De hele dag loop ik al met een onrustig gevoel rond. Ik weet waar dat onrustige gevoel vandaan komt. Ik heb zin in eten. Ik heb zin in een eetbui. Ik weet dat ik er niet aan toe moet geven dus ik probeer uit alle macht afleiding te zoeken. Buiten wandelen, iemand bellen, een film kijken… Ik gebruik alle tips die ik heb geleerd in therapie in de hoop dat de drang minder wordt. Maar in plaats van minder lijkt de drang alleen maar sterker te worden. Het voelt bijna ondraaglijk en voordat ik het weet, ben ik midden in een eetbui beland.
Eetbuien voelden voor mij als een verslaving. Ik was verslaafd aan het eten. Ik was verslaafd aan het overgeven. Ik was verslaafd aan het gevoel na een eetbui. Voor heel even had ik dan namelijk rust. Ik zat dan in een soort roes en hoefde even niet meer na te denken. Mijn drang was gestild. Ik voelde me leeg en dat was ik ook, want ik had letterlijk alles uitgekotst. Ik was uitgeput en moe.
Het gevoel van rust duurde jammer genoeg niet lang. Meteen daarna bekroop me een gigantisch schuldgevoel. Wat had ik gedaan? Wat had ik aangericht? Als ik keek naar de lege verpakkingen kon ik wel janken. Al die calorieën zaten in mijn lichaam. Waar normale mensen een week over zouden doen om op te eten, had ik binnen een half uur naar binnen gepropt.
Ik kan bijna niet in woorden uitdrukken hoe ellendig ik me na een eetbui voelde. Dit gevoel had meerdere redenen. Ik voelde me ellendig, omdat ik me onwijs dik voelde na een eetbui terwijl ik juist af wilde vallen. Ik wilde dun worden, mager zijn. Die eetbuien zorgden er alleen maar voor dat het tegenovergestelde zou gebeuren. Na een eetbui voelde ik me dan ook echt dikker worden. Mijn buik leek dikker, mijn benen lekker dikker, mijn hoofd leek boller.
Ook al had ik de eetbui gecompenseerd, dan nog voelde dit niet als voldoende. De angst om aan te komen na een eetbui was echt gigantisch. Het liefst zou ik na een eetbui gewoon nooit meer eten. Aankomen was mijn grootste angst. Ik dacht echt dat ik niet met mezelf zou kunnen leven als ik zwaarder zou worden.
Oncontroleerbare eetbuien zijn slecht voor je zelfvertrouwen. Ik voelde me na een eetbui een slappeling. Het voelde alsof ik geen discipline had. Ik voelde me zwak en stom. Waarom kon ik niet gewoon stoppen na een stukje chocola? Waarom was dat niet voldoende? Waarom had ik zoveel eten nodig? Waarom kon ik geen ‘nee’ zeggen? Normale mensen deden dit niet. Normale mensen konden wel die controle houden. Ik was die controle volledig verloren. Normaal eten zat er voor mij niet in. Ik haatte mezelf hierom. Elke keer weer hoopte ik op beter en nam ik mezelf voor dat het de volgende keer anders zou gaan. Helaas mislukte dit elke keer weer.
Na een eetbui bekroop mij ook een intens gevoel van schaamte. Ik voelde me zo vies over mezelf en wat ik deed. Ik propte mezelf vol. Ik at tot ik misselijk werd en ik at tijdens een eetbui de meest gekke dingen. Van bevroren voedsel tot cakebeslag tot chocopasta uit de pot. Alleen dat vond ik al schaamtevol. Ik leek wel een monster. Ook schaamde ik me voor het overgeven. Overgeven is vies en dat wil je normaal gesproken het liefste voorkomen. Nu gaf ik heel bewust over en dat voelde zó verkeerd.
Het ergste vond ik dat ik na een eetbui de overblijfselen ervan ongedaan moest maken. Die ravage maakt namelijk pijnlijk duidelijk wat ik had gedaan. Na een eetbui kon ik jammer genoeg niet meteen in bed gaan liggen en mezelf in slaap huilen. Nee, eerst moest ik alles nog opruimen. Ik moest de wc bijvoorbeeld nog schoonmaken en de lege verpakkingen weggooien. Ik moest mezelf onder sprayen met parfum om die vieze braaklucht te maskeren. Alle bewijzen van mijn eetbui moest ik ongedaan maken. Want wat als iemand dit zou zien en erachter zou komen wat voor monster ik was?
Ik wilde zo graag beter worden van de eetstoornis. Gelukkig zijn en normaal kunnen eten waren twee grote dromen van mij. De eetbuien moesten hoe dan ook stoppen. Eetbuien passen niet in het plaatje van gelukkig zijn en normaal kunnen eten. Ik moest weerstand gaan bieden tegen de eetbuien. Toch heb ik nog heel wat eetbuien gehad voordat ik echt in staat was om er weerstand tegen te bieden. Elke keer als ik een eetbui had, voelde het als falen. Ik wist dat ik iets had gedaan wat niet goed voor me was. Op deze manier zou ik de eetstoornis nooit verslaan.
Je zou denken dat wanneer je je zo rot voelt na een eetbui het je geen tweede keer overkomt. Meestal leer je jezelf namelijk al heel gauw iets af als je merkt dat je je er alleen maar ellendiger door gaat voelen. Een gek voorbeeld: als je één keer je hand in het vuur steekt, dan voel je dat dat pijn doet en zal je het hoogstwaarschijnlijk geen tweede keer doen. Na een eetbui voelde ik me telkens diepongelukkig, maar toch plande ik ze soms heel bewust. Ik stak mijn hand dus eigenlijk telkens weer opnieuw in het vuur. Telkens weer ervaarde ik dezelfde pijn en toch deed ik het de volgende keer weer. Ik denk dat dit ook het lastige aan eetbuien is. Je wilt het niet, maar ergens ook weer wel.
Ik heb me nog nooit zó ongelukkig gevoeld als in de periode dat ik alleen maar eetbuien had. Ik kon mezelf echt wat aandoen. Er leek geen einde aan te komen. In alle therapieën had ik al een hoop geleerd over eetbuien, maar toch slaagde ik er niet in om ze te stoppen. Pas toen ik echt uit mijn omgeving werd gehaald, kon ik dat patroon doorbreken. Doordat ik geen eetbuien meer kon houden, ontstond er voor mij de mogelijkheid om eens goed naar mezelf te kijken. Opeens snapte ik waar de eetbuien vandaan kwamen. Dit inzicht alleen al was heel helpend voor mij. Ook leerde ik nog beter welke tools ik in kon zetten om de eetbuien tegen te gaan. Ik leerde dat ik niet helemaal machteloos was en wel degelijk in staat was om de eetbuien te stoppen.
Toen ik na mijn behandeling weer thuis was, begon het echte vechten tegen de eetbuien. Het ging met vallen, weer opstaan en vooral ook met heel veel tranen, maar uiteindelijk slaagde ik er steeds beter in om de eetbuien te voorkomen. In deze en deze blog worden er tips gegeven wat je kan doen tegen eetbuien. Het wordt beter en de eetbuien zullen stoppen, echt waar!
Fotografie: Holly Lay
Geef een reactie