De deeltijdbehandeling had ik afgerond en de losse afspraken met mijn psycholoog bouwden langzaamaan af. Eens in de week, eens in de twee weken, eens in de maand. Het voelde eigenlijk al niet echt meer als therapie. Ik kan niet zeggen dat ik al voor de volle honderd procent genezen was. Dit was een volgend hoofdstuk. Een nieuwe fase. Mijn eetschema en gewicht waren stabiel. Ik had handvatten gekregen en een rugzak met ervaringen mee. Vanaf hier moest ik het zelf doen. Na therapie volgen er nog best wel wat moeilijke momenten.
Zoals Daphne in haar blog mooi wist te omschrijven: “Ik kreeg geen nieuw hoofd na mijn behandeling.” Natuurlijk was mijn zelfbeeld een stuk beter, had ik meer vertrouwen in mijn eetpatroon, was ik goed geworden in het herkennen van mijn gevoelens en denkpatronen en wist ik de boel vaak wel te relativeren. Toch waren de gedachten rondom eten niet 1, 2, 3 weg. Dat is iets dat heel langzaam heeft moeten slijten en dat zorgde nog wel eens voor lastige momenten.
Wanneer ik me niet lekker in mijn vel voelde zitten kon ik dat letterlijk aan mijn vel voelen. Het wilde nog best wel eens gebeuren dat ik mijn gevoelens op mijn lijf projecteerde. Op de slechte dagen kijk je toch door een andere bril naar de wereld om je heen, zo ook naar jezelf. Ondertussen weet ik dat ik daar niet op hoef te reageren, maar zo vlak na m’n behandeling en zonder een therapiegroep waarin ik kon reflecteren, vond ik dat nog best wel lastig. Op die momenten moest ik echt (hardop) tegen mezelf zeggen dat ik niet dik was, maar dat ik me enkel zo voelde. Niet op reageren dus! Het gaat echt vanzelf weer weg en dat deed het.
Ik was ondertussen heel goed geworden in het relativeren hiervan. Ik kan het wel voelen en misschien zelfs zien in de spiegel, maar dat beeld kan vertekend zijn. Iets wat is lastiger vond om te relativeren waren foto’s. Het was intussen zomer geworden en ik keek vol afschuw naar een foto van mezelf op de facebookpagina van een vriendin. Op de foto was ik vrolijk aan het hoelahoepen op het strand, maar ik keek voornamelijk naar de omvang van mijn buik. Waarom staat dit online?! Ik verwijderde snel de tag. Ik vond mezelf te dik.
Gestrest ging ik voor de spiegel staan, trok mijn shirt omhoog en staarde naar mijn buik. Moet ik? Zal ik? Nee, wat is het waard? Om een enkele foto? Terwijl je je al die tijd zo goed hebt gevoeld? Terwijl je zo heerlijk aan het hoepelen was in je bikini? Iets wat je een jaar geleden nog niet had durven dromen? Ben ik überhaupt wel echt dik? Heeft iedereen niet gewoon een buik? Is mijn ideaalbeeld realistisch? Het is het niet waard. Een foto is een momentopname. Laat je niet gek maken. Alles beter dan een eetstoornis.
Toch ontkom je niet altijd aan de sport- en dieetcultuur die zich in onze maatschappij bevindt. Mijn vrienden gingen naar de sportschool en dat leek mij ook wel een goed idee. Gewoon om een beetje te sporten. Wat extra kracht- en conditietraining om beter te worden in roller derby, maar al snel merkte ik dat dit best wel triggerend was en ik m’n doel voorbij ging. Ik begon fitgirls op Instagram te volgen en ging steeds vaker naar de sportschool. “Hoooo, wacht eens even! Hier gaat iets niet goed, ” dacht ik toen ik op een avond in tranen uitbarstte, omdat ik al zo moe was en ik m’n wekker weer om 6 uur zette om voor school nog even te kunnen sporten. Dit is niet hoe het hoort.
