Op een gegeven moment leek mijn gekke gedoe gewoon normaal. Ik at bepaalde dingen niet, ging niet meer mee naar bepaalde activiteiten.. dat was gewoon vanzelfsprekend. Maar toen ik naar een therapeut werd gestuurd, werd mijn ouders aangeraden gewoon te benoemen dat wat ik deed niet ‘normaal was’ dat dit eigenlijk best wel ‘gek’ was. Zo bleef de confrontatie aanwezig en kon ik mij bewust worden. En merkte ik eigenlijk dat ik veel beperkter was dan dat ik dacht. Ik merkte wel dat ik veel minder deed met mijn vriendinnen, maar dat waren ze toch gewend. Op eerste gezicht had ik daar dan ook niet echt last van, dacht ik. Alles kon goed gesproken worden waardoor niets gek leek en waardoor ik de eerste keer dus ook niet uit eigen beweging voor herstel koos.
Soms wou ik dat ik gewoon gewacht had met therapie tot ik echt zelf wou, dat ik niet door mijn ouders de beweging had gemaakt om voor therapie te kiezen. Maar nu, achteraf, weet ik dat het goed voor mij is geweest. Ik zat zo in het gek doen, dat ik dacht dat dit normaal was. Ik zag mijn beperkingen niet. Ik zag niet hoe gek ik deed. Ik deed gewoon anders. Dat deed ik altijd al, ik voelde mij altijd al anders dus waarom zou ik dan niet anders doen. Daar leek niks geks aan.
Simpelweg durfde ik niet naar mijn gekkigheden te kijken, omdat ik ergens wel wist dat het een beetje gek was. Ik durfde niet, ik wou het niet zien.. uitstellen was mijn veilige weg. Ik wou het niet zien, misschien morgen wel. Maar ik beloof niets want wie weet moet het dan ook echt. Toen mijn gekke gedrag werd benoemd werd ik er eigenlijk heel erg verdrietig van, ik had nog meer gekkigheden dan ik had verwacht, best triest eigenlijk vond ik. En daar hadden andere mensen dan ook nog eens last van gehad, hier kwam dan ook nog eens een bom van schuldgevoel bij kijken.
Toen ik bij een eetstoorniskliniek zat werd het benoemen van het gek doen alleen maar meer. Alles wat ik deed uit eetgestoorde beweging werd hardop benoemd. Ik kon er niet meer onderuit. Het maakte mij verdrietig, het maakte mij bang en het maakte mij gek. Ik vond mezelf gek. Ik deed meer gekkigheden dan ik ooit had verwacht en dit werd er dan ook even dik opgelegd.
Wat ik niet door had was dat ik niet gek was, maar dat ik gek deed. Toen mijn maanden in de kliniek erop zaten werd ik ernstig depressief en vond ik mezelf letterlijk gestoord. Ik deed gek, ik was gek en ik zou voor altijd gek blijven. Waarom kon ik niet gewoon normaal doen, gewoon zijn zoals iedereen, gewoon het leven aangaan en niet zo raar doen?
Met therapie en heel veel steun heb ik al mijn gekkigheden aangepakt. Nog steeds strijd ik als een malle om mijn ES en de daarbij behorende gekke gedragingen uit mijn gewoontes te verbannen. Het is zwaar maar het maakt mij ook beetje bij beetje sterker. Vooral sterker in mijn zijn. Misschien ben ik gek, maar op een positieve manier. Ik hou van grapjes maken en ik hou van lachen (vooral om mijn eigen grappen). Positief gek is niet gek, dat is grappig. Dat maakt het leven net iets positiever en draagbaar op lastige momenten.
Ik hoop dat je jezelf ook op een positieve manier een beetje gek mag vinden, daar is niets mis mee! Imperfectie is perfectie en iedereen heeft zijn gekkigheden.
Wil jij ook een gastblog, dankwoord of jouw verhaal laten publiceren op Proud2Bme? Mail dan je verhaal in een Word bestand met twee foto’s in een aparte bijlage naar redactie@proud2Bme.nl
Geef een reactie