Hulp vragen is en blijft een onderwerp voor veel meiden. Ik lees het hier veel op het forum en heb er zelf ook de nodige ervaring mee. Een eetstoornis is vaak een eenzame ziekte, een eenzaam gevecht waarvan we denken het alleen te moeten doen. Misschien wel juist omdat mensen in je omgeving het niet begrijpen. Het is iets dat ontstaat in jou, niet meteen zichtbaar is en daarom heel persoonlijk en vaak (te lang) onzichtbaar blijft.
Eenmaal laten zien wat er zich afspeelt in jouw koppie is dan harstikke eng! Maar ook wanneer je eenmaal je omgeving op de hoogte hebt gesteld, misschien zelfs herstellende bent of hulp hebt, blijft het vaak een heikel punt. Toegeven dat je hulp nodig hebt, voelt als falen. En misschien dacht je al negatief genoeg over jezelf.
Ik heb vaak dingen gedacht zoals:
”Ik heb dit zelf veroorzaakt, nu moet ik het ook zelf oplossen.”, ”Ik kan mijn ouders niet tot last zijn, ze hebben al genoeg zorgen.” of ”Ik overdrijf en moet me niet zo aanstellen. Gewoon normaal doen, dan gaat het vast over.”
### Maar de strijd hoef je niet in je eentje aan te gaan. En als ik zeg dat je het niet alleen kunt, heeft dat niks met jouw zwakte te maken. Dat heeft te maken met mens-zijn. We zijn er om elkaar te helpen, elkaar te steunen en samen iets te bereiken. Dus we kunnen we allemaal alleen op ons eigen eilandje gaan zitten, maar daar wordt helemaal niemand beter van.
Ik heb jaren lang ”Hints!” gespeeld met mijn omgeving. Mijn ouders moesten zelf aanvoelen hoe het met mij ging. ”Zij moesten toch weten dat ik het lastig had!” En ze moesten ook weten dat wat ze deden mij niet hielp. Het was hun schuld dat ze mij niet begrepen en niet wisten wat er in mij om ging.
Maar zo werkt het niet. Hoe kunnen ouders raden wat er met je is? Je bent geen baby meer die huilend in zijn bedje ligt? Inmiddels kun je praten en kun je dus aangeven wat er met je is. Je kunt ook zeggen dat je je rot voelt, ook al weet je zelf misschien niet eens waarom. Blijf geen ”Hints!” spelen, maar praat met elkaar of schrijf brieven.
Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment af en toe aan mijn moeder ging aangeven dat ik ‘moe’ was. Mijn moeder en ik hadden afgesproken dat ik dat zou zeggen als ik een zware dag had. Ik vond het namelijk nog flink lastig eerlijk te zeggen ”Ik heb het moeilijk.” Door een soort code-woord af te spreken wist mijn moeder dat er iets was. We dronken dan thee, ik schreef in mijn dagboek of ging even rust nemen op m’n kamer. Dit gaf een hoop verlichting. Alleen al dat mijn moeder wist dat ik die rust nodig had, voelde alsof ik niet meer tot last was. Ik nam daarmee verantwoordelijkheid voor mezelf en mijn moeder zag ook dat het mij hielp.
Deze stap kon ik uitbouwen, door ook aan vriendinnen te vertellen dat ik soms lastige dagen had. En door dat aan te geven, kwamen de gesprekken met hen vanzelf wat meer op gang. Ik ervaarde dat ik echt niet altijd tot last was. Ze begrepen het misschien niet altijd, maar wilden graag weten hoe het met me ging.
Allemaal eng, inderdaad. En allemaal stappen die écht niet vanzelf gingen hoor! Er zijn altijd mensen die niet goed reageren of niet willen praten. Maar er zijn ook zoveel mensen die wel voor je openstaan. Zelfs ook al denk jij van niet!
De gedachten om niet te praten, geen hulp en steun te vragen en je lippen stijl op elkaar te houden kunnen nog zo aanwezig zijn. Maar als jij hier uit wilt komen, zul je je mond open moeten maken en stap voor stap moeten gaan praten.
Stil zijn en hints geven helpt niet en is niet voldoende. Toon je ‘wil’ om beter te worden, neem stapjes. Kleine en grote, allemaal even belangrijk!
Geef een reactie