De lente is inmiddels alweer officieel begonnen en dat is ook goed te merken. De temperatuur is weer wat gestegen, het is vroeger licht, later donker en de vogeltjes hoor je weer fluiten. Ik word altijd heel blij als ik merk dat het weer voorjaar begint te worden. Ik ben dan vrolijker en heb meer energie. Daartegenover staat dat ik juist ook weer heel gevoelig ben voor als het weer winter wordt. Dit is eigenlijk altijd al zo geweest, maar toen ik nog een eetstoornis had, riep het mooie voorjaarsweer ook heel andere gevoelens bij mij op.
Als het toen mooier weer werd, voelde ik me eigenlijk blij en verdrietig tegelijk. Blij, omdat mooi weer me vrolijk maakte en ik wat energieker werd. Maar ook verdrietig, omdat de eetstoornis natuurlijk het voorjaar met mij mee zou gaan en niet opeens zou verdwijnen. Het deed me extra pijn om in het voorjaar en de zomer een eetstoornis te hebben. Ik voelde me dan een soort van schuldig tegenover mezelf. Met iedereen leek het goed te gaan. Iedereen leek lekker te kunnen genieten van het mooie weer. En ik? Ik maakte me druk over die ene boterham van gister en kon daardoor niet genieten van het mooie weer.
Als de eerste zonnestralen ons land bereiken, dan zit meteen heel Nederland op het terras te genieten van een drankje en een portie bitterballen. Ook zie je dan opeens overal mensen met een ijsje in hun hand over straat lopen. Nu vind ik dit heerlijk en doe ik er net zo hard aan mee, maar toen ik nog een eetstoornis had niet. Ik was jaloers op alle mensen die wel zo konden genieten van hun drankje, hapje en ijsje. Ik was jaloers op iedereen die dat niet van zichzelf hoefde te compenseren. Jaloers op iedereen die zo heerlijk ontspannen op het terras kon zitten zonder al te veel zorgen aan hun hoofd. Ik wilde dit ook, maar door de eetstoornis en de constante strijd in mijn hoofd voelde dit haast onmogelijk.
Het leek ook wel of de eetstoornis opeens sterker aanwezig was als het mooier weer werd. Ik denk dat dit heel herkenbaar is voor veel mensen met een eetstoornis. Want als het mooi weer is, dan trek je niet je winterkleding aan, maar ga je voor iets wat luchtig zit en kort is. Alleen al bij die gedachte zat de eetstoornis er bovenop. Alle riemen moesten strakker worden getrokken en ik mocht nog minder eten van mezelf, moest nog vaker sporten en compenseren want ik moest en zou dun zijn. In de winter vond ik het makkelijk om mijn ‘dikke’ lichaam te verbergen, maar in de zomer was dit lastig.
Ik vond het in de zomermaanden extra erg als ik eetbuien had. Zoals ik al zei had ik in de zomermaanden nog meer de drang om af te vallen, maar dit lukte niet altijd. Ik had nog steeds eetbuien en ik vond ze toen extra verschrikkelijk. Ik voelde me in de zomer tien keer dikker en schaamde me voor mijn eigen lichaam. De angst om aan te komen leek nog vele malen groter. Daarbij leek het altijd net zo alsof iedereen gezonder en minder at in die maanden. Behalve ik, ik at me juist helemaal vol en dat maakte het nog extra erg. Ik was heel bang dat ik niet met mezelf en het ‘dikke’ lichaam zou kunnen leven. De zomer was voor mij verpest.
Ik had ook het idee dat het in de zomermaanden beter met me moest gaan. Geen idee eigenlijk waar die overtuiging vandaan kwam. Maar waarschijnlijk omdat in de winter meer mensen zich slecht voelen. Meer mensen hebben een hekel aan het koude weer en de donkere, korte dagen. Het was dan voor mij niet zo erg dat ik me in de winter ook slecht voelde. Maar omdat het met iedereen in de zomer altijd zo goed lijkt te gaan en iedereen veel leuke dingen doet, denk ik dat ik daarom het idee had dat het daarom ook met mij beter moest gaan.
In de zomermaanden voelde ik me extra verscheurd tussen enerzijds de eetstoornis en anderzijds het ‘normale’ leven dat ik zo graag wilde. Ik baalde van mezelf. Ik was zo verdrietig door de eetstoornis en wilde er zo snel mogelijk vanaf. Tegelijkertijd gaf de eetstoornis mij toen houvast waardoor het loslaten niet zo makkelijk ging en het dus als een enorme strijd voelde.
Nu ik dit zo schrijf en er weer over nadenk, vind ik het echt ontzettend zonde hoe ik in die tijd heb geleefd. Dat ik niet kon genieten van de dingen waar iedereen wel van kon genieten. Ik vind het jammer dat ik mezelf al die leuke dingen hebt ontzegd. Ik had het zo graag anders gedaan. Ik zou zo graag tegen mezelf in die tijd gezegd willen hebben: Kom op, geniet gewoon een beetje meer. Maak je niet zo druk. Jij bent ook mooi in zomerkleding. Jij verdient ook een ijsje. Jij verdient ook die zwoele zomeravonden op het terras. Jij verdient het ook om je blij te voelen. Hetzelfde als wat ik tegen mezelf had willen zeggen in die tijd wil ik nu ook tegen jou zeggen. Jij verdient dit ook.
Fotografie: Ellen Munro
Geef een reactie