Niet zeggen bij herstel

Vechten tegen een psychische stoornis is enorm zwaar. Je hebt soms het idee dat je gevecht eindeloos lang duurt en je de problemen nooit overwint. Waar is de uitgang van deze donkere kamer, van deze nare ziekte? Je ziet het licht niet meer aan het einde van de tunnel en je zou willen dat iemand je de weg leidt. Met therapie kom je een heel eind. Het geeft je handvatten en steun en je leer jezelf en je eigen patronen en valkuilen beter kennen. De mensen om je heen, die dichtbij je staan, kunnen ook bijdragen aan jouw herstel. Sterker nog, dit zijn de mensen met wie je het zal moeten doen als je niet langer kunt steunen op therapie, groepsgenoten en therapeuten. Soms kan die omgeving echter ook negatief werken. Dit komt dan door dingen die worden gezegd die je beter niet kunt zeggen bij herstel. 

In deze blog deel ik 10 dingen die je beter niet kunt zeggen tegen iemand die herstellende is van een psychische stoornis. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen en kan je enkel individueel bepalen of een bepaalde opmerking passend is, maar hieronder lees je in ieder geval 10 opmerkingen die over het algemeen niet heel helpend zijn. Vul me gerust aan als je er nog meer weet.

recovery

1. Ben je nog niet beter?
Voor omstanders kan het lastig zijn om te begrijpen dat genezen van bijvoorbeeld een eetstoornis of persoonlijkheidsstoornis heel veel tijd nodig heeft. Zelfs al heb je een lange periode therapie gehad, dan wil dit niet zeggen dat je ineens volledig genezen bent. Aan iemand vragen of die nog niet beter is, kan hierdoor heel naar overkomen. De persoon in kwestie zou zelf waarschijnlijk ook graag willen dat het allemaal veel sneller gaat. Die is niet met opzet nog niet beter. Het heeft tenslotte ook niet zoveel nut om zo’n vraag te stellen. Je kunt dan beter vragen hoe het met iemand gaat. Daar heb je beiden meer aan.

2. Je schijnt er ook nooit helemaal van af te kunnen komen
Soms hebben mensen hier en daar wat gehoord over een psychische ziekte. Ze hebben dan de neiging om dit ook met jou te delen. De zin “Maar van een eetstoornis kom je ook nooit helemaal af hè?” is regelmatig tegen mij gezegd. Nu kan me dat vrij weinig meer schelen, maar in de periode waarin ik vocht tegen mijn eetstoornis, vond ik dat erg lastig. Ik ging twijfelen aan mijzelf en aan het nut van mijn gevecht. Als ik er immers toch nooit vanaf kom, waarom dan zo hard mijn best doen? Je kunt wel degelijk helemaal van een eetstoornis afkomen en/of een prima leven krijgen na herstel van een psychische ziekte. Laat je vooral niet demotiveren door dit soort opmerkingen.  

3. Hoe lang duurt het nog?
Aan iemand die vecht tegen een psychische ziekte vragen hoe lang het nog duurt is niet helpend. Er is helaas geen vaste termijn voor het genezen van een psychische ziekte. Iedereen is anders en alle problemen zijn anders. De persoon in kwestie zou zelf waarschijnlijk ook precies willen weten hoe lang hij of zij nog ongelukkig is, maar dat is niet te zeggen. Door te vragen hoe lang iets nog duurt lijkt het alsof je niet zoveel geduld meer hebt met de persoon met de problemen. Dat voelt niet fijn. 

4. Moet je niet eens aan je toekomst gaan denken?
Iemand die hard vecht tegen een psychische ziekte heeft vaak alle kracht en energie nodig om de dagen door te komen en het hoofd boven water te houden. Het is dan niet altijd haalbaar om na te denken over de toekomst. Vechten voor je leven nu is indirect ook bezig zijn met je toekomst, want als je het leven nu niet meer ziet zitten, is er sowieso weinig toekomst perspectief. Het is zeker belangrijk om bezig te gaan met je toekomst, maar in de harde strijd van herstel niet altijd mogelijk. 

recovery

5. Heb je wel zo veel therapie nodig?
Vragen of iemand wel zoveel therapie nodig heeft is indirect zeggen dat je twijfelt aan de noodzaak van de hoeveelheid therapie. Dat kan heel lastig zijn om te horen omdat in veel gevallen de persoon sowieso al aan zichzelf twijfelt en onzeker is over de ernst van zijn of haar problematiek. Het is heel belangrijk als je de ander wilt steunen, dat je deze serieus neemt. Je kan dan beter vragen hoe de therapie hem of haar helpt of gaat helpen, dan de hoeveelheid therapie in twijfel te trekken. 

