Tijdens mijn eetstoornis walgde ik regelmatig van mijn lichaam. Als ik nu kijk naar mijn lichaam is dat behoorlijk veranderd. Ik had niet gedacht dat ik op deze manier naar mijn lichaam zou kunnen kijken. Ik was er van overtuigd dat mijn lichaam niet klopte, te dik was en het er ontzettend lelijk uit zag. En zeker toen ik na ondergewicht een flink aantal kilo’s was bijgekomen, vond ik het moeilijk dit lichaam te accepteren. Ik zou het nooit kunnen accepteren, dacht ik…
Dat wennen aan mijn nieuwe lichaam heeft me enorm veel tijd en tranen gekost. Ik wilde het niet, maar uiteindelijk heb ik mijn lijf toch kunnen accepteren. Dat is echter helemaal niet vanzelf gegaan. Ik heb er heel wat dingen voor moeten doen en er is behoorlijk wat tijd overheen gegaan.
Dat ik anders naar mijn lichaam heb leren kijken is niet iets wat mij overkwam. Ik heb mezelf echt toestemming moeten geven om het te gaan accepteren. Tot die tijd verzette ik me tegen alles wat ervoor bedoeld was om mezelf weer mooi te vinden. Als ik mezelf weer goed zou voelen, zou dat namelijk ook een hoop veiligheid en controle kosten. Het hoorde bij die eetstoornis en die durfde ik niet zomaar los te laten.
Ik wilde nog walgen van mijn dikke benen en buik. Ik wilde af en toe nog kwaad zijn op eten of een excuus hebben om mij achter te verschuilen. Ergens wilde ik die controle houden en in die veilige ‘zieke’ anorexia wereld blijven schuilen. Maar toch ben ik er inmiddels uit gestapt. Ik wilde mijn lijf diep van binnen helemaal niet slopen, maar juist leren goed te verzorgen en er blij mee te zijn.
Dat is me gelukt. En ik kan je vertellen, het ging absoluut niet vanzelf. Ik zeg niet dat mijn lichaam het mooiste lichaam is dat er bestaat. Het zou allemaal best nog wat meer gespierd kunnen, strakker kunnen zijn, meer in verhouding of wat meer egaal bruin. Ik ben geen fotomodel, maar dat wil ik eigenlijk ook helemaal niet zijn.
Ik hoef niet strak afgetraind en vetloos door het leven te gaan. En dat vind ik heerlijk. Ik heb niet meer het verlangen om maat 34 aan te passen en mijn ribben te zien. Ik hoef geen tighgap en ik wil al helemaal niet putjes-loos door het leven gaan. Ach ja, het zou fijn zijn als ik wat minder putjes had of geen, maar het is niet zo. En daar kan ik echt prima mee leven. Ik vind het zelfs mooi.
Ik heb geen grote borsten, ik heb geen egale huid en mijn oren zijn veel te klein voor mijn hoofd. Als ik mijn wenkbrauwen niet epileer heb ik een monobrauw en zonder nachtbeugel scheve tanden. Ik heb een knobbeltje op mijn middelvinger, een diep putje in mijn been van de waterpokken en een grote, opvallende straie streep op mijn bovenbeen.
Mijn benen zijn iets tè recht, de dokter noemde het O-benen. Ik heb kleine love-handles en in mijn voorhoofd worden de eerste rimpeltjes zichtbaar. Ik heb een snor als ik mijn bovenlip niet hars, mijn buik drilt als ik de trap af loop, mijn billen hebben straie strepen en wat putjes, vooral als ik zit of ze aanspan. Mijn knieën zijn een beetje hobbelig en worden in de zomer vaak zo heel vies bruin. Ook zie ik al stiekem wat grijze haren komen kijken, maar weetje…
Ik vind het allemaal helemaal mooi en goed zoals het is. Ik kan me er echt niet meer druk om maken dat ik, als ik ga zitten op het strand, een beetje een vetrolletje heb. Het kan me ook geen ene bal schelen dat als ik met blote benen op een strandstoel zit, ik putjes in mijn bovenbenen krijg. En weet je, al die andere ‘’gebreken” zijn intussen gewoon hartstikke welkom.
Mijn gekke knieën, mijn niet helemaal ideale verhoudingen, mijn kleine borsten, mijn littekens van de waterpokken en zelfs de billen met striae. Het kan me geen reet meer schelen. Ik vind het mooi zoals ik ben. Met en zonder al die lullige gebreken. Voor mij zijn het intussen geen gebreken meer. Het is mijn lichaam en daar horen al die putjes, vetjes, bobbeltjes en vlekjes bij. Het maakt me wie ik ben.
En natuurlijk, sommige dingen pas ik aan naar mijn eigen smaak en laat ik niet hun gang gaan. Zo epileer ik mijn wenkbrauwen, gebruik ik vaak make-up en draag ik een mooie voorgevormde bh. Maar ik moffel mijn lijf niet meer weg in grote truien en honger mezelf niet uit omdat ik vind dat het altijd dunner en strakker kan. Ik vind mezelf niet meer dik, ook al was ik daar eerder wel van overtuigd.
Ik kan er maar beter gelukkig en blij mee zijn, dan altijd in die verschrikkelijke oorlog met mijn lichaam te blijven hangen. Dit is mijn lichaam en het is goed zoals het is. Het is mooi en het hoort bij mij. Ik moet er nog mijn hele leven mee doen en daarom kan ik het maar beter nemen zoals het is en er goed voor zorgen en trots op zijn. Het heeft genoeg te verduren gehad met mijn eetstoornis. En nu is dat klaar.
Ik hoop met mijn ervaring iemand te inspireren. Al is het maar één van jullie. Je lichaam haten is vreselijk, weet ik uit ervaring en ik vind het zo fijn dat ik nu kan accepteren wie ik ben en hoe ik eruit zie. Ik gun iedereen zo’n verandering. En ik weet zeker dat als ik het kan, ook jij veel meer kunt bereiken dan je denkt!
Geef een reactie