Als je een eetstoornis hebt, zit je vaak vast aan bepaalde gewoontes. Als je je rot voelt, grijp je bijvoorbeeld naar eten. Of als je gespannen bent, ga je je heel streng aan een dieet houden. Voor iedereen met een eetstoornis is dat weer anders. Wil je jouw eetstoornis verslaan, dan is het goed om de bepaalde dingen anders te gaan doen. Super eng, maar super goed voor je herstel. Als je uitdagingen aangaat, kun je angsten overwinnen en word je weer sterker dan je eetstoornis. Dit blog gaat dan ook over een aantal leuke experimenten die je zelf of samen in therapie kunt ondernemen.
Sommige uitdagingen lijken misschien heel gek of een beetje vreemd. Toch kunnen ze heel goed zijn om te gaan doen. Deze kleine en grote experimentjes kunnen je helpen om de obsessie met eten en de controle los te leren laten. Een aantal van deze uitdagingen heb ik zelf moeten doen tijdens mijn behandeling. Sommige nog erg in het begin, anderen aan het eind van mijn behandeling. Kijk dan ook zelf goed of ze voor jou al haalbaar zijn of dat je ze misschien onthoudt voor over een tijdje.
Bepaalde uitdagingen, zoals een keer een ijsje eten, je tussendoortje een uur later nemen of bepaalde andere enge producten eten, ken je misschien wel. Deze uitdagingen zijn ook zeker heel goed om te blijven doen, te herhalen en zo te overwinnen. De uitdagingen die ik hieronder beschrijf zijn meer een overtreffende trap. Ze kunnen daardoor super eng lijken, maar je kunt er ook veel mee bereiken.
♦ Wissel maaltijden
Een goede uitdaging kan het zijn om je maaltijden eens om te wisselen. Eet bijvoorbeeld eens je ontbijt als lunch en je lunch als ontbijt. Of eet je avondeten in de middag, of juist als ontbijt. Sommige omwisselingen zijn helemaal niet zo raar. Mensen in de zorg eten bijvoorbeeld heel vaak in de middag warm. Begin bij de wissel die jou het minst moeilijk lijkt en ga daarna verder. Het voelt misschien wat nutteloos, maar zolang het bij jou angst of grote weerstand oproept is het iets dat je kunt leren doorbreken met deze oefening.
Ik zelf heb deze opdracht ook een keer gedaan. Het voelde op zich niet zo heel raar. Ik miste wel mijn warme avondmaaltijd in de avond. Ontbijten met een pizza vond ik ook wel een beetje gek. Maar eigenlijk was het best wel lekker. Ik doe het zelf nu ook nog wel eens met een paar punten als ik die over heb van de dag ervoor. Natuurlijk riep het van te voren wel angst op, maar ik heb gemerkt dat ik er niets aan verlies en ook niet van aankwam. Een dagje gek eten, betekent niet dat je compleet de controle verliest over je emoties of eetgedrag.
♦ Beken al je smoesjes
Dit is er eentje voor de echte stiekemerd. Veel mensen met een eetstoornis zijn toch niet 100% eerlijk. Ze hebben allerlei achterdeurtjes waardoor ze vaak langer in hun eetstoornis blijven hangen dan ‘nodig’. Als je van je eetstoornis af wilt komen, is het belangrijk dat je al die achterdeurtjes een opbiecht in therapie of ze allemaal opschrijft en met jezelf afspreekt ze niet meer open te zetten.
Een voorbeeld van zo’n achterdeurtje kan zijn dat je nog extra chocoladepasta eet met je mes na het eten, terwijl je juist aan het proberen bent om niet meer te snaaien vanwege eetbuien. Een ander achterdeurtje kan te maken hebben met boter weglaten, weinig smeren, twee koekjes nemen in plaats van drie en ga zo maar door. Je weet het zelf waarschijnlijk maar al te goed. Wees eerlijk. Niet alleen tegenover je eigen therapeut, maar vooral omdat het jou gaat helpen. Schrijf alle smoesjes en stiekeme dingen eens op en beken ze naar jezelf en de mensen die jou ermee kunnen helpen.
♦ Doe eens niet wat je van plan was
Dit klinkt heel logisch. Als je een eetbui wilt hebben, doe dit dan een keer niet. Als je wilt braken, kies er dan voor dit niet te doen en als je wilt gaan lijnen, ga dan juist gewoon normaal eten. Toch is het goed om sommige van deze dingen gewoon te gaan doen. Als je merkt dat je een eetbui wilt hebben of wilt gaan lijnen, spreek jezelf dan tegen. Doe het express niet. Ga iets totaal anders doen, zoals naar een vriendin, huilen, praten, dansen, wandelen of de hond uitlaten. Ga tegen je drang in en geef er niet aan toe. Uitzitten is een van de moeilijkste, maar ook meest functionele experimenten.
