Een paar dagen geleden zat ik niet lekker in mijn vel en voelde me erg somber. Ik had moeite me aan mijn eetlijst te houden, trok me zoveel mogelijk terug op mijn eigen kamer, en ‘s avonds kon ik de slaap niet vatten omdat mijn hoofd vol zat met angstige, boze, en negatieve gedachten. “Zie je wel, ik kan het toch niet! De eetstoornis is veel te sterk en ik ben zwak! Het lukt niet, ik wil niet meer! Als ik zo door ga is al die moeite straks voor niets geweest!” Ik was bang voor de gevolgen van mijn gedrag, want als ik me niet aan mijn eetlijst zou houden zou ik niet voldoende aankomen en zou mijn behandeling worden gestopt.
In plaats van mezelf op zulke momenten een schop onder mijn kont te geven, gleed ik nog verder weg in mijn somberheid en doemdenkerij. Bij de eerstvolgende afspraak met mijn begeleidster bekende ik dan ook met tranen in mijn ogen dat het die week niet goed was gegaan en dat ik me schaamde omdat het me niet was gelukt die negatieve gedachten het hoofd te bieden.
Mijn begeleidster luisterde geduldig naar mijn verhaal. Daarna pakte ze pen en papier en tekende daar het volgende G-schema op:
Gebeurtenis
↓
Gedachten
↓
Gevoelens
↓
Gedrag
↓
Gevolg
Ze vertelde me dat gebeurtenissen en gevoelens met elkaar in verband staan, maar dat ik zelf de keuze had hoe ik op bepaalde gebeurtenissen reageerde. Nu was het zo dat ik, wanneer er iets vervelends gebeurde, me door die gebeurtenis liet meeslepen door te gaan doemdenken. Maar daar schoot ik natuurlijk niet veel mee op. Uiteindelijk voelde ik me daardoor alleen maar verdrietig, waardoor het voor mij nóg moeilijker werd om vol te houden en niet toe te geven aan mijn eetstoornis. Om meer grip te krijgen op mijn gedachten, en daarmee op mijn emoties, moest ik, wanneer ik last had van negatieve of eetgestoorde gedachten, mezelf de volgende vragen stellen:
- Klopt het wat ik denk?
- Welk bewijs heb ik hiervoor?
- Is het reëel?
- Hoe doen anderen het, of wat zouden anderen zeggen?
Nadat ik mezelf deze vragen had gesteld, en daar zelf een antwoord bij had gevormd, kon ik wat rationeler naar mijn gedachten kijken.
Een gedachte waar ik bijvoorbeeld mee worstelde was: “Alles is voor niets geweest.” Wanneer ik dit dacht had ik eigenlijk de moed al half opgegeven en lukte het me vaak niet meer om me die dag aan mijn voornemens te houden. De gedachte had een negatieve invloed op mijn gevoelens en op mijn gedrag. Maar toen ik deze gedachte op papier zette en mezelf de vragen stelde die mijn begeleidster had voorgesteld, zag ik dat die gedachte eigenlijk niet klopte: ik was al maandenlang bezig met beter worden, hoe kon het dan allemaal voor niets zijn geweest? Ik had toch al grote stappen gemaakt? Die konden toch niet allemaal ongedaan worden gemaakt door één misstap?
Het was niet reëel om te denken dat alles voor niets was geweest: alle vooruitgang die ik had geboekt was niet ongedaan gemaakt. Ik kon de draad gewoon weer oppakken. En anderen zouden zeggen dat iedereen het wel eens moeilijk heeft, en dat dat niet gelijk het einde van de wereld is.
Soms heb ik het nog erg moeilijk, maar nu kan ik op zulke momenten mijn schema erbij pakken om zo mijn negatieve gedachten de mond te snoeren. Mijn tip aan iedereen die nog worstelt met negatieve gedachten is dan ook om deze gedachten altijd op te schrijven. Op die manier kun je meer grip krijgen op je gedachten, en daarmee ook op je gevoelens en je gedrag. En mochten er momenten zijn waarop je het zó zwaar hebt dat zelfs het schema geen uitkomst biedt, bespreek je gedachten dan met iemand die je vertrouwt en die wellicht je angst, verdriet, of boosheid kan wegnemen.
Out with the negative and in with the positive!
You can do it!
Geef een reactie