Therapie stopt niet na het gesprek met je psycholoog of na een dag op de deeltijdbehandeling. Als je in therapie zit, dan ben je in veel gevallen eigenlijk continu bezig met je behandeling. Dit kan zijn omdat je er in je hoofd druk mee bent, bijvoorbeeld omdat je nog eens nadenkt over wat er allemaal gebeurd is, maar ook omdat je nog even je eetdagboek in moet vullen of een opdracht moet maken. Verder is het vaak zo dat je de dingen die je in therapie leert, in de praktijk zult gaan oefenen. Lastige sociale situaties waar je tegenop ziet kun je bijvoorbeeld tijdens een gesprek voorbespreken om vervolgens ook daadwerkelijk te gaan doen.
Een behandeling gaat dus verder als je deur van het kantoortje van je therapeut dicht trekt. Om een behandeling te laten slagen, zul je zelf ook iets moeten doen. Je therapie voorbereiden, opdrachten maken et cetera is een belangrijk onderdeel. In deze blog vertellen wij je wat wij zoals deden qua voorbereiding voor onze therapie.
♦ Hoe Sandra haar therapie voorbereidde
Ik nam therapieopdrachten over het algemeen behoorlijk serieus, soms iets té serieus. Ik bereidde alles dan ook tot in de puntjes voor. Ik ben een aantal keer opgenomen geweest op een afdeling waarbij er een soort therapie waarbij er iedere keer iemand anders aan de beurt was om een situatie in te brengen. Ik weet nog dat ik dit iedere keer ontzettend spannend vond en hier erg lang mee bezig kon zijn. Ik schreef alles helemaal uit wat er uiteindelijk voor zorgde dat er tijdens de groep niet meer zoveel te doen was. Ik had het zo uitgebreid gedaan dat ik als het ware alles wat we tijdens zo’n uur zouden gaan bespreken ook al had opgeschreven. Dit was niet bewust, ik was gewoon bang dat het anders niet genoeg zou zijn en ik op mijn kop zou krijgen of over zou komen als iemand die niet gemotiveerd was.
Toen ik echt een intensieve klinische behandeling ging volgen, kwam dit punt geregeld terug en werd het ook iets waar ik aandacht aan moest besteden: bewust minder doen en voorbereiden. Dat vond ik lastig, want ineens moest ik mijn evaluatie bijvoorbeeld gaan uitschrijven in plaats van het netjes typen op de computer en in drievoud inleveren bij alle therapeuten.
Het ging natuurlijk niet over het schrijven, typen of precies voorbereiden. Het ging vooral over het feit dat ik alles in mijn leven perfect wilde doen, op een dwangmatige manier. Als ik dat niet deed dan was ik bang dat ik afgewezen zou worden door, in dit geval, mijn therapeuten of groepsgenoten. Problemen die ik in het dagelijks leven tegenkwam, waren dus ook in therapie te zien. Dit was een handige manier om te oefenen met verandering aanbrengen in dit vastgeroeste patroon.
Er waren ook dingen waar ik minder perfectionistisch in was. Het ging dan vooral om zaken waar ik totaal het nut niet van in zag. Zo heb ik tijdens een crisisopname bij creatieve therapie een keer een uur op bed gelegen terwijl ik zogenaamd in het bos kastanjes en zo aan het zoeken was om iets moois mee te maken voor de herfst. Aan het einde van de therapie ging ik terug naar de ruimte en zei ik dat de spullen op mijn kamer lagen te drogen. Iedereen, inclusief verpleging, wist dat het niet waar was maar waarschijnlijk kwam ik ermee weg omdat ik verder overal mijn best deed.
♦ Hoe Scarlet haar therapie voorbereidde
Toen ik voor het eerst in therapie ging bereidde ik niets voor. Ik wist ook helemaal niet dat dit nodig was. Ik dacht dat de therapeut mij gewoon allemaal vragen zou stellen en dat ik daar dan gewoon antwoord op kon geven. Ik wist niet dat therapie hard werken was en dat therapie voorbereiden nuttig en soms noodzakelijk kon zijn. Praten over mijn gevoelens kon ik in die tijd nog helemaal niet en mezelf kwetsbaar opstellen was ook abacadabra voor mij. Dit resulteerde in therapie sessies waarin ik vrij weinig zei en grotendeels zat te lachen. Na een tijd werd me daarom steeds meer duidelijk dat ik, wilde ik iets aan therapie hebben, zelf ook iets moest doen.
Ik besloot daarom vooraf wat dingen op te schrijven die ik wilde bespreken. Op die manier zou de inhoud van het gesprek niet enkel afhankelijk zijn van hetgeen de therapeut me vroeg, maar zou ik hierin zelf ook een stem hebben. Het lukte me niet altijd om met mijn punten naar voren te komen, maar ook hier kreeg ik in de loop van de tijd steeds meer handigheid in. Ik leerde dat ik de onderwerpen die ik wilde bespreken het beste direct aan het begin van een gesprek kon noemen. Op die manier wisten we beiden wat belangrijk was om te bespreken én zou ik het meest lastige niet tot het moment bewaren waarop er geen tijd meer was. Dat was namelijk echt een valkuil voor me.
Soms hielp een lijstje nog niet voldoende en was het nodig om mijn gevoelens gewoon helemaal uit te schrijven. Ik las dan hetgeen ik had geschreven letterlijk op in therapie. Dat voelde vaak enorm genânt, maar het hielp me wel. Ik kwam dan veel meer bij mijn gevoelens en de kern van mijn problemen. Hoe vaker ik dit deed en hiermee oefende, hoe makkelijker het werd om zonder lijstjes en geschreven teksten over mijn gevoelens te praten.
Als ik van therapie huiswerk mee kreeg wisselde het erg of ik hier iets mee deed. Het invullen van een G-schema of doen van bepaalde positieve dingen deed ik redelijk netjes. Misschien niet altijd even intensief als gevraagd, maar ik deed het wel. Het invullen van eetdagboeken was echter niet mijn ding. Ik had het idee dat het bijhouden en opschrijven van mijn eten averechts werkte en daarom liet ik het links liggen. Een uur voordat ik het eetdagboek moest inleveren, vulde ik snel 2 weken achter elkaar in. Dat sloeg natuurlijk nergens op en ging volledig aan de opdracht voorbij, maar niet meedoen was niet echt een optie, dus dan maar zo.
♦ Hoe Danique haar therapie voorbereidde
De eerste keer dat ik naar therapie ging, vond ik heel spannend. Ik wist niet zo goed wat me allemaal te wachten zou staan. Eigenlijk dacht ik een beetje hetzelfde als Scarlet; dat de therapeut mij vragen zou stellen en mijn taak vooral het beantwoorden van die vragen was. Al na de eerste therapiesessie kreeg ik huiswerk mee. Ik moest onder andere een eetdagboek bij gaan houden.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het heel moeilijk vond om helemaal eerlijk te zijn in therapie. Ik schaamde me voor mijn gedrag en hield het allemaal het liefst zo lang mogelijk verborgen. Zo’n eetdagboek invullen vond ik daarom ook lastig. Ik deed het vooral voor de therapeut en was niet helemaal eerlijk over wat ik echt allemaal at. Ook vulde ik het lang niet altijd in. Ik vind dat ik aan het begin van de jaren dat ik therapie had ook niet heel erg mijn best deed. Ik maakte mijn problemen kleiner dan dat ze waren en nam mezelf en therapie niet zo serieus.
Uiteindelijk kwam er bij mij wel een omslagpunt waarop ik besefte dat ik therapie volgde voor mezelf en niet voor iemand anders. Therapie had geen zin als ik daar niks mee deed. Ik besloot toen dus om voortaan echt helemaal eerlijk te zijn over alles wat er speelde. Ik nam de huiswerkopdrachten serieus, ging uitdagingen aan en kwam zo steeds weer een stapje verder. Door meer van mezelf te laten horen in therapie en door helemaal eerlijk te zijn, wist ik ook beter waar ik aan moest werken en kon ik het dus ook beter voorbereiden.
♦ Hoe Irene haar therapie voorbereidde
Toen ik voor het eerst in therapie ging wilde ik eigenlijk helemaal niet in therapie. Ik vond m’n leven met m’n eetstoornis wel lekker ‘veilig’ en zat helemaal niet op hulp te wachten. Ik herinner me niet zo heel erg veel meer van die tijd, omdat ik er niet helemaal bij was met m’n hoofd, maar ik herinner me nog wel dat we een eetdagboek bij moesten houden en elke week moesten inleveren. Ik vulde hem wel in, maar lang niet helemaal naar waarheid. Eigenlijk kon ik het dus net zo goed niet doen, want ik hield niet alleen mijn therapeuten voor de gek, maar ook mezelf. Ik heb dan ook niet zo veel geleerd van therapie toen en het is eigenlijk alleen maar slechter met me gegaan.
De tweede keer dat ik in therapie ging was ik een stuk serieuzer. Ik had door hoe erg mijn eetstoornis mijn leven kapot maakte en ik wilde het echt niet meer. Ik besloot te stoppen met mijn studie en me vol op therapie te richten. Ik kwam terecht in dezelfde behandeling. Daar had ik de vorige keer niks uit kunnen halen, maar mijn therapeut had mij goed duidelijk gemaakt dat ik er uit kon halen wat ik er in stopte. Therapie is niet een soort wonderplek waar je heen gaat en waar iemand jou op magische wijze geneest. Nee, je moet er echt zelf moeite in stoppen. Ik moest me open stellen, actief mee doen met de gesprekken en ook thuis met therapie aan de slag gaan.
Wederom moest ik een eetdagboek bijhouden. Ook schreven we per week doelen op die we dan de volgende week zouden bespreken en moesten we veel g-schema’s maken. De ene week dit wat beter dan de andere week, maar ik probeerde wel echt m’n best te doen. Ik wist dat ik het voor mezelf deed en de therapeuten lieten ook duidelijk onvrede blijken wanneer ik er geen tijd in had gestoken. Ik merkte ook wel hoe veel ik er aan had wanneer ik het wel deed. Ik hield een dagboekje bij waardoor ik een goed overzicht kreeg van hoe mijn week nou eigenlijk was geweest. Op deze manier kon ik het voor therapie nog even doorlezen en wist ik precies wat ik allemaal wel of niet kwijt wilde.
Fotografie: Danielle Moler
Hoe bereid jij therapie voor?
Geef een reactie