6. Maar jij kan dat toch wel alleen?
Nee, genezen van een psychische ziekte doe je niet zo even alleen, hoe graag de persoon zelf dat ook zou willen. Door te zeggen dat die persoon dat toch wel alleen kan, neem je eigenlijk de problematiek niet serieus. Tegen iemand met een gebroken been zou je immers ook niet zeggen dat hij dat toch wel zelf kan oplossen. 

7. Maar het gaat toch best goed?
Natuurlijk is het belangrijk om ook de positieve kanten te benadrukken en te laten zien dat er ook zaken goed gaan, maar soms kan een zin als “Maar het gaat toch best goed?” ook helemaal verkeerd vallen. Het kan namelijk overkomen als zijnde dat je alle zaken die nog helemaal niet goed gaan, niet ziet of niet serieus neemt. Het lijkt dan een beetje of je enkel het positieve wilt zien en je kop in het zand steekt voor de nog wel aanwezig problemen, voor de enorme strijd die wordt geleverd. Je kunt dan bijvoorbeeld ook vragen: “Heb je zelf wel het idee dat er ook dingen goed gaan?”

8. De kennis van een achternicht had dat ook en die…
De problematiek van iemand vergelijken met die van een vage kennis en op basis daarvan adviezen gaan geven kan soms erg vervelend zijn voor de ontvanger. Ieder mens is anders en je kunt het verhaal van een vage kennis dus meestal niet vergelijken met dat van de ontvanger. Het is veel nuttiger om het over het verhaal van de persoon in kwestie te hebben dan over dat van die vage kennis. 

recovery

9. Je moet gewoon lekker even op vakantie gaan
Natuurlijk kan het zijn dat een vakantie iemand goed doet, maar de oplossing van een psychische ziekte is niet een vakantie. Dat zeg je immers ook niet tegen iemand met een gebroken been. Iemand die lijdt aan een ernstige eetstoornis of depressie zal los hiervan ook helemaal niet klaar zijn voor een vakantie en hier helemaal heen behoefte aan hebben. Onderzoek wat de persoon wél kan helpen in plaats van met goed bedoelde vakanties aan te komen. 

10. Therapie helpt toch helemaal niet
Tegen iemand die hard vecht tegen een psychische ziekte zeggen dat therapie toch helemaal niet helpt, is niet zinvol. Therapie werkt voor iedereen anders. Wellicht heb jij er zelf weinig positieve ervaring mee, maar dat wil niet zeggen dat het een ander niet kan helpen. Je kunt dan beter vragen hoe de therapie hem of haar help. Daar heb je beiden uiteindelijk meer aan.

Wat helpt jou niet?


Lees ook: Goede opmerkingen van hulpverleners

Scarlet

Geschreven door Scarlet

Reacties

29 reacties op “Niet zeggen bij herstel”

  1. Dit zijn hele herkenbare dingen, net als waarom neem je geen kindje dan heb je geen tijd meer voor al dit soort dingen

  2. Wat mij (o.a.) niet hielp :
    – je weet toch wel dat je daaraan dood kan gaan he?
    – het gaat blijkbaar beter met je? (Omdat ik op normaal gewicht zat…)
    – anorexia is een luxeprobleem, de kindjes in afrika die kiezen niet voor honger
    – ben je daar niet te oud voor?
    – er zijn andere manieren om aandacht te trekken
    – je kan niet eeuwig in het verleden blijven leven, tijd om te vergeten en vergeven (ivm trauma)
    – jij zou toch slimmer moeten zijn/ beter moeten weten

  3. Wat mij gruwelijk frustreert is: je moet gewoon dit of dat doen. Anderen weten altijd precies hoe ik het moet doen. Ik weet het ook, maar dat kan ik niet. je moet gewoon … is dan helemaal niet gewoon.

  4. Ik moet helemaal niks. Voortaan doe ik wat ik zelf wil en aankan grenzen stellen!

  5. Wanneer ik zeg dat ik het zo koud heb, is het antwoord 9 van de 10 keer: geen wonder dat jij het koud hebt, je bent ook zo mager/dun, je moet vet op je botten krijgen! Hier knap ik zo op af, altijd weer het zelfde liedje.

    1. Dit is zo ontzettend herkenbaar. Ik zeg het maar niet meer als ik het koud heb. Ben zo klaar met die opmerking

  6. Deze blog kwam op een goed moment. Dank je wel 😊

    Welke opmerkingen ik ook moeilijk vind zijn:

    Je bent nu al dertig en je hebt nog steeds geen leven. Alsof ik mezelf dat niet elke dag zeg! Het is niet mijn idee van fijn en gezellig om om de zoveel tijd weer terug te vallen.

    Wat mij ook niet helpt is als mensen boos worden of laten weten dat ze teleurgesteld zijn. Ik denk dat de eetstoornis stem al boos genoeg is. Ik denk dat je alleen kan herstellen door liefde voor jezelf te gaan voelen. Die gaat niet komen wanneer je het gevoel hebt een aandachtstrekker of moeilijk geval te zijn.

    Die van Marleen zijn ook heel herkenbaar.

  7. @marleen precies dit. ‘Je ziet er goed/beter uit’ is ook zo’n dooddoener die heel verkeerd kan vallen als je nog even hard worstelt.
    Dank je wel scarlet voor het delen!!

  8. Of: Iedereen heeft wel eens zulke periodes, maar het gaat gewoon weer voorbij!

  9. Oh daamn, zo herkenbaar en HAAT HET

  10. Over depressie:
    Heb je boek x gelezen? Die man was ook heel depressief en medicijn y heeft hem enorm geholpen. (Ik heb uit alle klassen medicijnen al dingen geprobeerd)
    Je moet gewoon mindfulness gaan doen. (Heb ik een jaar of wat consequent elke dag gedaan, zonder resultaat)
    Wat fijn dat het beter met je gaat. (Uh, het gaat helemaal niet beter..)

  11. Wat ik vaak hopt en mij totaal demotiveery is mensen die me vragen “denk je nog wel dat je het kunt?” Of “denk je dat je hier nog mee door kan gaan?” Dan denk ik gelijk “nee natuurlijk niet, ik denk niet dat ik t nog aankan. Maar ik moet toch of niet dan?”

  12. Nummer 7 heb ik inmiddels zo vaak gehoord dat ik de tel kwijt ben.

  13. Wat ook zo’n lekker dooddoener is:
    ‘Na al die therapieën weet je nu toch heel goed hoe het anders moet’ (ja, maar dat weten en het ook kunnen/doen is nog heel anders)
    ‘In de kliniek lukte het je wel om voldoende te eten’ (alsof het dan daar geen strijd meer was of zo)

  14. “Je ziet er goed uit/ je ziet er beter uit”
    “Je doet het allemaal voor aandacht”
    “Wil je hiermee een statement maken?”
    “Kindjes in Afrika hebben geen eten en jij hongert jezelf uit” of “Er zijn mensen die ziek zijn en vechten om hun leven en jij maakt jezelf kapot”
    “Je denkt alleen maar aan jezelf”

  15. ‘Ben je wel gemotiveerd om van je ES af te komen?’

    Jaaaaahaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa. Dat is nou juist het frustrerende, ik wil zo, zo, zo ontzettend graag af van die *&* eetstoornis maar het is me tot nu toe niet gelukt. Ik snap niet waarom altijd gelijk mijn motivatie dan in twijfel wordt getrokken, dat maakt mij dat ik me dan echt onbegrepen voel.

  16. O ja, schiet me nog iets te binnen namelijk de opmerking: ik wou dat ik zo dun was als jij, dan kun je tenminste alles eten wat je maar wilt, jaha pfff… daar gaat het juist om, kon ik dat maar….

  17. ‘Ik zie nog niet echt vooruitgang sinds je in therapie bent’. ‘Maar het is toch allang niet meer zo erg als vroeger?’ ‘Op een gegeven moment moet je er ook gewoon een keer klaar mee zijn’.

  18. als mensen bij van alles zeggen: dat heb ik ook wel eens. dan zeg ik: dan moet je misschien eens naar een psychiater gaan.

  19. ”Maar de vorige keer dat je dit had toen…”

  20. Als je twijfelt om over je eetprobleem te gaan vertellen en die ander op een gegeven moment zegt: ‘Tja, als je niet zegt wat er is..kan ik je ook niet helpen’. Dan zeg je het en dan is de reactie; Tja, daar kan ik je niet bij helpen, dat zul je toch zelf moeten doen. (Heel ‘belerend’ zodat het overkomt in jouw beleving van.. ‘Owh.. een eetprobleem; is dat alles?)

