Jaloezie in de eetstoornis kliniek

Aan tafel was de spanning te snijden. Iedereen aan tafel voerde zijn eigen oorlog met het eten op het bord en hun gedachten. Maar niet alleen die strijd werd gevoerd, ook onderling werd er veel vergeleken en soms zelfs bewust of onbewust wedstrijdjes gedaan. Wie het minste wist op te scheppen of wie het langzaamste at bijvoorbeeld. Ik vond het eten met andere mensen met een eetstoornis eerder een trigger dan een steun in de rug. Er was zoveel jaloezie en concurrentiestrijd aan tafel.

Juist in een behandelgroep vind je tegelijker tijd ook veel herkenning en begrip. Ik vond het fijn om mensen te ontmoeten die met hetzelfde worstelde. Ik schaamde me voor mijn gedachtes die ik had door mijn eetstoornis, maar in de groepsbehandeling kon ik die schaamte opzij zetten. Hier begrepen ze wat er echt in mij omging. Hier voelde ik me gesteund in mijn strijd om mijn eetstoornis te overwonnen. Toch hing er op andere momenten ook een grimmige sfeer in de groep. Als het er op aan kwam, was het ieder voor zich. Of in ieder geval; ieder voor zijn eigen eetstoornis.

Er werden stiekeme spelletjes gespeeld die niet alleen het herstel van de meiden zelf, maar ook andere groepsgenootjes in gevaar brachten. De drang om toch minder caloriëen binnen te krijgen was zo hoog door de angst die we hadden vanuit onze eetstoornis. Zo hoog dat er op sommige momenten even geen ruimte meer was voor gezond verstand en gedachtes die we hadden aangeleerd door de behandeling. Winnen, dat was het belangrijkste. Ergens de beste in zijn. Bevestiging.

In sommige klinieken worden er nog veel heftigere gevechten uitgevochten aan tafel, dan bij mij in de groep gebeurde. Soms onopgemerkt, soms zichtbaar. Soms zelfs zo erg dat groepsgenootjes elkaar de behandeling erg moeilijk maken. Ze dagen elkaar uit, maken overal een wedstrijd van of verzinnen samen complotten en leugentjes om in plaats van aan te komen af te vallen of in plaats van beter te leren eten, toch zo min mogelijk binnen te krijgen. Soms lopen de stiekeme praktijken uit op het stopzetten van behandelingen, ernstige gezondheidsproblemen en vooral uitstel van herstel. Is dat wat je wilt?

Vreselijk vind ik het, als ik hier aan denk. Ik vond de jaloezie bij mij in de behandelgroepen ook altijd erg ongemakkelijk. Ik was daar voor mezelf, maar ineens was ik heel veel bezig met wat anderen over me dachten, van me vonden, beter konden of waarin zij mij inhaalde. Ik voelde me altijd minder waard. Zo ook met het volgen van een aankom lijst. Ik vond het niet eerlijk dat een ander groepsgenootje hier sneller mee mocht stoppen dan ik. Of dat ik op de bank moest zitten na het eten, terwijl anderen mochten wandelen in de pauze tussen de therapieën door. Ik vergeleek mezelf enorm met anderen. Qua gewicht, qua hoeveelheid eten en producten, maar ook wat betreft aandacht van mijn therapeut of ernst van achterliggende problematiek.

eten

Ik dacht al snel dat ik me aanstelde. Dat ik een nep-eetstoornis had of veel minder hulp nodig had dan andere groepsgenootjes. Ik had een groot minderwaardigheidscomplex. Wanneer ik niet genoeg aandacht kreeg of wanneer ik niet het minste had gegeten, voelde ik me mislukt. Aan de ene kant deed ik mijn best, om aandacht te krijgen voor wat ik allemaal heel goed deed in therapie. Ik was sociaal heel wenselijk. Aan de andere kant wilde ik tonen hoe erg het was, omdat ik de hulp echt hard nodig had en enorm ongelukkig was van binnen.

Jaloezie en vergelijken waren onbewust hele grote thema’s in mijn leven in die tijd. En natuurlijk heb ik er, zeker in onzekere tijden in mijn leven, nog wel eens last van. Toch kan ik daar nu gezond mee omgaan en merk ik het op bij mezelf. In de behandelingen die ik heb gevolgd voor mijn eetstoornis was dat een heel ander verhaal. Ik raakte verwikkeld in allerlei triggers en concurrentiestrijd, waardoor ik soms mijn doel uit ogen verloor. Ik wilde wel beter worden, maar werd soms heel erg afgeleid doordat ik mezelf zo vergeleek met anderen.

Soms gaf het gevoel dat ik meer had gegeten mij een dik gevoel. Ik voelde me dan slecht en kon alleen maar denken aan compenseren. Ik had gezien dat een ander was afgevallen en ging meteen los in mijn hoofd. Ik bedacht maniertjes om minder te eten of fantaseerde over wat er zou gebeuren als ik terug zou vallen en dus zou toegeven aan de triggers. Soms liet ik me meesleuren, soms kon ik me er voor afsluiten en zette ik door en andere keren heb ik het uitgesproken in therapie. Dat laatste leerde ik pas in de loop van de behandeling, maar is enorm belangrijk geweest. Ook voor andere dingen in het leven na mijn behandeling. Had ik dat maar eerder gedaan…

Waarom ik mij zo liet meeslepen in die wedstrijdjes en waarom ik mezelf zo vergeleek, begreep ik in die tijd niet. Ik vond het al snel zwak van mezelf. Als ik er nu aan terugdenk en na wat zelfkennis te hebben opgedaan, denk ik dat dit voorkwam uit een kwetsbaarheid hiervoor. Die kwetsbaarheid bestond uit onzekerheid, ontevredenheid over mijn leven en een heel negatief zelfbeeld. Daar kon ik niet direct iets aan doen in die tijd, maar door er toch langzaam aan te werken, leerde ik steeds meer stil te staan bij wat IK wilde en wat IK voelde. 

Triggers, zoals de concurrentiestrijd in de kliniek of in jouw deeltijd behandelgroep, zijn heel moeilijk te weerstaan. Het is een eventuele bijwerking van groepstherapie. Geen fijne. Het is dan ook belangrijk om deze bijwerking te bespreken en niet als geheim of onopgemerkt gevoel te laten stoken in de groep en jouw herstelproces. Het is zonde als deze bijwerking een te grote rol gaat spelen. Dan is het niet meer iets waarvan je kunt leren, sterker van wordt of wat je als uitdaging kunt zien, maar iets dat jouw proces in gevaar brengt. Hoe moeilijk het ook is, probeer het probleem niet boven of onder tafel te laten zweven, maar leg het op tafel neer om er over te praten.

Verder zou ik je graag willen aanmoedigen om je op jezelf te richten, ook in groepsbehandeling. Hoe onzeker je ook bent en hoe graag je ook weer even mee zou willen gaan in die veilige, vertrouwde eetstoornis; dit is niet wat je wilt! Je bent hier gekomen om te werken aan je herstel, houd dat voor ogen en hou vol!

Herken jij die concurrentiestrijd?

Fotografie: Matteo Paciotti & Joe St. Pierre

Redactie

Geschreven door Redactie

Reacties

15 reacties op “Jaloezie in de eetstoornis kliniek”

  1. Nou.. echt! Ik zat niet in een groep met enkel ES groepsgenoten. Maar er waren er toch best een heel aantal.. en dan maandagmorgen.. na het ontbijt moest er gewogen worden, en dan voelde je echt zó die strijd ‘wie ontbijt het minste’ ik blijf het ook bizar vinden dat je na het ontbijt werd gewogen. Een groepsgenoot die dreigde een time out te krijgen ivm haar BMI die gebruikte dus juist het ontbijt om die te voorkomen.. drinken drinken drinken..

  2. Precies de reden waarom mijn therapeute me toendertijd niet naar een es-kliniek wilde hebben. Ze verwachtte dat ik er nog slechter uit zou komen. Flink intensieve ambulante behandeling was voor mij achteraf gezien een hele goede keuze.

  3. Verschrikkelijk! En heel herkenbaar. De meest gekke dingen doen, alleen maar om zieker te zijn dan de ander.

  4. Bij mij in de kliniek was er wel concurrentiestrijd maar ook wel steun alleen was er een niet echt. Want na de kliniek heeft diegene me uit het niets uitgemaakt voor vet klep toen ik vroeg of alles goed ging. En ik heb een laaggemideld gezond BMI dus ik begrijp het niet.

  5. Ik vond het heel fijn in de kliniek. Socio’s zaten er soms aan tafel bij, vooral bij degenen die een gewicht moesten halen of die het moeilijk hadden. Ik heb echt veel steun ervaren. Ook van groepsgenootjes. We hielpen elkaar.
    Jammer dat dat niet overal zo is.

  6. Die concurrentie strijd is precies waarom voor mij een groepstherapie en onnodig lange kliniek opnames niet (voldoende) effect hadden. Nu ik een op een begeleid word gaat dit veel beter, al blijft het mezelf vergelijken van mezelf met anderen, zowel qua uiterlijk/ lichaam als (hoeveelheid) eten en sporten, natuurlijk een valkuil. Maar er is in iedergeval veer minder vaak de nagatieve trigger van het beter willen zijn of erger willen zijn dan de ander.
    Fijne blog! Thnx

  7. Jammer dat het zo gaat gelukkig heb ik in mijn tijd in de kliniek alleen veel steun ervaren en was er totaal geen concurentie onderling.. t kan dus ook anders!

  8. Haha, dit zet me ook wel weer lekker aan het twijfelen, hier op mijn laatste nachtje thuis voor ik de kliniek inga 😛

    Nee joh, goede blog. Ik heb dit al eerder meegemaakt in een eerdere opname. Eetstoornissen bij elkaar gooien kan enorm slecht uitpakken, maar ook goed. Het hangt er echt van af waar iemand is in zijn herstel of ziekte.

  9. Herkenbaar, maar misschien ook goed dat het er is en besproken kan worden… want ook in de gewone wereld kom je het soms tegen… en dan is het maar goed als je die gevoelens en gedachten herkent en erkend en ook kan plaatsen…

  10. Mijn tijd groepstherapie heeft me alleen meer naar beneden gehaald, nooit weer

  11. Dit is echt een van de redenen waarom ik dus nooit naar een kliniek toe zal gaan. Ik weet dat ik helaas hier aan mee zal gaan doen en er veel slechter uit zal gaan komen, en nog erger, andere mensen met mijn gedrag ongezonder kan maken.

  12. herkenbaar, daarom vond mijn therapeut het niet gezond voor mij.
    Ambulant was beter voor me

  13. Das een van de redenen waarom ik dagbehandeling heb geweigerd. Heb al eens dagbehandeling gehad in een groep met gezinnen erbij en daar speelde dit ook.

  14. Erg herkenbaar.
    Ook ik voel me al snel getriggerd in dit soort situaties.
    Ik was ooit in een groepstherapie. Het was een gemengde groep – van anorexia tot obesitas.
    Te spanning was enorm. De “lichte” deelnemers werden enorm getriggerd door de deelnemers met obesitas. De deelnemers met obesitas waren enorm jaloers op de andere groep.
    Voor mij was dit niet te doen.

  15. Ik heb 1 opname voor mn es gehad en heb t gelukkig niet zo ervaren. Er was natuurlijk wel jaloezie en vergelijken, maar niet echt een strijd. We hielpen elkaar ook echt en spraken elkaar aan op dingen die niet goed gingen. Het kan ook zijn dat die strijd er wel een beetje was en ik het niet merkte:P
    In opnames voor andere problematiek had ik wel dat als er meer mensen met een es waren we elkaar triggerden, omdat we nog helemaal niet wisten hoe we met de es om moesten gaan, dus ik denk dat behandelaars en socio’s daar dan ook op moeten letten!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *