Geloof het of niet, maar vorige week ging ik voor het eerst in mijn leven naar de sportschool. Mijn vriendin sport hier en vroeg me of ik het leuk vond voor een keertje mee te gaan. Ik was eigenlijk wel benieuwd naar hoe het er in zo’n sportschool aan toe ging, dus ging op haar aanbod in. Ik hees mezelf in een oude sportbroek en een paar hardloopschoenen die ik nooit gebruikte en reed vol enthousiasme met haar naar de sportschool.
We wandelden binnen bij ‘Basic Fit’. Een goedkope sportschool, waar ze behalve sporttoestellen, niets hebben. Dat wil zeggen: geen gezellige kantine, geen bar, geen tv’s, geen kranen, geen… nou ja, niks dus. Eenmaal door het ijzeren poortje struikel ik zowat over een ouderwetse weegschaal. Oh my…dit begint goed.
‘Waar zullen we beginnen?’ Mijn vriendin had er helemaal zin in. Overal waar ik keek zag ik zwetende mensen op lompe sporttoestellen. Ik begreep niet goed wat hier leuk aan was, maar hoopte dat zo te gaan ervaren. Ik koos veilig voor de fietstoestellen. Fietsen kon ik immers wel.
Eenmaal op het zadel moest ik allerlei dingen instellen. Mijn vriendin legde het me uit: ‘Kijk, hier kan je bepalen welke route je fietst, of je geleidelijk de bult op wilt fietsen of allemaal bultjes.’ – Wat een gedoe, doe maar wat – ‘Dan kan je jouw doel bepalen. Wil je op tijd, op afstand of op aantal kcal fietsen?’ – OMG.. uhm wat fout. Doe maar aantal kcal! – ‘Ok, hij staat standaard op X kcal, maar dat is veel te veel, ik zal hem wat verlagen’ – Ho nee! Niks verlagen. Doe maar gewoon X kcal! –‘Goed, ik zal de trapzwaarte instellen op 2, want hij staat nu op 6 en dat is bizar zwaar’ –Ja, ga jij nou maar fietsen, het lukt me nu wel (…en ik stel snel trapzwaarte 4 in) –
Enthousiast en vol goede moed begin ik te trappen. Na een flink aantal trappen zie ik bij doel: ‘1 kcal’ in beeld staan. ‘Jeetje, dat schiet ook niet op’, denk ik bij mezelf. Ik begin harder te trappen en focus me volledig op de teller waarin de kcal verschijnen. Als het ding eindelijk bij X kcal is aanbeland, ben ik helemaal uitgeput.
Naast me zit een heel dun meisje op een fiets. Ik zie dat ze twee keer zo snel trapt als ik. Het frustreert me. ‘Wat komt zij hier eigenlijk doen?’ denk ik bij mezelf. Ik zet de trapzwaarte 1 niveau lager in de hoop het meisje dan bij te kunnen houden. Mijn kont begint pijn te doen op het zadel. Ik besef me dat X kcal onhaalbaar voor me is. Eenmaal aanbeland bij de X kcal stop ik even. Ik moet even uitrusten.
Mijn vriendin trapt rustig door. Ook dat frustreert me. Ik wil immers …sneller …harder … beter ….etc. Twee minuten later trap ik weer verder. Tot mijn verbazing is het apparaat gereset en staat de kcal teller weer op 0. Ik baal er enorm van en begin boos weer bij 1. Prima, ik tel die 70 er wel bij op! Hard trappend houd ik de teller van mijn vriendin in de gaten. Ik moet het minstens zo goed als haar doen. Ze trapt door tot X en stopt dan. Ik trap door tot X kcal (+ die andere die ik al had = X) en stop dan. ‘Lekker toch?’ zegt mijn vriendin. Het is me volstrekt onduidelijk wat hier leuk of lekker aan is.
Uitgeput loop ik naar de roei-automaten. Mijn vriendin legt uit hoe het werkt en stelt dat touw – dat ding wat zogenaamd je roeispanen zijn – in op zwaarte 4. ‘Waarom 4, dat dunne meisje wat hier net zat had hem op stand 7?!’ denk ik bij mezelf en verander het ding snel in 6. Als dat meisje het kan, moet ik minstens 6 kunnen. Krachtig begin ik aan het touw te trekken en van voor naar achter te bewegen. Grappig ding, maar na 5 minuten even saai als die fietsen waarmee je ook geen centimeter vooruit komt. Ik daag mijn vriendin uit: ‘Wie het eerst bij X kcal is!’ Ik moet en zal winnen. Eenmaal bij X kcal stopt zijn. Ik ga nog even stoer door tot de X kcal.
We verplaatsen ons vervolgens naar een ander raar apparaat. Geen idee hoe het ding heet. Je moet daar met je voeten een soort van op en neer bewegen, stappen in de lucht, en met je armen als het ware meebewegen. Naast me staat een jonge vrouw, een stuk forser dan ik, al ruim 20 minuten op dat ding los te gaan. Ik ben na 5 minuten al kapot. Ik begrijp er niks van. Ik stel aan mijn vriendin voor naar boven, naar de kracht-apparaten te gaan. Niet omdat me dat zo leuk lijkt, maar omdat ik dan een excuus heb om rustig aan te doen.
Mijn vriendin gaat op een apparaat zitten om haar buikspieren te trainen. Ik vind het maar een gek ding. Het lijkt meer alsof ze in zo’n karretje van een achtbaan zit. Ik probeer het apparaat ook uit, maar ben er na 5 keer bewegen al klaar mee. Het frustreert me dat ik het niet langer vol kan houden.
Dan gaan we onze binnenbovenbenenspieren (is dat een woord?) trainen. Het apparaat duwt de hele tijd mijn benen uit elkaar terwijl ik ze weer naar elkaar probeer te krijgen. Zo onvrouwelijk dat ding en niet geschikt voor preutse mensen als ik. Dan maar aan een touw trekken waar wat gewicht aan hangt. Ik trek aan het touw, laat de boel weer vallen en trek opnieuw. Saaaaaaai. Na vijf minuten zwoegen komt mijn vriendin me melden dat ik het totaal verkeerd doe. En bedankt.
Ik besluit dat ik het zat ben. Mijn vriendin krijgt net de smaak te pakken. Ik plant mezelf ergens neer op een automaat en begin maar wat te internetten op mijn telefoon. In mijn hoofd floepen ineens de kcal van de apparaten beneden en ik zeg tegen mijn vriendin graag als laatste nog even op de loopband te willen. Gewoon voor een goed, voldaan gevoel en omdat ik wel nieuwsgierig ben naar zo’n ding.
Ook dit ding ben ik na 5 minuten wel zat. Ik krijg bovendien zin om op die emergency knop te drukken.
Ik heb trek. Ik heb trek in de chocoladekoekjes die thuis in de trommel liggen. Wat zonde eigenlijk, want als ik een paar van die koekjes neem, heb ik hier toch helemaal voor niets gezwoegd? We stappen in de auto en rijden terug naar huis. Ik ben wat in de war, simpelweg omdat ik niet begrijp dat mensen dit leuk vinden.
Er is 1 ding waarover ik geheel niet in de war ben op dat moment: als je nog een eetstoornis hebt lijkt sporten bij de sportschool mij zeer onverstandig. Als je iedere dag in je hoofd al bezig bent met Kcal, afvallen, presteren, vergelijken…. dan zorgt die sportschool ervoor dat dit nog eens extra wordt aangewakkerd.
Eenmaal thuis aangekomen geniet ik van een paar chocoladekoekjes. Ik ben blij dat ik nooit naar de sportschool ging toen ik nog een eetstoornis had. Dat lijkt me heel heftig. Ik zou mensen die nog een eetstoornis hebben aanraden een sport te gaan doen die niet zo gericht is op afvallen, maar meer gericht is op het spel of het team, zoals volleybal, hockey, tennis etc.
Geef een reactie