  21. Joh; iedereen heeft zo wel iets…

  22. mensen die een pak stroopwafels tijdens een avondje voor de tv helemaal opeten en dan menen dat ze ook een eetbui hebben gehad… Mhm… ik zal maar niet beginnen over mijn objectieve eetbuien.. zo eenzaam en onbegrepen dat ik me dan voel. Zo lastig die boulimia. Zo slopend 🙁

  23. Ik snap de intentie van deze blog, maar ik vind het persoonlijk helpender om na te denken over wat dan wél helpt. Om te herstellen heb ik me erbij neergelegd dat opmerkingen altijd wel zullen blijven komen. Ik ben gezond en vrijwel helemaal van mijn eetstoornis af, maar zowel toen ik ziek was, als nu blijven er opmerkingen komen. Maar ik kan niet mensen “alwetend” maken, zodat zij weten wat ik wel en niet wil horen. Ik heb voor mijzelf duidelijk wat ik wil en hoe ik wil leven en soms pas ik me een beetje aan aan situaties, maar ik probeer daar vaak wel mijn eigen weg in te vinden en te doen wat goed voelt voor mij. Ik ga gesprekken aan zonder al te veel verwachtingen en ga er soms zelfs van uit dat er een “onwetende” vraag komt. Want dat is het: niet meer, niet minder. De meeste mensen beseffen niet dat het niet helpend is, maar wij als “eetstoornis patiënten” zijn niet een select groepje wat verheven is boven de rest, omdat wij wel weten hoe die ellende en pijn voelt en wat helpend is en wat niet, zodat we ons in ons bubbeltje kunnen blijven verschuilen, omdat “anderen het toch niet snappen”. Natuurlijk weten we wel meer over hoe het voor ons is, maar veel van die onwetende mensen, weten ook iets wat wij niet weten: namelijk hoe je normaal moet eten en moet leven. Niet allemaal, maar zeker een hoop. In plaats van me op te sluiten in de “jij weet toch niet hoe ik me echt voel” bubbel, probeer ik nu het soms uit te leggen of in elk geval dankbaar te zijn voor de poging om te helpen. Dat helpt me veel meer dan me boos maken of angstig voelen en die vraag zo verdraaien in mijn hoofd alsof de ander vind dat ik te dik ben, te dun ben of me aanstel etc. Je “wapenen” door deze vragen te verwachten en ze te ontvangen om ze vervolgens naast je neer te leggen, hielp mij echt. Dat doe ik nog steeds. Niet iedereen snapt mij en ik snap al zeker niet iedereen. Dat is prima. Daardoor kun je met elkaar in gesprek blijven. Om van elkaar te leren. Je hebt zelf invloed op hoeveel “last” je hebt van dit soort vragen en opmerkingen.

  24. Ik zou graag tips willen horen wat nu juist wel goed is om te zeggen. Ik weet me soms geen raad en zit dan met mijn handen in het haar!

    1. Wat mij wel hielp:
      – er gewoon zijn
      – vragen: wil je iets leuks gaan doen? (zodat er ruimte is voor andere dingen dan alleen maar ziek zijn, maar zodat het ook geen verplichting is)
      – vragen: kan ik iets voor je doen/ hoe kan ik je helpen? (soms kan ik dat echt zelf wel aangeven)
      – vragen: ‘hoe gaat het nu (echt) met je?’ ipv er vanuit te gaan dat meer gewicht gelijk staat aan dat het beter gaat
      – dezelfde dingen aan mij vragen of zeggen dan dat je aan anderen zou doen. Niet verkrampt gaan doen of zo. Bied je aan anderen koekjes aan? Ga er dan niet vanuit dat je voor mij tomaatjes moet voorzien… Schep je anderen 1 keer op? Geef mij dan geen dubbele portie…. Tenzij ik natuurlijk op voorhand bepaalde dingen met je overlopen heb

  25. Maar je ziet er toch gezond uit?
    Veel mensen weten niet dat een eetstoornis niet betekent dat je te dun of te dik bent.

  26. Niet per sé zeggen, maar doen.

    Bijv. dat mijn moeder een grote milkshake aardbei mee neemt van de Mc Donald’s, terwijl vroeger een kleintje al genoeg voor me was (van die grote word ik zo misselijk).

    Of dat mijn oma mij veel meer aardappels op schept dan bij mijn vader. Lief bedoeld want ik weet ook dat ik moet aankomen, maar laat me dit zelf opscheppen plz

  27. Miku ik vind je reactie mooi en ben het met je eens

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *