Tijdens mijn eetstoornis veranderde de manier hoe ik naar eten keek. Ik wilde namelijk graag afvallen. Tegenwoordig lees je bijna overal tips over hoe je af moet vallen. Het duurde dan ook niet lang voordat ik een expert was op het gebied van afvallen. Het werd bij mij al gauw obsessief en het was vooral hartstikke ongezond waar ik mee bezig was. Eten begon ik echt te zien als een vijand voor wie ik op moest passen. Ik was ervan overtuigd dat eten mij niet zou helpen met gelukkig worden. Ik moest het vooral zo veel mogelijk vermijden.
Eten was voor mij niet meer lekker óf niet lekker. Eten bestond voor mij alleen maar uit calorieën, vetten en suikers. Eten had invloed op mijn gewicht. Ik zag alleen nog maar verbanden tussen de cijfertjes van de voedingswaarden van het eten en mijn gewicht. Ik snapte dan ook gewoon echt niet dat mensen konden genieten van eten. Het was onbegrijpelijk voor mij dat ik eerst net zoals al die andere mensen was en echt uit kon kijken naar eten…
Tijdens de eetstoornis kon ik uren fantaseren over al het lekkere eten op de wereld. Ik bedacht de lekkerste gerechten en maakte in mijn hoofd de meest mooie en lekkerste creaties. Ook maakte het idee van het proeven van bepaalde producten me blij. Chocolade, spare-ribs, frietjes met lekker veel mayonaise. Alles zou een ware smaaksensatie voor mij zijn, omdat ik het me al zo lang verbood. Helaas bleef het allemaal maar bij fantaseren, want zodra ik moest eten was ik nauwelijks nog bezig met hoe iets smaakte. De focus lag dan meteen op de voedingswaardes en ik was in mijn hoofd direct allerlei sommetjes en lijstjes aan het maken. Kon dit eten wel bij het schema dat ik al in mijn hoofd had? Hoe zou mijn volgende maaltijd er dan uit moeten zien? Zou ik aan kunnen komen van die ene extra hap?
Ik heb veel last gehad van eetbuien. Periodes van extreem lijnen wisselde zich bij mij af met periodes van meerdere eetbuien per dag. De oorzaak hiervan ligt bij het mezelf niet toestaan om te eten. Het was bij mij alles of niets. Ik hield een lijstje bij met daarin ‘goed’ en ‘slecht’ voedsel. Het lijstje met ‘goed’ voedsel was echter heel minimaal. Het lijstje met ‘slecht’ voedsel was gigantisch. Ongeveer alles wat calorieën bevatte stond bij mij op het ‘slechte’ lijstje. Dit is natuurlijk onmogelijk om vol te houden. Daarbij lokte dit bij mij dus ook de eetbuien uit. Als ik dan eens iets at wat op het ‘slechte’ lijstje stond, dan gingen bij mij ook echt alle remmen los. Ik had het dan toch al verpest, dus kon ik het net zo goed maar nog meer verpesten.
Ik denk dat het voor veel mensen met een eetstoornis moeilijk is om eten niet meer te gaan zien als calorieën, vetten en suikers. We zijn zo gewend om daarop te letten en het eten in te delen in ‘goed’ en ‘fout’ dat het zo onderhand normaal is geworden. Ik kon het me in ieder geval niet voorstellen dat ik ooit op een andere manier naar eten zou kunnen gaan kijken. De cijfertjes van het eten zaten zo vast in mijn hoofd. Een appel zag ik niet meer als een appel, maar ik zag alleen nog maar het aantal calorieën voor me. Het leuke en lekkere van eten kon ik gewoon niet meer zien.
Eten was voor mij dus hoe dan ook moeilijk. Ik zag het als iets wat me dik maakte, maar ook als eetbuivoedsel. Het was dus of het eerste of dat laatste. Ik kon niet zonder en ik kon niet met. De mensen om mij heen aten zowel dingen van mijn goede als mijn slechte lijstje en zij werden allemaal niet dik. Dat wilde ik ook, maar de eetstoornis maakte mij wijs dat ik echt kilo’s aan zou komen dan. Iedereen kon tegen mij zeggen dat ik heus niet dik zou worden van die ene keer dat frietje of stukje chocola, maar ik kon dat gewoon niet geloven.
