Tijdens mijn eetstoornis was ik niet alleen maar gefocust op mijn eigen eten. Nee, ik hield ook nauwlettend het eten van andere mensen in de gaten. Wat aten zij? Was dat gezond of ongezond? Wat hadden ze nog meer gegeten die dag? Ik kon het niet uitstaan als iemand minder at dan ik. Ik probeerde er dan ook altijd voor te zorgen dat de ander meer zou eten dan dat ik deed.
Ik had deze obsessie eigenlijk alleen met vrouwen in mijn leven. Mannenlichamen waren anders en met hen kon ik me niet identificeren. Vrouwen daarentegen natuurlijk wel, omdat ik zelf ook een vrouw ben. Elk vrouwenlichaam is natuurlijk ook weer anders, maar het heeft ook een hoop overeenkomsten. Ik keen dan ook naar de verschillende lichaamsdelen van een vrouw en vergeleek het met mijn lichaam.
Als vrouwen een plattere buik en dunnere benen hadden dan ik, dan waren ze voor mij interessant genoeg om constant op hun eten te letten. Dit was voor mij al helemaal een ding als het zomervakantie was en ik meisjes met korte kleding of in bikini zag. Op het moment dat zij dan een ijsje namen, was ik tevreden.
Mijn moeder was vooral degene waarmee ik mezelf het meest vergeleek. Ik weet niet precies waarom, omdat mijn moeder natuurlijk ouder is en daarom ook een ander lichaam heeft dan ik. Toch was zij echt mijn voorbeeld wat betreft eten. Bij alles wat ze at, hield ik haar scherp in de gaten. Dit heeft vaak nogal wat stress en paniek bij mij opgeleverd.
Als we het avondeten aan het opscheppen waren, dan kon ik bijvoorbeeld in paniek raken als ik eerder moest dan mijn moeder. Op die manier kon ik niet mijn bord vergelijken met haar bord en dat leverde stress op. Wat als zij minder op zou scheppen dan ik? Ik kon dan natuurlijk alsnog wel wat eten laten staan, maar ik zou dan sowieso opmerkingen krijgen en dat wilde ik ook weer niet. Ik heb ook echt weleens de opmerking tegen mijn moeder gemaakt dat ik vond dat ze te weinig at. Mijn moeder vond dit altijd heel irritant, omdat ze volgens haar niet te weinig at. Ze ging dan ook altijd opnoemen wat ze de rest van de dag had gegeten om te laten zien dat het niet weinig was. Daar luisterde ik dat niet naar. Ik was alleen gefocust op wat ze op dat moment at.
Hetzelfde verhaal gebeurde eigenlijk ook als we een keer uit eten gingen. Zodra we de menukaart hadden bekeken, was mijn vraag standaard wat mijn moeder zou gaan bestellen. Het gaf mij rust om te weten wat zij zou gaan eten. De paniek sloeg echter toe als ik had bedacht om een voorgerechtje te nemen en mijn moeder vervolgens vertelde dat ze alleen een hoofdgerecht nam. Volgens mijn eetstoornis kon dat dan echt niet. Ik besloot dan ook altijd direct om het voorgerecht ook maar te schrappen en alleen te gaan voor een hoofdgerecht.
Mijn obsessie met het eten van andere mensen ging zelfs zo ver, dat ik ook in films, tv-programma’s, series en boeken aan het opletten was wat de hoofdpersonen daarin allemaal aten. Ik kon intens gelukkig worden als ik zag dat een slanke actrice een normale cola en een hamburger bestelde in een film. Voor mij liet dat aan de ene kant zien dat je ook gewoon slank kan zijn als je zulke dingen eet. Aan de andere kant was ik ook ontzettend jaloers op die hoofdpersoon. Waarom kon zij dat wel eten en ik niet? Ik wist heus wel dat het echt super onlogisch was dat ik me daarmee vergeleek, omdat het natuurlijk maar films en series waren en daarom niet echt, maar toch deed ik het. Alles draaide om eten.
De obsessie van het eten met andere mensen heeft natuurlijk te maken met de eetstoornis. Aan het begin van de eetstoornis hield ik het eten van anderen in de gaten, omdat dat voor mij dan de bevestiging was dat ik ‘goed’ bezig was. Zij worden allemaal dikker door al dat eten. Ik niet, ik val juist af door minder te eten. Ik ben sterker dan dat zij zijn.
Later sloeg de bevestiging dat ik goed bezig was door minder te eten om naar extreme jaloezie. Ik was jaloers op de mensen die wel gewoon konden eten wat ze wilden. Zij dachten niet na over de calorieën en aten gewoon waar ze zin in hadden. Ik kon dat allang niet meer, maar wilde niets liever dan ook weer zorgeloos kunnen genieten van eten.
Toch bleef er diep vanbinnen de angst dat ik te veel zou eten en dat ik daarvan aan zou komen. Door te controleren wat andere mensen aten, wist ik in ieder geval dat ik niet te veel zou eten. Dat gaf mij op dat moment rust. Later heb ik echter geleerd wat normaal eten was. Door daar meer inzicht in te hebben, had ik het eten controleren van andere mensen ook veel minder ‘nodig’.
Ik heb het idee dat dit een bekend fenomeen is bij eetstoornissen. Ik denk ook niet dat het is dat we allemaal willen dat de ander per se dik wordt door meer te eten dan dat wij doen. Het is voor onze eetstoornis alleen de bevestiging dat we ‘goed bezig’ zijn en niet ‘dikker’ zullen worden dan de ander. Tegelijkertijd geeft het ons houvast, omdat we zo bang zijn ‘de controle te verliezen’ over het eten en daarom vergelijken we zo met de ander. Tot slot heeft dit ook gewoon met de obsessie met eten te maken. Als je een eetstoornis hebt, dan let je op al het eten om je heen.
Het is moeilijk om te zeggen hoe ik hier verder precies vanaf ben gekomen. Zoals ik al zei, heeft het me geholpen dat ik meer inzicht kreeg in wat normaal eten was. Ik had toen niet meer het eten van andere mensen nodig als voorbeeld. Ook leerde ik mezelf beter accepteren. De focus lag niet meer op afvallen, maar op gezond en gelukkig worden. Ik denk dat het hier dan ook minder door is geworden.
Herken jij dit en hoe ga jij hiermee om?
Geef een reactie