Als je kampt met een obsessieve compulsieve stoornis, ook wel bekend als OCD, dan heb je vaak te maken met heftige dwang. Dit kan gaan om bepaalde dwanggedachten maar ook dwanghandelingen en bepaalde rituelen die je van jezelf moet uitvoeren. Dit sluipt er als het ware in. Kleine rituelen kunnen rust geven of het idee geven dat je controle hebt over situaties. Dat is in ieder geval wat je op dat moment denkt, terwijl je in feite natuurlijk helemaal geen controle hebt.
Je gedachten gaan immers met je aan de haal: het lijkt alsof deze kleine rituelen je kunnen helpen om rust te krijgen in je hoofd of om spanning te verminderen, maar uiteindelijk krijg je er hierdoor alleen maar meer problemen bij en raak je verstrikt in een web van dwanggedachten en dwanghandelingen. Mensen die kampen met OCD kunnen zichzelf in feite iedere keer allerlei leugens vertellen waarvan ik er in deze blog een aantal zal beschrijven.
1. Ik moet bepaalde dwangen uitvoeren om te zorgen dat ik of anderen veilig blijven
Hoewel de meeste mensen met OCD weten dat hun angsten niet reëel zijn kunnen de angsten toch heel echt voelen. Op deze momenten is het goed om je realiseren dat toegeven aan een bepaalde dwang enkel tijdelijk wat rust en een gevoel van veiligheid zal bieden. Op de lange termijn geeft het geen enkele garantie. Het uitstellen en verdragen van angst geeft uiteindelijk meer veiligheid omdat je dan ook echt controle hebt over de situatie.
2. Mijn gedachten maken mij een gevaar voor mezelf en/of voor anderen
We kunnen helaas niet altijd kiezen wat voor gedachten we hebben, maar we kunnen wel kiezen wat we doen. Veel mensen realiseren zich niet dat iedereen gekke gedachten heeft. Veel van die gedachten worden ook wel intrusies genoemd. De meeste mensen schudden die gedachten gemakkelijk van zich af, maar als je kampt met OCD dan gaat dat niet zo makkelijk. Je kunt dan bang worden van je eigen gedachten en het gevoel hebben dat je misschien wel een gevaar bent voor jezelf of voor anderen. Hierdoor worden die gedachten een obsessie en ga je je er zo mee bezig houden dat het dwangmatig wordt. Dit terwijl het enkel gedachten zijn.
3. Ik kan mensen niet vertellen over mijn gedachten
Het is begrijpelijk dat als je het idee hebt dat je zulke nare gedachten hebt, je die ook maar liever voor jezelf houdt. Probeer je echter te realiseren dat we allemaal dus weleens van dit soort dingen hebben. Juist door ze geheim te houden alsof ze er niet mogen zijn, worden ze alleen maar groter en sterker. Door ze af en toe eens uit te spreken en te horen dat anderen ze ook hebben, kun je ze veel gemakkelijker loslaten.
4. Ik zal me voor altijd angstig voelen
Op de momenten dat je je best doet niet toe te geven aan bepaalde dwangen, kun je je heel angstig en paniekerig voelen. Het kan dan zijn dat je het idee hebt dat dit gevoel nooit meer weg zal gaan. Dat is een leugen. De angst gaat weer weg, je komt echt weer tot rust. Geen enkele paniekaanval duurt voor altijd.
5. Ik geef gewoon nog even één keer toe aan mijn dwang, dat is makkelijker dan het moeten weerstaan
”Nog een keertje dan” is natuurlijk makkelijk, maar die ene keer zorgt ervoor dat die obsessie enkel groeit en groeit omdat je weet dat het niet bij die ene keer zal blijven. Over een uur zeg je immers weer tegen jezelf dat je het nog maar één keer zult doen. Ook al wil je nog één keertje toegeven, doe het niet.
6. Ik moet mijn rituelen doen om me minder angstig te voelen
Iedere vorm van dwang is eigenlijk een vicieuze cirkel. Het vermindert angst en even voelt dat heel goed, maar omdat dat maar tijdelijk is, is de neiging groot om een dwang al snel weer uit te voeren. Je moet je dwang dus steeds meer en vaker uitvoeren om de angst te kunnen blijven verminderen. Het is bijna een drug die je zelf hebt gecreëerd. Die angst die je ervaart kan echter ook weer minder worden zonder toe te geven aan dwang. In het begin zal dit heel naar voelen, maar hersenen zijn er ook op getraind om zichzelf weer aan te passen als deze blootgesteld worden aan angst. Uiteindelijk kalmeer je vanzelf weer, niemand blijft altijd paniekerig.
7. Ik zou mijn gedachten onder controle moeten hebben
Het zou heel fijn zijn als je zomaar kon stoppen met het denken van bepaalde gedachten. Dat is helaas niet hoe het in elkaar zit. Je kunt bepalen hoe je reageert op bepaalde gedachten en dat is erover door piekeren of bepaalde dwang uitoefenen, of het laten gaan en er niets mee doen, hoe lastig ook en hoeveel angst dat ook met zich mee kan brengen. Hoe minder je met je gedachten doet, hoe minder kracht je gedachten hebben en hoe sneller ze ook weer weg zullen gaan.
8. Er is een grote kans dat er iets ergs gaat gebeuren
Ook dit gaat over controle. Hoe naar ook, we kunnen helaas niet bepalen wat er wel of niet gebeurt in het leven. Niet met onze gedachten en ook niet met dwanghandelingen. Mooie dingen gebeuren en nare dingen gebeuren ook, los van wat we wel of niet doen.
9. Als er iets ergs gebeurt, dan kan ik daar niet mee omgaan
Veel mensen onderschatten zichzelf. Stel je voor dat er iets gebeurt, hoe zou je dan reageren? Dan zou je je rot voelen en misschien bang zijn of somber, maar is dat iets wat je niet aankunt? Je bent een sterk persoon die heus iets aankan. Je hebt geen dwang nodig om om te gaan met het leven.
10. Ik heb zekerheid nodig
Veel mensen hebben het idee dat dwang een bepaalde zekerheid en controle geeft. Een typisch voorbeeld is bijvoorbeeld iemand die vanuit dwang tien keer controleert of de deur wel echt op slot zit. Diegene heeft natuurlijk geen controle, de dwang heeft controle over die persoon. Diegene denkt immers telkens aan ”wat als”. Er is echter veel meer zekerheid te vinden in het vertrouwen dat je zelf dit leven aankunt, hoe het ook gaat lopen en wat het je ook zal brengen. Dwang geeft je hierin geen enkele zekerheid.
Welke leugen(s) herken jij?
Geef een reactie