Natuurlijk ga je je dan even heeeeeel erg rot voelen, wil je huilen, word je boos of vind je het super ***. Zeker weten. Maar het gaat minder worden. Je leert langzaam of juist heel snel om op een gezonde manier met dingen om te gaan. Ook komt er eindelijk ruimte om met de problemen die er zijn om te gaan, omdat je ze niet meer wegstopt.
♦ Lootjes trekken
Als je het moeilijk vindt om bepaalde strenge gewoontes vanuit je eetstoornis of eetlijst los te laten, kan het helpen om lootjes te trekken. Dat klinkt kinderachtig en op zich kan ik ook wel meer volwassen dingen bedenken, maar toch is het een leuk experimentje. Pak een potje en een heleboel kleine papiertjes. Schrijf daar bijvoorbeeld allerlei soorten beleg of tussendoortjes op. Als je dan aan tafel zit of een moment hebt waarop je een tussendoortje moet nemen, graai je in het potje en doe je op je brood, of eet je, wat er op het lootje staat.
Ik heb dit zelf ook een tijdje gedaan. Een groepsgenootje van mij heeft dit langere tijd en met meer soorten eten gedaan. Het werkte voor haar heel goed. Soms at ze die keer pindakaas, soms alleen maar hartig en soms juist allerlei soorten beleg. Je merkt in ieder geval heel goed dat je geen controle hebt en dat dit eigenlijk ook helemaal niet zo erg is.
♦ Eet een dag alles wat je eng vindt
Dit is ook een beetje een gek experiment, want ‘normale mensen’ eten toch ook niet de hele dag alleen maar overheerlijk eten? Dat is zo. Toch is kan dit een goed experiment voor je zijn. Je hebt vast een denkbeeldige of letterlijke lijst van ontbijtjes, tussendoortjes, drinken, lunches en avondmaaltijden die je ‘eng’ vindt. Sommige vanwege suiker, anderen vanwege vetten en weer anderen vanwege de hoge caloriewaarde. Toch kan dit een goed experiment zijn om los te komen van de angst om aan te komen van ‘ongezond’ eten.
(Als je last hebt van eetbuien, is deze misschien tricky)
Ik heb dit experiment ook een keer gedaan. Ik at een uitgebreid ontbijt, als tussendoortjes had ik onder andere een mars, een ‘enge’ lunch, als toetje ijs, als avondeten pasta met roomsaus en ik mocht mijn tussendoortje voor de avond pas eten rond 21:30u, wat ik veel te laat en eng vond. Een hele flinke uitdaging dus. Ik was toen inmiddels al wel wat verder in behandeling. Maar weetje, ik heb het gewoon overleefd. Ik vond het eng, maar ergens had ik ook wel wat vertrouwen gekregen dat dit niet erg zou zijn. Als je een dagje wat meer eet, kom je niet meteen aan. En dat heb ik door dit experiment zelf ondervonden toen ik een week later bij mijn behandelaar gewogen werd. Toen ik een andere keer, met een ander experiment wel was aangekomen, merkte ik eigenlijk dat dit ook niet heel veel uitmaakte. Het was namelijk minimaal en had ook een gewone schommeling kunnen zijn. Wanner ik geen experiment deed, kwam ik ook wel eens iets aan.
♦Andere experimenten
Andere experimentjes kunnen ook zijn dat je meerdere maaltijden buiten de deur eet. Als je op vakantie gaat, is dit soms al het geval. Maar als je in behandeling bent voor je eetstoornis, kan dit een goede uitdaging zijn. Ook kun je ervoor kiezen om eens mee te eten met een vriendin. Eet hetzelfde als zij eet en volg ook haar tijdstippen. Zo laat je jouw structuur steeds meer los. Je kunt er ook voor kiezen dat iemand anders bepaald waar jullie gaan eten of wat je bestelt in een restaurant. Je kunt dus kijken naar uitdagingen op het gebied van ‘eng’ eten (wat helemaal niet echt eng is), tijdstippen verschuiven of op bijzondere plekken in het openbaar eten. Zelfs alleen uit eten gaan, kan een angst zijn die je dan kunt overwinnen. Alle uitdagingen zijn natuurlijk heel persoonlijk en kun je ook persoonlijk maken of zelf of samen met je therapeut of diëtist bedenken.
Dit soort experimentjes kun je ook zelf voorstellen in therapie of misschien hebben zij een paar iedereen voor jou. Niet in iedere behandeling komen deze uitdagingen voor. Het zijn ook geen gewone uitdagingen, zoals ik eerder al beschreef. Het kunnen hele waardevolle experimentjes zijn. Ze kunnen je net even wat verder helpen, een muur doorbreken of je laten ervaren dat bepaalde angsten niet reëel zijn of afnemen. Blijf jezelf uitdagen, op welk niveau dan ook. Het helpt je verder en je zult merken dan angsten overwonnen worden door uitdagingen aan te gaan. Ik ben benieuwd of jullie bepaalde experimenten herkennen, ook hebben gedaan of juist nog meer goede uitdagingen weten. Deel ze gerust hier onder de blog!
Geef een reactie