Toen ik begon met studeren was ik nog maar 17, maar wilde ik al wel heel graag op kamers. Ik was alleen bang dat ik niet leuk genoeg zou zijn om ergens een kamer te kunnen krijgen. Voelde me te verantwoordelijk voor mijn gezin om ze ‘achter’ te laten, was bang voor een té actieve eetstoornis (ik heb al sinds mijn 13e een eetstoornis en had nooit hulp hiervoor gekregen) en was bang voor een hoge studieschuld, dus heb ik dit alles uitgesteld. Inmiddels woon ik ruim anderhalf jaar op kamers en wil ik graag mijn ervaringen en tips met jullie delen.
Het tweede jaar van mijn studie heb ik helaas grotendeels in een eetstoorniskliniek en bij mijn ouders thuis met poliklinische therapie doorgebracht. Het lukte mij niet om uit mijn eetstoornis te raken en toen heb ik bedacht dat het mij zou kunnen helpen om een ‘nieuw’ leven op te bouwen. Daarbij hoorde voor mij op kamers gaan en nieuwe vrienden maken. Ik ben echt nog niet van mijn eetstoornis af, maar op dit moment is het leefbaar en ben ik gelukkig; voor mij was dit dus een goede keus!
Fotografie: element5digital
1. Huisgenoten
Ik was bloednerveus voor op kamers gaan maar kreeg de kans om een kamer van een vriendin voor twee maanden te huren en wilde dit niet aan mij voorbij laten schieten. Hier woonde ik in een studio, maar wel met gedeelde keuken. Dit was voor mij erg lastig omdat ik niet durfde te gaan koken, uit angst voor wat anderen wel niet van mij zouden denken over mij als ik zou eten in het openbaar. Dit ging zodanig mis dat ik (weer) veel te weinig at, koorts kreeg en niet meer naar de universiteit toe kon. Dit voelde voor mij als falen en toch heb ik de keuze kunnen maken om weer terug bij mijn ouders te gaan wonen voor een tijdje.
Hierna ben ik gaan kijken bij een studentenvereniging en binnen twee weken had ik via hen een kamer in een klein studentenhuis gevonden. Daar woon ik nu anderhalf jaar en dat gaat meestal erg goed! Voordat ik kwam wonen in dat huis heb ik mijn huisgenoten ingelicht over mijn eetstoornis(verleden). Dit heeft mij enorm geholpen doordat mijn huisgenoten vaak vragen of ik met ze mee wil eten en ik geen drempel voel om met ze te praten over mijn eetstoornisgedachtes en -verleden. Op momenten dat mijn eetstoornis weer erg actief is merk ik dat ik me ga afzonderen van mijn huisgenoten en voel ik me erg rot. Mijn huisgenoten hebben dit dan ook door, wat mijn eetstoornis haat, maar mij erg helpt. Daarnaast zorgen mijn huisgenoten er ook voor dat ik me niet vaak eenzaam voel en praten we over zo veel dingen dat ik inmiddels geleerd heb dat het leven zo veel meer is dan uiterlijk en prestaties. Daarnaast heb ik geleerd dat ik zo veel meer ben dan iemand die goed kan zijn in een eetstoornis hebben.
2. Vrije tijdsbesteding: Studentenvereniging/sportvereniging
Ik ben altijd al een onzeker meisje geweest, maar ben wel extravert. Hierdoor hadden mensen om mij heen vaak niet door dat ik best eenzaam was. Ik durfde me niet bij een vereniging aan te sluiten of met vrienden af te spreken uit angst dat ze mij niet leuk genoeg zouden vinden. Uiteindelijk was mijn wilskracht zo veel groter dan mijn angst en is het mij gelukt om bij een vereniging te gaan kijken waar ik dan ook meteen lid geworden ben. Mijn studentenvereniging voelt voor mij als een tweede familie; een soort vriendengroep waar ik altijd welkom ben. Daarnaast heb ik daar geleerd om mezelf te openen. Wat zo goed werkte dat ik nu over veel durf te praten, er leuke vrienden heb en meer zelfvertrouwen heb gekregen. Daarnaast houd ik erg veel van sporten, wat ik op meerdere plekken doe en hier ook een hoop vrienden door gekregen heb.
3. Samen studeren
Toen ik net op kamers zat studeerde ik altijd thuis, want dat werkte naar mijn idee het meest efficiënt. Inmiddels weet ik dat het misschien wel het beste werkt, maar dat ik er ook ontzettend ongelukkig van word. Meestal ga ik nu naar de bieb van de uni en leer ik daar met vrienden. Of spreek ik tijdens of na het leren af met iemand om te kletsen of iets leuks te doen.
4. Het hoeft niet perfect
Studie, baantje, sport, vrienden, familie, vriend(innet)je, huishouden, hobbies… Voor mij voelt het altijd alsof ik aan te veel verwachtingen moet voldoen. Daarnaast ben ik een perfectionist en neem ik dus niet snel genoegen met een zes voor een tentamen, een uurtje sporten per week en een dagdeel werken per week. Inmiddels weet ik dat het voor mij niet werkt om alles in mijn leven perfect te doen, want dat hou ik simpelweg niet vol en ik word er ongelukkig van.
Ik vergelijk mijn leven (te) vaak met anderen en zie dan dat zo veel mensen om mij heen beter presteren dan ik en voel me dan niet goed genoeg. Dit is voor mij nog steeds een uitlokker voor mijn eetstoornis, maar doordat ik hier veel over gepraat heb weet ik inmiddels dat dit komt doordat iedereen prioriteiten op andere gebieden stelt. Soms haalt een vriendin van mij die behoorlijk intelligent is ook een keer een tentamen niet, omdat ze bijvoorbeeld druk bezig is met een verhuizing of een nieuw vriendje heeft en daar flink wat tijd in stopt. Dit geldt natuurlijk voor mij ook, maar als extraatje heb ik nog een eetstoornis die mij nog steeds flink wat last kan bezorgen. Dat kost me dan soms zo veel energie en tijd dat ik dit niet meer in het ‘normale’ leven kan stoppen.
Op dat soort momenten is het te veel voor mij om op alle gebieden van mijn leven normaal te kunnen functioneren. Dan haal ik bijvoorbeeld tentamens niet, sport ik minder (of juist meer), werk ik een tijdje niet. Inmiddels ben ik me hier gelukkig van bewust, maar het kan me wel behoorlijk verdrietig maken. Maar wat mij helpt om te onthouden is dat het leven zo veel meer is dan een afvinklijst van prestaties en verwachtingen en dat het geen wedstrijdje is.
5. Dankbaar zijn
Voor mij leek het altijd zo vanzelfsprekend om aan de universiteit de studie die ik wil te kunnen studeren, op kamers te kunnen in de stad waar ik al mijn leven lang van droom, de sporten te kunnen beoefenen die ik leuk vind, koffie te kunnen drinken met mijn vrienden in leuke koffietentjes…. Maar dat is het niet! Ik denk dat het belangrijk is om te onthouden dat het niet zo ‘normaal’ is en dat dit niet voor iedereen weggelegd is. In mijn geval ben ik dankbaar voor de vrijheid en de rijkdom die wij in Nederland hebben, de intelligentie en het sterke lichaam dat mij gegeven is en de vrienden die altijd voor mij klaar staan.
Het belangrijkste wat ik geleerd heb tijdens deze periode in mijn leven is dat het voor mij het belangrijkste is dat ik en de mensen om mij heen gelukkig zijn. En dat doet iedereen op zijn eigen manier en al die manieren zijn prima. De ene zal succesvoller zijn dan de ander; op studiegebied, sociaal gebied, sportief gebied. Maar het leven is geen wedstrijdje en ik ben blij dat ik van mezelf mag genieten en dankbaar mag zijn voor alles wat ik kan en om mij heen gebeurt. Het leven is zo mooi en kostbaar.
Geef een reactie