Na jaren rommelen met eten kwam ik rond mijn 22ste terecht bij een GGZ instantie gespecialiseerd in eetstoornissen. Ik kreeg een uitgebreide intake waar veel aandacht voor mij en mijn problematiek was. Dat voelde goed, ik voelde me serieus genomen en had het idee dat er hier echt naar mij als persoon gekeken werd. Er werd familie bij betrokken en na twee uitgebreide dagen van onderzoeken kreeg ik op de derde dag te horen wat er met me aan de hand was en wat voor behandeling mij kon worden geboden. Ik was enorm zenuwachtig, maar vertrouwde erop dat er naar mij geluisterd werd.
Ik had tijdens mijn intake duidelijk gemeld dat ik niet opnieuw in groepsbehandeling wilde. Ik had hier voldoende ervaring mee en wilde op dit vlak graag een individuele behandeling. Het hoofd van de afdeling kwam binnenlopen en raadde me na een uitleg van zo’n 20 minuten om de twee weken een afspraak met de diëtist aan. Als ik dit niet voldoende vond, moest ik naar de startgroep gaan. Daar moest ik het mee doen…
Eens in de twee weken een gesprek met de diëtist en anders naar een startgroep? Ik begreep er helemaal niets van. Het leek wel of de mensen die ik had gesproken tijdens mijn intake ineens totaal anders waren dan de mensen die ik nu sprak, terwijl het dezelfde personen waren. Hoewel ik me tijdens de intakeprocedure nog zo serieus genomen voelde, voelde dit advies als een grapje. De dame had me net haarfijn op een flip-over duidelijk gemaakt dat ik Anorexia Nervosa had, het restrictieve type en meer dan gesprekken met een dietïst wilde ze me niet aanbieden. Wat was hier aan de hand?
Ik had zelf al weleens eerder in de buurt een paar gesprekken met een diëtist gehad. Dat had me niet geholpen, want het eten zelf was mijn probleem niet, dat lag veel dieper. Ik wist prima wat wel en niet gezond was en hoeveel eten normaal was. Ik wilde graag gesprekken met een psychotherapeut die ervaring had met eetstoornissen o.a. om over de achterliggende problemen te praten, maar dat ging zomaar niet…
Al snel werd me duidelijk dat er enkel tijdens de intake echt individueel naar me gekeken werd, maar dat ik me hierna aan het stramien van de instantie moest houden. Akkoord, ik zou dan wel mijn best gaan doen in de startgroep, in de hoop hiermee verder te komen. Ik was me in die tijd al goed bewust van mijn eetstoornis en wilde er graag aan werken. Een paar weken laten startte de startgroep. Deze duurde 1,5 uur en vond ééns per week plaats. In de groep zaten in totaal 7 mensen.
Al snel werd me duidelijk dat van die 7 mensen er meer dan de helft nauwelijks wist wat een eetstoornis was en nog weinig motivatie had om eraan te werken. Eén van de dames gaf duidelijk aan hier enkel te zitten omdat ze “gechanteerd was door haar vrienden”. De startgroep was bedoeld als voorbereiding op de échte therapie. Hier leerde je wat een eetstoornis was, wat de voordelen en nadelen waren, je leerde wat de eetstoornis jou wel en niet opleverde en je stelde kleine doelen voor jezelf op het gebied van eten. Ik voelde me er niet op mijn plek.
De dames die de groep begeleidden deden wat belerend. Ik wist al lang wat de voor- en nadelen waren, ik was gemotiveerd om aan mijn eetstoornis te werken en stelde reeds kleine doelen voor mijzelf op. Ik wilde gewoon graag werken aan de problematiek erachter en wilde samen met een therapeut de strijd tegen de eetstoornis aangaan. Dat was in deze startgroep niet mogelijk, deze was inderdaad duidelijk enkel en alleen als voorbereiding op therapie.
Aan het einde van de tweede bijeenkomst maakte ik mijn ongenoegen met de groep duidelijk. “Als ik het er niet mee eens was, moest ik maar naar de manager gaan!” werd direct aan me medegedeeld. De hiërarchie manager –> psycholoog –> sociotherapeut –> —> patiënt binnen deze instantie was me duidelijk. Prima, dat zou ik wel doen dan. Een paar weken later had ik een gesprek met de manager. Het was allemaal vrij ingewikkeld, maar na lang wikken en wegen werd dan uiteindelijk ingestemd met eens in de twee weken een gesprek met een psychotherapeut. Ze kon echter maar 6 gesprekken beloven, hierna zouden ze verder kijken. Hè ja, dat gaf me echt het vertrouwen en het gevoel van veiligheid dat ik nodig had om het gevecht met mijn eetstoornis aan te gaan. Over 6 weken kon ik weer buiten de deur staan en alleen verder moeten strijden…
De druk werd na een paar weken opgevoerd. Ik moest x kilo aankomen, anders zouden de gesprekken sowieso stoppen en zou ik de diagnose Langdurige Eetstoornis krijgen en mijn problematiek maar moeten accepteren en leefbaar maken. Ik begreep er niets van, ik had nog nooit eerder therapie gehad voor mijn eetstoornis. Na een aantal weken besloot ik voor mezelf dat deze methode me niet de veiligheid bood waar ik naar op zoek was. Ik kwam wat kilo’s aan, maar vertrok erna alsnog op eigen initiatief.
Bij een andere instantie, niet gespecialiseerd in eetstoornissen, zette ik de therapie voort middels één op één gesprekken met een psychotherapeut. Er werd hier niet gepraat over een x aantal gesprekken of over het moeten aankomen binnen een bepaalde termijn. Binnen afgesproken grenzen, waarover we het beiden eens waren, was alles vrij. Dat voelde goed, het gaf me de tijd, ruimte en bovenal het vertrouwen om te werken aan mijn eetstoornis en nog belangrijker, aan de problemen achter mijn eetstoornis.
Een startgroep heeft míj niet geholpen, maar ik ken daarentegen wel een flink aantal jonge vrouwen die deze groep juist wel als heel steunend hebben ervaren. Niet iedere startgroep is hetzelfde en zeker als je nog nooit eerder in een groep therapie hebt gehad, kan een startgroep een rustige voorbereiding hierop zijn. Ook als je je nog niet heel bewust bent van je eigen eetstoornis, kan een startgroep helpen bij het proces van bewustwording.
Tegelijkertijd is het belangrijk dat er per persoon wordt gekeken naar de fase waarin iemand zich bevindt. Het zoals hierboven iedereen maar in een startgroep zetten, is niet altijd helpend.
Bron: Fotografie
Ik hoor graag wat jouw ervaring met een startgroep is
Geef een reactie