Er zijn van die momenten in je herstel dat je denkt: “En nu is het klaar!” of “Nu ga ik ervoor!” Van die momenten dat je de bodem hebt geraakt en je eetstoornis helemaal zat bent of momenten dat je je ontzettend sterk voelt en de hele wereld aan kan. Een omslagpunt.
Een omslagpunt is vaak niet iets definitiefs. Dat is soms lastig, want voor je gevoel zou het vanaf hier alleen maar bergopwaarts gaan. Herstellen gaat met pieken en dalen. Het ene moment ben je super lekker bezig en het andere moment gaat het voor geen meter. Ook je motivatie om te herstellen is niet elke dag hetzelfde. Aan de ene kant voelt je eetstoornis namelijk wel veilig, maar aan de andere kant is dit echt niet wat je wilt. Heel dubbel allemaal.
Die dubbelheid maakt het ontzettend moeilijk, want hoe kan je hier nou ooit uitkomen als je steeds blijft terugvallen? Toch zijn die pieken in motivatie en herstel belangrijk om bij stil te blijven staan, want hoewel het niks garandeert voor morgen zijn ze op dat moment een feit.
Omslagpunten van Irene…
Mijn eetstoornis verwoest mijn lichaam
M’n eetstoornis voelde altijd wel veilig. Daarom voelde ik voor een lange tijd ook helemaal niet zo de behoefte om te herstellen. Als ik maar geen eetbuien had. Als ik maar niet dik werd. Toen ik het op gegeven moment voor elkaar had gekregen dat het met lukte om zelfopgewekt te braken had ik voor mijn gevoel echt het wiel uitgevonden. Yes, nu kan ik eten wat ik wil zonder er dik van te worden! Fantastisch!
Na een tijdje kwam ik er op pijnlijke wijze achter dat het helemaal niet zo fantastisch was. Ik was uitgeput. Mijn lijf was uitgeput en volkomen uit balans. Ik hield ontzettend veel vocht was, had altijd keelpijn, kon niet meer goed ademhalen tijdens m’n favoriete sport, kreeg pijn aan mijn tanden en voelde me ontzettend moe en slecht. Mijn eetstoornis had behoorlijk wat lichamelijke gevolgen en dat is voor mij misschien wel de grootste motivatie geweest om echt voor herstel te kiezen. Dit was het niet waard.
30 dagen braakvrij
Een heel belangrijk omslagpunt voor mij was toen ik voor het eerst sinds ik boulimia had gekregen 30 dagen braakvrij was. Wow, wat een prestatie. Daarmee was het helaas niet gedaan met mijn eetstoornis. Ik ben zeker nog eens teruggevallen en goed ook, maar deze 30 dagen pakte niemand mij meer af en het was toch een teken van de vooruitgang die ik had geboekt. Het is onwijs lastig om dan niet alleen maar te focussen op die dag dat je wel weer had gebraakt, maar die goede dagen zouden even zwaar mee moeten tellen.
Omslagpunten van Daphne…
Huilen om een boterham
Ik weet nog dat ik een periode alleen maar appelstroop op mijn brood wilde eten. Ik dacht dat ik hier bewust voor koos, het was gezond en ik viel af, dus ik kon onmogelijk fout bezig zijn. Dit wilde ik zelf, dat wist ik zeker. Tot het op een dag op was en ik niets anders had. Ja, we hadden nog kaas, smeerkaas en hagelslag liggen, maar dat was niet voor mij. Dat kon ik onmogelijk eten. Ik raakte volledig in paniek en stond te huilen in de keuken, boven mijn kale boterham.
Tijdens het huilen besefte ik mij hoe belachelijk dit eruit moest zien, waar was ik mee bezig!? Ik wil op mijzelf gaan wonen, ik wil reizen, misschien wil ik zelfs wel kinderen en een mega leuk en spannend leven hebben.. dan kan ik echt niet blijven huilen om een boterham. Dat moet echt stoppen en dat zal toch en nu moeten, want daar kan ik niet pas mee beginnen als ik aan het reizen ben of kinderen heb.
Al zo ver gekomen
Toen het tijdens mijn herstel voor het eerst een periode echt goed ging merkte ik dat ik het zonde vond om terug te vallen. Dat terugvallen had ik niet altijd in de hand, maar hoe meer eetbui- en braakvrije dagen ik had, hoe erger ik het vond als dat weer gebeurde. Zelfs als ik er op dagen ontzettend naar verlangde vond ik dat ik het niet kon maken. De dagen die ik goed door was gekomen waren mij zo veel meer waard dan mijn eetstoornis, daar kreeg ik veel meer rust van. Hoewel het eng was om vol te blijven houden, werd ik ook nieuwschierig. Ik wist namelijk precies hoe een eetbui af zou lopen, daarna zou ik gaan braken en mij vreselijk ellendig en walgelijk voelen. Ik wist nog niet hoe ik mij zou voelen als ik dit nog langer vol zou kunnen houden. Wat was er allemaal mogelijk als ik mijn dagen niet meer eetgestoord zou invullen?
