Ik ben een buitenbeentje

Een tijdje terug schreef ik een blog over doen wat je zelf leuk vindt, ongeacht wat anderen daarvan vinden. Deze blog leek behoorlijk wat los te maken. Ik denk dat dit onderwerp dan ook wel iets is waar we allemaal in meer of mindere maten mee zitten. In de ideale wereld deden we allemaal wat we zelf wilden, zolang we er onszelf en anderen geen pijn mee doen tenminste. Er zal altijd wel iemand zijn die het niet met je eens is. Je kan het niet voor iedereen goed doen. We zijn niet allemaal hetzelfde en dat is oké. Niet iedereen hoeft mij leuk te vinden. Toch vond ik dit lange tijd erg lastig. Op de basisschool al voelde ik me een buitenbeentje. Herkenbaar? Dan is deze blog voor jou.

Op het schoolplein beleefde ik altijd de grootste avonturen. Ik had niet veel nodig. Enkel mijn fantasie. Toen mijn klasgenootjes in groep 8 al roddelend op de hoek van de speelplaats stonden en hun nieuwste Tamagotchi speeltjes aan elkaar laten zien (ook prima en leuk) galoppeerde ik rond op mijn onzichtbare paard ‘Silver’ terwijl mijn andere paard ‘Mabel’ op stal stond onder het klimrek. Ja, die namen waren precies zo. Ik herinner me het zo goed. Als de dag van gisteren, omdat ik daar echt voor leefde.

Mijn beste vriendin vond het ook heerlijk om op deze manier buiten te spelen. Jeetje meid, buitenspelen? Voor je het weet ga je naar de brugklas. Dan begint het volwassen leven. Dan vang je geen spoken meer op de onzichtbare paard met je onzichtbare hond. Dat heb ik geweten. De switch van de basisschool naar de middelbare school viel me zwaar. Ineens moest ik verder denken dan vandaag. Een toekomst voor ogen hebben. Vrienden make, ‘erbij’ horen. Doodeng vond ik het. Wat als ik geen vrienden maakte? Die maakte ik wel. Gelukkig. Ik vond mensen die op mij leken, maar het oordeel over ons was al snel gemaakt. Weirdo’s, alto’s, buitenbeentjes.

Ik kon helemaal verdwalen in mijn fantasiewerelden. Dat was toch veel leuker en avontuurlijker dan school. Tijdens de les droomde ik weg terwijl ik naar de langszwevende wolken tuurde. Elke vogel op het schoolplein was een karakter die een naam kreeg en waar ik hele verhalen omheen verzon. Ik wilde op zolder slapen en naar de sterren kijken. In een kladblok schreef ik bewijs op dat de buurvrouw misschien wel een elf zou kunnen zijn. Ik geloofde dat er iets groters was dat ons allen bewoog en stiekem had ik nog steeds een onzichtbare hond. Ik keek animé series en luisterde naar de muziek uit fantasy films. In mijn speurtochten op het internet vond ik alternatieve kledingwinkels die spullen verkochten die ook dit thema hadden. Mega interessant vond ik het en na lang zeuren mocht ik eindelijk met zwarte lippenstift op naar school.

In die tijd begon ik echt te experimenteren met mijn uiterlijk. Wie ben ik? Wat vind ik leuk? Wat is mijn stijl? Dit was nog best wel een zoektocht. Als ik foto’s terug zie uit die tijd denk ik: “Neeee, haha, die keuzes zou ik nooit meer op die manier maken.” Logisch, het was een onderzoek. Intussen weet ik steeds beter wat ik nou echt tof vind en wat voor mij werkt. Toch vind ik het nog altijd cool wat ik droeg, maar daar waren niet al mijn klasgenootjes het mee eens. Ik hield van rockmuziek en droeg graag óf zwarte óf felle, fluoriserende kleding. Het liefst met streepjes, blokjes of doodshoofdjes. M’n korte rokjes waren met permanente markers ondergekliederd door mijn vrienden en met ons cluppie van 6 zaten we altijd midden op het schoolplein op de grond terwijl er ook gewoon bankjes waren.

We waren een leuk groepje vrienden. Een samenkomst van beugelbekkies, cybergothics en alles daartussenin. Ik voelde me zo thuis bij deze mensen. We konden helemaal ons gekke zelf zijn. Flauwe grapjes en gekke filmpjes maken. We schreven elkaar schriften vol met dramatische verhalen en kladderde ‘xox’ met type-ex op elkaars zwarte All Stars. We voelden ons echt bijzonder. Ik heb het zo naar m’n zin gehad in deze tijd van mijn leven. Toch was dit ook de tijd van mijn leven dat mijn eetstoornis begon. Toch voelde ik me ook heel onzeker. Toch voelde ik ook dat ik er niet helemaal bij hoorde. Dat ik een buitenbeentje was.

Ons vriendengroepje was veilig. Onze klasgenootjes hadden ons intussen geaccepteerd. Niemand bemoeide zich echt met ons. “Ach, hun zijn gewoon zo.” Maar buiten de muren van het schoolplein, als er niemand om me heen was, werd ik uitscholden voor ‘vieze gothic’ en ‘weirdo’. “Je ziet er echt niet uit!” Ik had een grote bek, maar van binnen deed dit best wel zeer. Was ik echt zo raar? Ik vond het juist cool. De muziek die ik luisterde leerde mij om me af te zetten van mensen die me toch niet mochten. Je echte vrienden herken je wel en f*** de rest. Het gaf kracht, maar het maakte me soms ook heel hard naar de wereld om mij heen (nogsteeds superveel liefde voor ‘boze’ rockmuziek, maar dan anders). Mag je verwachten zelf niet beoodeeld te worden als je zelf wel oordeelt? Zou dat niet hand in hand moeten gaan? De angst dat mensen over mij dachten zoals ik over hun dacht was enorm. Als mijn ouders het zouden omschrijven was ik een boze tiener. Hun zonnetje in huis was veranderd in iemand die kwaad en achterdochtig naar de wereld om zich heen keek.

Mijn grote mond was schijn, want als het erop aankwam was ik verlegen en wist ik niet goed wat ik moest zeggen. Mensen begrepen mij toch niet. Ik wist het zeker. Ik ben nooit écht gepest, misschien is dat ook wel mijn grote voordeel. Ik kreeg wel eens een rotopmerking naar m’n hoofd, maar daar bleef het ook wel bij. Ik had gewoon vrienden. Ik voelde me gerespecteerd op school. Ik had het gewoon fijn, denk ik. Het lijkt me vreselijk om gepest te worden. Pesters lijken er vaak niet bij stil te staan hoe pesten een mens compleet kan vernietigen. Hoe woorden kunnen steken en gemene acties je je leven lang blijven achtervolgen.

Toch zat ik niet lekker in m’n vel. Misschien was het omdat ik zoekende was, misschien was het omdat ik de switch naar het ‘volwassen leven’ erg groot vond, misschien was het omdat ik er niet helemaal bij hoorde, misschien was het omdat ik onzeker was, misschien was het vanwege mijn concentratiestoornis en dromerigheid, misschien was het de creativiteit die ik niet wist te uiten, misschien was het omdat ik verlegen was en het gebrek aan vermogen om écht te delen me eenzaam deed voelen, misschien was het wel alles bij elkaar en nog een beetje meer, maar ik ontwikkelde een eetstoornis. Opvallend was dat toen ik net begon met afvallen ik ook mijn kledingstijl drastisch veranderde. Ik ging meer kleur dragen en verfde mijn haren blond. Niks mis mee, maar het was niet ‘mij’. De keuze kwam niet vanuit een iets positiefs. Ik wilde ‘normaler’ zijn. Er meer bij horen. Mooi en goed gevonden worden door iedereen. Ik was bang.

Mijn eetstoornis heeft niet één enkel doel gehad, maar me geaccepteerd voelen door mijn omgeving is er zeker één van geweest. Ik voelde me zo anders en dacht dat als ik dun zou zijn mensen me wel zouden mogen. Niet alleen mijn uiterlijk, maar ook mijn gedrag paste ik aan. Ik wilde dat iedereen me aardig zou vinden. Ik durfde mijn mening haast niet meer te uiten. Ik knikte continu ‘ja’ en ‘amen’. Ik deed dingen die ik niet wilde. Die niet bij mij paste. Langzaam maar zeker merkte ik hoe ik mij steeds minder thuis ging voelen in mijn eigen lichaam. Toen ik weer herstellende was van mijn eetstoornis vond ik het dan ook lastig om te zien wie ik nou werkelijk was. Wie ben ik zonder eetstoornis?

Het was alsof ik mijn zoektocht in mijn puberteit nooit af heb kunnen maken. Alsof ik achter liep met mijn ontwikkeling. Zowel op persoonlijk als sociaal vlak. Dit heb ik mezelf erg kwalijk genomen. Ik wist zeker dat mijn zogenaamde achterstand niet meer in te halen was. Dat ik hierdoor kansen had verspeeld. Dat ik niet meer mee zou kunnen komen met mijn leeftijdsgenootjes. Het loslaten van mijn eetstoornis betekende dat er meer ruimte vrij kwam om mezelf te zijn, maar jezelf zijn, dat is best wel eng! Dat kost zelfvertrouwen, zelfacceptatie en het besef dat je er echt mag zijn gewoon zoals je bent. Wanneer je dat besef echt kan voelen zal je merken dat die eetstoornis geen functie meer heeft.

Je mag er zijn. Je mag er zijn met al de positieve en negatieve gevoelens. Je hoeft niet altijd blij te zijn, maar je mag stralen als je je zo voelt. Je mag er zijn met al je rare gedachtenkronkels en je hoeft je daar niks van aan te trekken als je dat niet wilt. Je verleden mag er zijn zonder dat dat hoeft te bepalen wie je nu bent. Je mag er zijn met je eigen smaak, je eigen stijl en je eigen voorkeuren. Je mag er zijn met al je diagnoses of juist dat wat niet in een hokje te stoppen is. Er zullen altijd mensen zijn die het niet leuk vinden. Er zullen altijd mensen zijn die jaloers zijn. Er zullen altijd mensen zijn die het niet begrijpen, maar als jij erachter staat en jezelf accepteert kan niemand jou iets maken.

Om even terug te gaan naar waarom ik dit begon te schrijven. Is het niet opvallend dat bijna iedereen wel met deze dingen lijkt te worstelen in meer of mindere maten? Goh, wat zou ik graag willen zeggen dat het écht allemaal niet boeit wat anderen denken, maar we zijn allemaal mensen. Jij en ik, we weten allemaal dat het wel uitmaakt of je je geliefd en geaccepteerd voelt door je omgeving, maar je kan niet iederéén blij maken. Liever weinig vrienden die van je houden zoals je bent dan heel veel vrienden die van je houden om wie je niet bent. Toch worstelen we hier allemaal mee. Van brugpieper tot popster. We kennen deze gedachten allemaal: Hoor ik er wel bij? Ben ik wel leuk? Of vinden ze me stom? Ga het gesprek aan. Leer elkaar kennen en je zal zien dat we eigenlijk helemaal niet zo veel van elkaar verschillen.

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

8 reacties op “Ik ben een buitenbeentje”

  1. Wauw Irene. Dankjewel weer voor deze mooie blog!

  2. mooie slotzin Irene. Mooi mens door te zeggen dat we dat eigenlijk allemaal hebben. Zelfs de koning denk ik.
    Maar dit horen van lotgenoten is voor velen meer en anders waardevol.
    P.S. Blijf je haar kleuren. Ik vind het prachtig zo!

  3. Applaus en herkenning

  4. Irene, je bent gewoon met identieke tweeling mijn döppelganger. Alles wat jij schrijft had ik kunnen schrijven, in bijna elke blog. We hebbeb zelfs dezelfde haarkleur op het moment, hihi.
    Met èèn groot verschil..jij bent hersteld van je eetstoornis en ik niet.
    Jij geeft mij hoop.

  5. Dit had ik kunnen schrijven! Zo herkenbaar, en je bent echt een voorbeeld in hoe je met het leven omgaat, en zo’n mooi persoon! Dankjewel

  6. mooie blog!

  7. Bedankt voor deze goede blog.. Je bent een echte inspiratie!

  8. ik vind het zó mooi geschreven,en zo súper herkenbaar,dat ik helemaal ontroerd wordt! snik! hihi
    en ik heb t nog niet eens helemaal gelezen!
    jij en jullie blogs helpen mij ook heel goed,:) echt super bedankt! 🙂
    ‘als iemand me weer vraagt waarom ik zo raar ben gaan eten,nouja,niet echt meer heel normaal met eten om ga,en waarom ik steeds bij mijn eten nadenk,en heb ik misschien s een goed antwoord 🙂
    liefs muizenmuisje16

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *