Ik heb verschillende soorten therapie gehad toen ik in behandeling ging voor mijn eetstoornis. Bij twee hulpinstanties werden mijn ouders actief betrokken bij de therapie. We hadden gezinstherapie, oftewel systeemtherapie. Dit hield in dat wij samen met een behandelaar gesprekken hadden over hoe het thuis ging. In deze blog zal ik vertellen wat mijn ervaringen hiermee zijn geweest.
Ik vond het onwijs spannend om met mijn ouders in therapie te gaan. De eetstoornis voelde als iets wat van mij was. Ik wilde mijn ouders daar zo min mogelijk bij betrekken. Ze zouden het toch niet snappen. Ze zeiden altijd dat ik gewoon normaal moest doen en dat wist ik ook wel, maar dat lukte me niet. Bovendien schaamde ik me dood voor mijn gedrag. Eetbuien, stiekem overgeven en laxeren waren niet echt dingen waar ik trots op was. Ik wilde dan ook dat mijn ouders van niks wisten.
Mijn ouders werden bij de therapie betrokken, omdat ik in die tijd nog thuis woonde. Bij systeemtherapie wordt je problematiek bekeken in samenhang met jouw leefomgeving (jouw systeem). Men ging ervan uit dat mijn systeem – bewust of onbewust – invloed uitoefende op mijn problemen. Mijn ouders en ik gingen dus met elkaar werken aan mijn herstel.
De eerste paar keer was ik ontzettend gesloten tijdens therapie. Ik durfde niet te zeggen hoe het met me ging. Enerzijds schaamde ik me voor mijn gedrag, anderzijds wilde ik ook niets liever dan dat gedrag vasthouden. De eetstoornis was mijn veiligheid. Als mijn ouders alles zouden weten, dan zou de eetstoornis van me worden afgenomen en ik wilde dat toen nog niet altijd.
Tijdens die therapie kwamen natuurlijk ook mijn ouders aan het woord. Ik vond het moeilijk om te horen hoe zij zich voelden. Voor het eerste hoorde ik wat er écht in hen omging. Ze voelden zich machteloos en waren ten einde raad. Voor hen was het fijn dat er ook eens een keer naar hen geluisterd werd en dat zij ook tips en adviezen kregen. Voorheen was ik de enige die therapie had, maar doordat ik thuis niks vertelde, wisten mijn ouders niet wat er allemaal precies speelde. Nu kregen ze voor het eerst de kans om ook hun verhaal te doen.
Zoals ik eerder zei, vond ik het moeilijk om helemaal eerlijk te zijn in therapie. Ik was ontzettend bang om mijn ouders nog meer verdriet te doen. Ik voelde mezelf een last en ik wilde niet dat mensen zich zorgen om mij zouden maken. Ik was ook bang dat er allerlei maatregelen zouden komen waar ik niet achter zou staan. Zo mocht ik bijvoorbeeld niet meer alleen thuis zijn, werd mijn zakgeld afgenomen en werd al het eten in huis achter slot en grendel gezet. Desondanks vond ik nog steeds manieren om eetbuien te houden. Ik voelde me een junk en symptoombestrijding zou mij niet gaan helpen. Dit durfde ik echter niet helemaal eerlijk aan te geven. Hierdoor was het best moeilijk om deze therapie tot een succesvol einde te laten brengen.
Uiteindelijk heb ik bij een andere instantie ook weer gezinstherapie gehad. Deze keer sloeg het wel aan. Mijn behandelaar begreep heel goed dat met symptoombestrijding mijn ouders mij niet zouden helpen. Hij begreep ook dat mijn ouders met een enorm schuldgevoel en een hoop vragen zaten. Tegelijkertijd begreep deze behandelaar ook hoe moeilijk het voor mij was om te praten.
De behandelaar had al heel gauw in de gaten welke patronen er binnen mijn familie waren. Mijn ouders probeerden volledig de controle op mij te houden. Ik leerde hierdoor niet zelf keuzes te maken. Bovendien hadden ze ook hoge verwachtingen van mij en ik had altijd het idee dat ik daar niet aan zou kunnen voldoen. De druk was groot waardoor ik een enorme angst had om te falen.
Naast de belangrijke inzichten die wij hadden opgedaan, hebben we ook opnieuw weer leren communiceren met elkaar. Onze gesprekken eindigden thuis altijd in geschreeuw en een hoop tranen en dat moest anders. Mijn vader is/was juist een ontzettend rationele man en begreep daardoor niks van mij. Ik begreep juist weer niks van zijn harde woorden, werd altijd boos en moest altijd huilen. Mijn moeder leek me dan weer beter te begrijpen, maar dat niet altijd in lijn met wat mijn vader dacht en vond. Oftewel: de communicatie verliep niet goed en we hebben opnieuw leren communiceren met elkaar.
Mijn ouders kregen ook veel meer inzicht in mijn eetstoornis. Waar kwam het vandaan, waarom manipuleerde ik altijd de boel, waarom was ik zo onzeker, waarom deed ik zoals ik deed? Ik leerde mezelf beter begrijpen en mijn ouders leerden mij beter te begrijpen. Ze kregen het te horen van iemand die mij en de eetstoornis echt leek te begrijpen.
Deze gezinstherapie hadden wij als gezin niet alleen, maar we zaten in een groep met vier andere gezinnen. Al deze ouders hadden gemeen dat zij een kind hadden met wie het niet goed ging. Dit zorgde voor veel steun en herkenning bij de ouders. Je leert ook van andere gezinnen. Hoe pakken zij dingen aan? Wat heeft wel en wat heeft niet geholpen? Voor ons was dat heel waardevol.
Gezinstherapie heeft ons ontzettend geholpen. Het heeft even geduurd voordat alles opgang kwam, maar uiteindelijk is het dus wel succesvol geweest. Deze therapie heeft onze relatie weer hersteld. Als gezin zijn we er sterker uitgekomen. We kunnen beter communiceren met elkaar, durven makkelijker aan te geven hoe we ons voelen en er is meer begrip. De therapie is inmiddels al weer jarenlang geleden, maar ik ben er nog steeds ontzettend dankbaar voor.
Wat zijn jouw ervaringen met gezinstherapie?
Geef een reactie