Kort daarna heb ik alle fitgirls ontvolgd en met mezelf afgesproken dat ik niet meer zo vaak naar de sportschool mocht en af en toe ook gewoon eens een wat minder zware training moest doen. Ook sprak ik er even goed over met mijn vriendinnen. Dat luchtte op. Sporten is natuurlijk prima, maar ik merkte dat dit ten koste van mijn nachtrust en bovenal mijn gemoedstoestand ging. Ik voelde me pas goed als ik genoeg had gesport en dat was niet oké. Gelukkig wist ik het snel te herkennen en heb ik het meteen kunnen afkappen, maar het was dus wel even een lastig momentje waar ik na therapie nog tegenaan liep. Dat kan gebeuren, maar ik was sterker als voorheen en al voelde ik me soms nog onrustig, ik was mijn eetstoornis de baas.
Het ging naar mate de tijd verstreek steeds beter en gemakkelijker met eten en mijn zelfbeeld. Ik kon verder met mijn leven en die eetstoornis verdween verder en verder naar de achtergrond. Natuurlijk voelde ik me niet elke dag helemaal fantastisch. Natuurlijk was ik wel eens onzeker over mijn lichaam of onzeker over mijn kunnen, doen en laten. Dat is normaal, menselijk en helemaal niet erg. Ik kon mezelf serieus nemen, maar ook dingen van me af laten glijden. Toch bleek ik op één ding toch niet helemaal voorbereid te zijn. Ik maakte een flinke klapper met een roller derby wedstrijd en moest daarna geopereerd worden aan mijn knie…
Het gevoel hiervan was dat ik het geopereerde been een hele tijd niet mocht gebruiken. Hierdoor waren alle spieren in mijn been geslonken en had ik nog maar een heel dun beentje over. Toen ik m’n knie weer mocht belasten kon ik langzaamaan beginnen om die spieren weer op te bouwen. Je kan je voorstellen dat al die spieren wel wat wogen. Toen ik bij de fysiotherapeut op de weegschaal moest staan schrok ik van mijn gewicht. Jeetje, dit was behoorlijk wat kilo’s lager dan ik voor deze hele toestand woog. Mijn gewicht was al lange tijd stabiel en het was raar om mezelf weer op een heel ander gewicht te zien. Behalve mijn been was mijn lichaam verder hetzelfde gebleven, maar toch was dit behoorlijk triggerend. Ik staarde me blind op dat getal.
Toch moest dat gewicht er weer aankomen. Op een been zonder spieren kan je namelijk niet lopen, laat staan roller derby spelen. Ik vond het heel lastig om te zien dat dat gewicht stukje bij beetje omhoog ging. Stom eigenlijk, want ik was helemaal niet dunner, ik had alleen een dun beentje. Bovendien ging het hier om m’n spieren die ik nodig had om te lopen en de dingen te doen die ik leuk vond. Zo zie je maar weer hoe die eetstoornis je de meest rare dingen laat denken en de boel flink kan vertekenen. Ik heb hier verder niet echt naar gehandeld, maar ik heb het wel gevoeld en dat was erg vreemd, maar gelukkig was dat de laatste keer dat ik die eetstoornisstem heb horen spreken.
Er waren dus nog best wel wat moeilijke momenten na die laatste keer therapie. Ook de eetbuien en het compenseren hebben af en toe nog wel eens plaatsgevonden, maar naarmate de tijd verstreek en ik toe bleef passen wat ik in therapie had geleerd werd het minder en minder en minder. Een eetstoornis is iets dat er langzaam insluipt en ook weer langzaam moet slijten. Oordeel niet te hard over jezelf als je merkt dat het al zo veel beter gaat, maar sommige dingen toch lastig blijven. Je hebt al zo veel stappen gezet. Het wordt elke keer een beetje makkelijker. Gun het tijd. Die lastige momenten, die kan jij aan. Die kan jij overwinnen en als een overwinning mag het dan ook zeker voelen.
♥
fotografie: pexels
Geef een reactie