Omslagpunten van Lotte…
Echt om hulp vragen
Toen het tijdens mijn eetstoornis erg slecht met me ging had ik op een gegeven moment met mijn omgeving afgesproken dat ik zou bellen als ik een moeilijk moment had. Vanaf de dag dat deze afspraak stond, heeft het misschien wel een paar weken geduurd voordat ik echt durfde te bellen, maar het moment waarop ik dat eenmaal wél deed vergeet ik nooit meer. Ik denk dat mijn herstel toen echt begonnen is. Het was bijna niet te doen om in de chaos van paniek en eetgestoorde gedachten die telefoon te pakken en echt die knopjes in te toetsen, maar tegen alle verwachtingen in is het me toch gelukt en daar ben ik nog steeds heel blij om.
3 x frietjes in één week
Frietjes zijn mijn lievelingseten, maar tijdens mijn eetstoornis en nog tot ver in mijn herstel durfde ik dit eigenlijk niet te eten. Op een gegeven moment was ik met mijn vriend op vakantie en op de één of andere manier gebeurde het dat we in één week drie keer friet aten. Het was een hele prettige en ontspannen vakantie en het lukte me goed om het eten toen echt los te laten. Voor mij was dit een hele overwinning en ik weet nog als de dag van gisteren hoe blij en trots ik was. Voor mij betekende dit dat mijn eetstoornis bijna voorbij was: Als ik dit kon, dan kon ik alles. Dat gaf zo’n moed! Natuurlijk houdt herstellen niet in dat je elke week drie keer friet moet gaan eten, maar het feit dat het toen voor het eerst weer een keer echt kon en mocht was voor mij heel waardevol.
Omslagpunten van Scarlet
Ik denk dat er niet een of twee duidelijke omslagmomenten geweest zijn als het gaat om mijn herstel. Het zijn er denk ik veel meer. Soms was er een omslagmoment, maar dan ging het een paar maanden later toch weer niet goed. Door de opstapeling van allerlei momenten en andere omgevingsfactoren lukte het me om de eetstoornis rond mijn 25ste steeds meer achter me te laten en te overwinnen.
Hét moment waarop ik wist dat ik hulp moest zoeken was trouwens een weekend waarop ik voor de zoveelste keer twee hele dagen alleen in mijn kamer van 10m2 zat in Amsterdam en de hele dag door eetbuien had en overgaf. Ik erkende toen nog steeds niet dat ik een eetstoornis had (ik was niet zo dun, moest gewoon normaal gaan doen, kon het wel alleen oplossen…), maar ik wist wel dat ik zo niet verder wilde leven. Het kon me geen bal schelen welk etiket eraan kwam te hangen, als het maar weg zou gaan.
Niet meer alleen eten
Rond mijn 25ste kreeg ik mijn eerste (en hopelijk laatste) echte relatie. Jaren hongerde ik letterlijk en figuurlijk naar liefde, warmte en geborgenheid. Door mijn relatie werd de leegte (gedeeltelijk) gevuld en hiermee ook het vertrouwen/zin in de toekomst. Ik had het gevoel weer meer redenen te hebben om ervoor te vechten. Dat in combinatie met het lekker & alles eten van mijn partner… zorgde ervoor dat ik meelifte op het normale eten. Toen we net samenwoonden lasten we zelfs een heuse patatdag in op de vrijdag. Iedere vrijdag gingen we op de fiets naar de kwalitaria om daar een grote zak friet, groentekoketten en salade te halen.
Geen hulpverlening meer
Na een aardige periode hulpverlening te hebben gehad, waaronder groepstherapie die erg goed was én individuele therapie van een betrokken, maar strenge psychotherapeut, was er een moment waarop ik de hulpverlening achter me liet. Mijn eetstoornis was in die periode nog niet weg. Ik bleef erg veilig eten en was nog best actief bezig met het laag houden van mijn gewicht. Het was een manier om het gevoel van controle te houden, maar onbewust misschien ook een bewijs voor mij dat ik therapie verdiende. Ironisch genoeg stopte de individuele therapie ook door mijn (te lage) gewicht en werd ik verwezen naar een eetstoornis instantie. Hier verliep de samenwerking niet goed, waardoor ik besloot om zonder hulp verder te gaan. Voor mij was dat een goede beslissing. Het zorgde ervoor dat ik me zelfstandiger en sterker voelde. Het haalde de focus van mijn eten en gewicht af. Ik stapte het echte leven in, ging werken en rondde mijn studie af. Langzaam verdween de eetstoornis hiermee ook.
Geef een reactie