Ooit had ik ergens gelezen dat een gedeelte van de mensen met een eetstoornis volledig herstelt en dat een ander gedeelte met de eetstoornis leert leven. Ik wilde graag het beste van beide werelden en besloot dat het voor mij beter zou zijn om gewoon te leren leven met mijn eetstoornis. Volledig herstellen was eng en leek vaak onhaalbaar. Als ik nou van de dingen kon herstellen die ik echt niet wilde hebben en sommige aspecten van mijn eetstoornis wel kon blijven houden, dan zou dat toch perfect zijn?
Mijn eetstoornis maakte me dan wel heel erg ongelukkig, maar het bracht me ook een hoop houvast. Daarnaast was ik moegestreden en wilde ik ook niet meer teleurgesteld worden wanneer er weer een poging tot herstel zou mislukken. Mijzelf neerleggen bij mijn eetstoornis klonk als de makkelijkste weg. Het is toch niet zo slecht om dun te willen zijn? Kijk, het moest niet elke dag raak zijn met die eetbuien, maar waarom kon ik er niet gewoon af en toe eentje hebben? Hoe erg zou dat nou zijn? Als eens per maand een eetbui alles is, dan valt het allemaal toch wel mee?
Ik zag het helemaal voor me. Gewoon een normaal en gelukkig leven, maar als ik me even rot zou voelen zou ik mezelf kunnen troosten met een eetbui om die vervolgens te compenseren. Ik zou nooit van mijn leven dik hoeven worden, want mijn eetstoornis zou me daar wel van redden. Ik had m’n eetstoornis gewoon niet zo ver moeten laten komen, maar waarom zouden we niet gewoon vrienden kunnen zijn? Het leek me eigenlijk wel een veilig idee om de deur altijd op een kiertje te hebben staan voor mijn eetstoornis. Niet wagenwijd open, maar gewoon dat ie toch een beetje mee kon kijken voor als ik hem een keer nodig zou hebben.
Dit lukte soms een tijdje. Ik deed mijn best voor een ‘goede relatie’ met mijn eetstoornis, maar mijn eetstoornis bleek deze nieuwe manier van ‘vriendschap’ niet zomaar te accepteren en trapte af en toe ongewachts en met veel geweld de deur in. Wanneer ik mezelf toestond een eetbui te hebben, omdat ik me rot voelde, was dat gelijk een aanleiding voor een volgende eetbui. Die ene eetbui in de maand werd er één per week en één per week werd al snel weer één per dag. Ik herpakte mezelf dapper. Keer op keer. “Geen probleem, ik heb het onder controle.” Zei ik. “Ik kan er wel mee leven.”
Inderdaad, waarschijnlijk kon ik m’n hele leven nog zo verder gaan. Ik zou niet dood gaan, maar was ik wel echt aan het leven? Betere periodes wisselden zich af met mindere periodes en het lukte me min of meer om alle andere ballen in het leven hoog te houden. Volgens mij had niemand het door en als niemand het door had zou het ook wel niet zo erg zijn, toch? Ik was niet echt gelukkig. De gevolgen van mijn eetstoornis waren welliswaar minder geworden, maar waren niet weg en vormden een dikke, grijze mist in mijn leven.
Ik kon naar school gaan en werken, maar was veel tijd en energie aan mijn eetstoornis kwijt waardoor ik nooit voor de volle 100% kon gaan. Ik bracht tijd door met m’n vrienden, maar vond situaties waarin we samen moesten eten nog altijd erg lastig en vaak waren dit soort gebeurtenissen een trigger voor mijn eetbuidrang. Ik kon sporten, maar mijn lichaam voelde niet fit en leek nooit helemaal te herstellen. Bij conditietraining kreeg ik steevast last van maagzuur en kortademigheid en mijn spieropbouw ging tergend langzaam. Ik was dun, zag er goed uit, had goede dagen, maar zo voelde dat lang niet altijd. Ik bleef me ongelukkig voelen over mijzelf en mijn lichaam en niks was nooit goed genoeg. Ik kon mijn eetstoornis niet doseren en het kwam gewoon opzetten wanneer het wilde. Ik had het niet onder controle.
Toch is het niet helemaal slecht geweest om hier ook tevreden mee te zijn. Soms kan de acceptatie dat het nu nou even eenmaal is zoals het is helpen om milder naar jezelf te zijn en kan je juist daardoor weer stappen vooruit zetten. Het is helemaal niet erg om even stil te staan, als je je er maar niet bij neerlegt en altijd en ander einddoel voor ogen houdt. Bewust een halve eetstoornis houden werkt niet, heb ik ondervonden.
Het is een droom die te mooi is om waar te zijn. Een droom die uiteindelijk een nachtmerrie blijkt te zijn. Een droom waaruit je uiteindelijk een keer wakker moet willen worden. Af en toe even slapen en dromen kan ervoor zorgen dat je uitrust en opnieuw op krachten kunt komen, maar daarna moet je weer verder. Niet voor mij, maar voor jezelf. Je bent het zo waard om te genieten van een leven zonder eetstoornis. Het is niet makkelijk, maar wel alle moeite waard. Vecht door. Jij hoort niet bij het aantal mensen dat niet volledig herstelt. Het is oké als het nu nog niet lukt, maar neem geen genoegen met minder. Blijf vechten, want dat ben je waard. Een leven met een eetstoornis is geen leven en een leven met een halve eetstoornis is slechts een half leven.
Er is zo veel meer.
♥ Liefs,
Irene
Geef een reactie