Als ik me rot voel heb ik er nog wel eens behoefte aan. Ik trek me dan terug op mijn slaapkamer, heb geen zin om uit bed te komen of naar mijn werk te gaan. Nu kan ik ermee omgaan, komt het nog maar heel erg weinig voor, maar toen ik nog een eetstoornis had was dit een dagelijkse strijd. Ik isoleerde mezelf het liefst van alles en iedereen.
Het was niet zo dat ik mensen niet aardig vond, mijn opleiding niet leuk vond of het buiten rotweer was. Nee, ik was somber en enorm onder invloed van mijn eetstoornis. Ik wilde geen eetmomenten meemaken, geen discussie in mijn hoofd of met anderen. Ik wilde geen masker opzetten of juist over mijn gevoel hoeven praten. Ik wilde gewoon even helemaal niks.
‘’De gordijnen en deuren dicht. Af en toe iets eten en drinken, of juist even helemaal niet. Mijn hoofd onder de dekens en niets moeten. Gewoon even helemaal niet bestaan en met niemand wat te maken hebben. Laat me nou gewoon even een paar dagen met rust. Daarna komt het wel weer, maar nu even niet.”
Dit soort dingen vond ik regelmatig terug in mijn dagboeken. Ten eerste omdat ik de eeuwige strijd met eten soms ongelofelijk zat was. Wel, niet, hoeveel, hoe weinig, wanneer, met wie en wat? Al die vragen aan mezelf, maar ook al die vragen van anderen. Heb je wel gegeten? Wat eet jij? Zullen we lunchen? Wil je uit eten vanavond? Ik was al die vragen en de tweestrijd in mijn hoofd soms zo ontzettend zat.
Ten tweede isoleerde ik mezelf ook omdat ik dood ongelukkig was. Ik had geen zin in dingen, voelde me energieloos en somber. Ik wilde even niet hoeven vechten, even geen strijd in mijn hoofd. Ook hoefde ik, als ik alleen was, mijn loodzware masker niet de hele dag op te zetten. Ik kon gewoon even zijn wie ik op dat moment was.
Alles dat te maken had met eten, afspraken of sociale dingen kapte ik af. Ik ”kon niet”, was ”te moe”, ”had al wat anders” of ”moest werken”. Op een gegeven moment durfde ik niet eens meer sociale afspraken aan te gaan. Want stel je voor dat ik me dan rot zou gaan voelen, me eigenlijk liever terug zou willen trekken, maar een afspraak heb? Dan maar niet.
Hierdoor stonden vriendschappen op een laag pitje of verwaterden ze. Ik durfde niet meer, simpelweg omdat ik me zo onveilig en gespannen voelde tijdens afspraken of dingen buiten de deur. Het voelde veel beter om me terug te trekken. Alleen met mijn problemen en niemand die er iets van zegt.
Door isoleren en terugtrekken los je geen problemen op. Het wordt misschien rustiger in je hoofd en je gaat confrontatie uit de weg. Maar ondertussen worden je problemen enkel veel erger. Je gaat je daarbij ook nog eens eenzaam voelen of ontwikkelt angst om weer naar buiten toe te gaan. Terugtrekken voelt soms veilig en is soms ook juist heel goed. Maar isoleren gaat wat verder en helpt juist niet om uit de problemen te komen.
♥ Praat er over
Ja, lekker saai. En ik ga deze tips voor deze keer ook niet uitleggen. Jullie weten denk ik wel wat je moet doen. Praten dus. 😉
♥ Zoek een maatje
Als je zelf de drempel te hoogt vindt om de deur uit te gaan, kan het handig zijn af te spreken dat iemand je op komt halen. Drink samen wat en ga daarna een wandeling maken, naar de stad, ergens wat drinken, gezellig naar het bos of een winkel om de hoek. Door af te spreken dat je elke week minstens één of twee keer iets gaat doen, kom je gemakkelijker de deur uit en langzaam aan wen je er ook aan.
♥ Met mate
Als je het als prettig ervaart om je terug te trekken, hoef je hier niet meteen helemaal mee te stoppen. Bouw het langzaam op en doe steeds meer dingen buiten de deur. Zorg er ook voor dat je je nog gewoon een paar keer per week een avondje terug kunt trekken op je kamer om tot rust te komen of even alles te overdenken.
♥ Het is dag
Als je je terugtrekt, probeer dan niet in bed te gaan liggen. Onder een deken in een donkere kamer voel je je misschien wel veel fijner, maar het helpt je niet. Spreek met jezelf (of vraag hulp) af dat je alleen pas na 22:00u ‘savonds en tot uiterlijk 09:00u ‘smorgens in bed mag liggen. Doe ook de gordijnen open en het licht aan.
♥ Kijk om je heen
Kijk tv, bezoek social media of lees de krant. Natuurlijk niet uren lang, maar kijk wel eventjes wat er in de rest van de wereld aan de hand is. Je kunt ook radio luisteren als je dat prettiger vindt. Doe in ieder geval iets waardoor je niet alleen maar in je eigen wereldje zit weg te kwijnen.
♥ Eet
Zelfs al wil je liever alleen met je eetstoornis zijn, probeer toch te eten en structuur aan te brengen in je dag. Zorg voor drie hoofdmaaltijden en drie tussendoortjes. Drink en eet voldoende, ook als je je rot voelt heb je dat nodig om je weer beter te gaan voelen op ten duur.
♥ 1 keer per dag
Ga minimaal 1 keer per dag naar buiten. Het maakt niet uit wat je gaat doen, als je je maar even aankleedt, wast, eet en de deur uit gaat. Even een frisse neus, even wat beweging, even iets anders dan je eigen slaapkamer of huis. Het is heel belangrijk om iedere dag in ieder geval één ding te doen buiten de deur. Je kunt denken aan boodschappen doen, een wandeling maken, de hond uitlaten, een stukje fietsen, bij iemand op bezoek of naar je werk fietsen.
♥ No Facebook
Ga geen uren surfen op Facebook en jezelf met iedereen vergelijken. Je gaat je daar alleen maar ellendiger door voelen en het beeld dat je er krijgt te zien is onrealistisch. Iedereen zet namelijk vaak enkel zijn mooiste foto’s op Facebook.
♥ Contact
Waarschijnlijk heb je er absoluut geen zin in op dit soort dagen, maar toch is het belangrijk om contact te zoeken. Mail, sms, watsapp of bel een van je vriendinnen op en vraag eens hoe het is. Kom je meteen in de gelegenheid om te vertellen dat je een Off-Day hebt.
Onthoud dat je je echt beter gaat voelen als je een stapje buiten die sombere comfortzone zet. Het voelt misschien niet goed, maar als je eenmaal iets buiten de deur gaat doen en je niet de hele tijd terug blijft trekken, voel je je achteraf juist veel beter.
Geef een reactie