Tijdens therapie moest ik gewoon eten wat de pot schafte. Er was geen ruimte voor discussie. Als ik niet wilde eten, dan moest ik weg en dat wilde ik niet. Maar wat was dat moeilijk. De angst om aan te komen van eten was zó intens groot. Die angst is haast niet voor te stellen als je zelf geen eetstoornis hebt gehad. En toch moest ik het doen. Ik moest me letterlijk door de angst heen eten. Ook moest ik leren vertrouwen op wat mijn omgeving hierover zei. Zij wisten namelijk allemaal 100% zeker dat ik geen kilo’s aan zou komen. Ik wist ergens wel dat ze gelijk hadden, maar dan nog vond ik het lastig te geloven. Ik moest weer gaan leren vertrouwen op het feit dat mijn lichaam net zo werkt als de rest. De rest wordt niet dik van eten, dus ik zou dat dan hoogstwaarschijnlijk ook niet worden.
Door te ervaren dat ik geen kilo’s aankwam van eten, nam ook langzaam maar zeker de angst voor eten af. Ik leerde dat mijn lichaam zelf het onderscheid niet kon maken tussen gezond en ongezond eten. Dat zat vooral in mijn hoofd. Als ik ‘ongezond’ at, dan kwam ik niet meteen aan omdat het ongezond was. Ik leerde stukje bij beetje steeds meer dingen weer opnieuw te eten. Door de ervaring dat eten niks raars met mijn lichaam doet, stond ik uiteindelijk meer open voor alle positieve dingen van eten.
Ik zie eten nu namelijk als iets positiefs. Het gaat bij mij namelijk vaak gepaard met gezelligheid. Lekker uiteten gaan met vrienden of familie, een bak popcorn tijdens de film in de bioscoop, een ijsje als het mooi weer is. Ineens was daar bij mij ook de ruimte weer voor, omdat mijn lichaam dat blijkbaar ook gewoon aan kon.
Ik leerde ook steeds beter dat eten echt een brandstof is voor je lichaam. De lichamelijke klachten die ik tijdens de eetstoornis had, verdwenen weer toen ik normaal ging eten. Mijn menstruatie werd weer normaal, ik had het niet meer standaard koud en ik voelde me gewoon weer wat levendiger door de energie die ik haalde uit eten. Dat laatste is iets wat ik nu af en toe nog steeds bijzonder vind om te ervaren. Soms voel ik me namelijk lamlendig, moe en futloos. Ik vraag mezelf dan af waar het vandaan komt en ik kom vaak tot de conclusie dat ik gewoon even iets moet eten.
Het heeft mij ook geholpen om na te denken over alle dingen die ik nog zou willen doen. Je staat er misschien zo niet bij stil, maar de basis van wat je nodig hebt om dat te bereiken ligt bij eten. We hebben eten allemaal nodig om in leven te blijven. Zonder de energie die we uit eten halen, zijn we niet in staat om veel te bereiken en alles uit het leven te halen. Dat is natuurlijk zonde als je veel wil.
Eten is voor mij nu vooral plezierig. Ik vind het inmiddels weer leuk om te bedenken wat ik ga eten en ik kan echt uitkijken naar etentjes buiten de deur. Dit heeft echt een tijd geduurd en ik heb er hard mijn best voor moeten doen, maar het is zeker mogelijk om weer een positieve relatie met eten te krijgen. Ik weet ergens natuurlijk nog wel hoeveel calorieën bepaalde producten bevatten, maar ik sta daar nooit meer bij stil. Eten is voor mij nu vooral lekker en niet meer iets slechts.
Is jouw relatie met eten veranderd?
Fotografie: freelyhaylee
Geef een reactie