaat wanneer je het hebt over ‘de eetstoornis’ of ‘de stem’.

Of het voor jou helpend is of niet om je eetstoornis te personificeren kan alleen jij bepalen. Door in ieder geval de voor- en nadelen in je hoofd te houden kan je er een bewuste keuze in maken.

Personificeer jij je eetstoornis?

Lotte

Geschreven door Lotte

Reacties

6 reacties op “De eetstoornis praat tegen me”

  1. Oh Lotte, wat verwoordt je mijn gedachten over dit onderwerp goed. Het is zeker een voordeel dat je een scheidslijn kunt trekken tussen wat gezond is en wat niet door je eetstoornis te personificeren, maar wat zie ik ook vaak dat mensen door die personificatie hun eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid niet meer nemen. De eetstoornis ben je gewoon zelf inderdaad. Het is niet een aparte entiteit die in je hoofd is komen wonen. Laten we dat allemaal niet vergeten.

  2. Eens met A. Als ik dat doe zet ik mezelf voor mijn gevoel in een slachtofferrol.

  3. Dit vind ik echt zo’n goede blog! Op het moment praat de eetstoornis ook weer tegen me en dat frustreerd me zo enorm, ik weet gewoon niet meer wat ik wel of niet moet doen.. de stem maakt me op het moment zo onzeker over de toekomst! Terwijl ik zo sterk en zelfverzekerd van mezelf was. Zo stom!

  4. Super goed verwoord in deze blog!!! Het voelt niet als een andere stem, het is zoals A. het zegt inderdaad een aparte entiteit die erbij is gekomen. Verwarrend soms, vermoeiend.

  5. Personificeren van een eetstoornis, of welke ziekte dan ook, vind ik opzich geen probleem. Een tijdje terug zag ik een voorlichtingsfilmpje voor kinderen over kanker. De kankercellen werden daarin afgebeeld als gemene, slechte wezentjes die altijd maar willen groeien en de goede wezentjes wegdrukken. De ziekte werd daardoor tastbaar en begrijpelijker voor kinderen.

    Een mentale ziekte is in die zin extern omdat het buiten iemand’s directe controle ligt. Om de controle terug te nemen, is het wel van belang om te erkennen dat de ziekte uit je eigen persoonlijkheid voort is gekomen. Gelukkig is persoonlijkheid niet in steen gebeiteld.

  6. In het begin van mijn herstel hielp het scheiden van mijn eetstoornis van mezelf. In ieder geval op korte termijn. Het voelde daardoor alsof ik iets had om tegen te vechten, wat vaak makkelijker is dan ergens vóór vechten. Elke keer als ik de eetstoornisgedachten hoorde dan was het duidelijk voor me dat ik daar niet in mee moest gaan.
    Inmiddels ben ik erachter dat die manier van scheiden voor mij in ieder geval alleen op korte termijn heeft geholpen. Ik gaf niet zozeer de eetstoornis teveel ruimte, maar ik ren op die manier mezelf voorbij. Ik sta door dat scheiden niet stil bij de gedachten & gevoelens die ervoor zorgen dat ik naar de eetstoornis grijp als copingsmechanisme. En dat is nodig, niet alleen om van de eetstoornis daadwerkelijk af te komen, maar al helemaal om uiteindelijk goed voor jezelf te zorgen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *