Zes kilo moest ik aankomen, in 6 weken. Het was ze na tijden blijkbaar duidelijk geworden dat mijn gewicht niet voldeed aan de eisen van de instantie. Maandenlang was dit geen enkel probleem geweest, nu opeens wel. Ik schrok van het gewicht dat ze graag wilden dat ik bereikte, ik had mijn hele leven nog nooit ‘zoveel’ gewogen. Dat was helemaal geen gewicht dat paste bij mijn lichaam. Ik probeerde dit het hoofd van de instantie, die de gewichtseis meedeelde aan me, duidelijk te maken, echter zij had hier geen enkele boodschap aan. Regels zijn regels.
Wanneer ik de betreffende kilo’s niet zou aankomen, zou ik waarschijnlijk moeten stoppen met mijn behandeling. Ik vond dit volstrekt onlogisch, aangezien er in die tijd niet zoveel mis was met de hoeveelheid die ik at, noch met mijn gewicht. Ik zag het helemaal niet zitten om zoveel kilo aan te komen.
Ik vond mezelf al niet mooi, had al een ontzettend laag zelfbeeld, dit zou allemaal enkel verergeren door die kilo’s aan te komen. Mijn lichaam was gezond, er was geen enkele reden, behalve de regels van de instantie, om in zo’n korte tijd zoveel kilo’s aan te komen.
Ik was echter doodsbang om weggestuurd te worden, aangezien de instantie op dat moment in mijn leven nog mijn enige strohalm was. Tegen heug en meug ging ik dus bijeten om aan te komen. Ik moest, als een paar boterhammen extra niet hielp, maar Fantomalt (een soort kcal poeder) door mijn eten gaan strooien. Tegen wil en dank gaf ik mijn geld uit aan een blik kcal poeder. Meer dan drie keer heb ik het niet over mijn eten gestrooid. Het idee stond me zo tegen. Ik deed mijn best om, door bijvoorbeeld iedere avond na het avondeten nog een flinke kom cruesli te eten, aan te komen, maar kwam door alle stress en tegenzin uiteindelijk slechts 6 ons aan. Dit was aanleiding om mijn behandeling te staken. Het drama en de angst die hieruit voortkwam was extreem stressvol en traumatisch.
Gevolg: Ik viel kilo’s af.
Een aantal jaren later kwam ik terecht bij een instantie gespecialiseerd in eetstoornissen. Ik wilde graag weer normaal en onbezorgd leren eten, hierdoor heel rustig met hulp wat aankomen en de oorzaken achter het gecontroleerde eten en het in stand houden van mijn lage gewicht onderzoeken met een therapeut. Al bij de intake moest ik op de weegschaal staan. Ik zou als ik daar in therapie ging voortaan iedere week moeten wegen. Iets wat niet goed was voor mij, aangezien ik juist de afgelopen maanden probeerde de focus op mijn gewicht wat los te laten. Ik had mijn weegschaal aan een vriendin gegeven en wilde nog maar heel af en toe wegen. Daarnaast moest ik een eetdagboek gaan bijhouden. Ik wist, uit ervaring, dat dit averechts werkte bij mij. Ik schaamde me voor wat ik at. Als ik dit opschreef, vond ik het maar veel en ging ik minder eten. Toch viel ook hier niet over te onderhandelen.
Ik kreeg gesprekken met een dietist en moest opnieuw binnen 6 weken x aantal kilo aankomen. Ik zou in die 6 weken gesprekken krijgen met een psycholoog. Of die gesprekken na de 6 weken voortgezet werden hing af van mijn gewichtstoename. Die dreiging, dat onvoldoende gewichtstoename betekende dat de psycholoog niet meer achter mij stond, zorgde ervoor dat ik het aankomen niet aandurfde. Stel dat ik net niet genoeg kilo zou aankomen, dan zou ik me na 6 weken en rot en verloren voelen omdat ik dikker was geworden en de pilaar waarop in steunde, de gesprekken met de therapeut, zouden gestaakt worden. Ik zou dan nog slechter af zijn dan het moment waarop ik startte.
Ik wilde graag therapie voor de problemen achter het symptoom, mijn eetstoornis. Ik wilde graag dat ik de tijd kreeg om te werken aan de oorzaken achter mijn eten en lage gewicht. Mijn lichaam was op dat moment nog steeds niet in gevaar, ik werd nog ongesteld, mijn bloedwaardes waren prima en ik at niet niks, dus het zou mogelijk moeten zijn om mij eerst de tijd te geven alvorens ik direct verplicht zou moeten aankomen. Ik wilde eerst een aantal gesprekken en vertrouwen hebben en zelf de keuze kunnen maken om beter te gaan eten, niet andersom.
Mijn angst voor aankomen was enorm en om dit aan te gaan had ik heel veel vertrouwen nodig in de mensen die me zouden helpen. Dit vertrouwen was er nog niet in de eerste paar weken. Weken waarin ik van de instantie al aan moest komen.
Iedere week moest ik bij de dietist op de weegschaal staan. Er rolde dan een bonnetje uit de weegschaal waar exact op stond hoe groot mijn vetpercentage was en hoeveel vocht mijn lichaam bevatte etc. Iets waar ik me voorheen helemaal niet mee bezig had gehouden. Nu, daarentegen, werd mijn vetpercentage ineens interessant voor me. Een laag gewicht was niet het enige wat ik blijkbaar kon controleren, een laag vetpercentage was ook iets wat belangrijk was. De tweestrijd: aankomen versus veilig op dit gewicht blijven was enorm in mijn hoofd.
Alles draaide om het aankomen, om mijn gewicht. Terwijl alles wat ik nodig had niets te maken had met gewicht. Toen ik na 5 weken nog niet het juiste gewicht had, volgde een gesprek met de afdelingscoordinator. Het team zag het toch wat somber in. Als ik het juiste gewicht niet zou bereiken, zou ik misschien bij een LES (langdurige eetstoornis) groep beter op mijn plek zijn. LES voelde voor mij als ‘uitbehandeld‘, iets wat ik onvoorstelbaar vond aangezien dit mijn eerste therapie was gericht op mijn eetstoornis. Mijn problemen met eten bestonden al wel meer dan 5 jaar, maar dat betekende niet dat ik er niet van af wilde. Wat er ook gebeurde, ik wilde niet dat er een dergelijke naam in mijn medisch dossier kwam te staan.
De week er op ging ik, ‘bepakt en bezakt’ zullen we maar zeggen, op de weegschaal staan van de dietist. Het bonnetje rolde eruit en jahoor, ik was de x kilo aangekomen. ‘En het is allemaal vet, hartstikke goed!’, aldus de dietist. Het kon me niet schelen dat ik de boel belazerde. Ik was helemaal klaar met deze instantie. Ze hadden geen tijd en werkelijk aandacht voor mijn problemen. Alles moest op hun manier, een manier die helemaal niet bij mij pastte of goed voor mij was. En als aankomen zo eenvoudig was, had ik het zelf allang gedaan. Ik stopte per direct bij de instantie en ben uiteindelijk zelf, in een aantal jaren tijd, die kilo’s aangekomen. Hoe? Door onvoorwaardelijke steun en liefde & door mijn focus te richten op goed, lekker en gezond eten en niet op gewicht. Een weegschaal staat er hier dan ook niet in huis.
De meeste hulpverlening gespecialiseerd in eetstoornissen vind ik, zoals mijn verhaal duidelijk maakt, te veel gericht op aankomen en gewicht, maar dat is dus mijn mening. Ik heb de nodige verhalen gehoord en ben voor een behandeling die minder de focus legt op gewicht en aankomen en meer de focus legt op achterliggende problematiek. Natuurlijk moet dit binnen bepaalde kaders plaatsvinden, want bij extreem en gevaarlijk ondergewicht heeft praten over achterliggende oorzaken logischerwijs niet altijd evenveel zin.
Ik ken verhalen van meisjes die meerdere keren per week moeten wegen samen met een sociotherapeut. Je schaamt je voor je eten en gewicht en moet dat keer op keer met een iemand delen (eetdagboek & weegschaal), waarvoor je niet zelf kiest. Je eigenwaarde daalt en door schaamte eet je nog minder. ‘Wat zullen ze anders wel niet denken, dat ik een nep-anorect bent?!’
En dan nog het je strikt aan een eetlijst moeten houden. Voor sommige zal dit positief werken, maar ik denk voor velen ook niet. De controle en obsessie rondom je gewicht, verlegt zich naar een rigide eetlijst. Hierdoor ontstaan de meisjes die geen gram pasta durven af te wijken van de eetlijst die ze hebben gekregen. Moeders worden thuis tot wanhoop gedreven, vaders distantieren zich ervan. Eten is allang niets leuks meer thuis.
In een eetstoorniskliniek zou ik niet kunnen leven. Ik heb een lichte neiging tot dwang en een grote neiging te competitief gedrag. Ik zou dus absoluut de concurrentie aangaan met al mijn eetgenootjes en weegmaatjes. Ik zou mezelf verliezen in dwanghandelingen rondom eten en gewicht. De focus in de meeste klinieken ligt zo enorm op eten en aankomen, dat ik denk ik gek zou worden. Natuurlijk is deze focus nodig bij mensen die een levensgevaarlijk gewicht hebben, dan staat aankomen absoluut op nummer 1.
Maar meiden die dit niet hebben en net een behandeling starten… die worden verstikt door het wegen, aankomen, samen eten, basislijsten, aankomlijsten, eetdagboeken, verpercentages, setpointgewicht, rustmomenten na het eten, veilige en onveilig tussendoortjes, concurrentie aan de eettafel, het gesmeerd worden van je brood
…voor velen een ziekmakendendere omgeving.
Wat zou het goed zijn voor velen als de nadruk bij een eetstoornisbehandeling meer zou gaan liggen op de problematiek achter de eetstoornis. Als hier eerst uitgebreid de tijd voor wordt genomen waardoor vertrouwen en motivatie ontstaat om meer en beter te gaan eten. Wat zou het goed zijn als per persoon wordt gekeken naar wat helpend is. Iedere week wegen, eetlijsten voorschrijven, verplicht toewerken naar een BMI van 20 is niet voor iedereen goed en noodzakelijk om van een eetstoornis af te komen.
Ik geef toe dat ik negatief ben over de gespecialiseerde zorg voor eetstoornissen, maar dit is omdat ik graag van jullie hoor hoe jullie hierover denken. Mijn mening is immers niet de waarheid, maar slechts een mening. Ik schrijf dit omdat ik het belangrijk vind dat er iets verandert. Ik weet gelukkig wel dat er ook vele goede kanten zitten aan de gespecialiseerde eetstoornis hulpverlening. Dat heel veel mensen er goed door worden geholpen en dat er heel veel wel heel goed gaat. Daarmee wil ik dus graag mijn verhaal besluiten. Ik ben echter blij dat ik geen hulpverlening voor mijn eetstoornis meer nodig heb.
Maar wat vind jij?
Geef een reactie