“Adem niet zo hard!!!” Roep ik kwaad richting m’n ouders. “Slurp niet zo! Loop niet steeds heen en weer! Kijk niet zo!” Helemaal knettergek werd ik ervan. De kleinste bewegingen of zachtste geluidjes konden mij helemaal van slag brengen. Ik ergerde me rot. Mijn ergernissen waren soms zo groot dat ik onwijs uit mijn slof schoot en mijn omgeving verontwaardigd, verongelijkt en een beetje boos achter bleef. Ergens vond ik dat, op dat moment, heel terecht, maar aan de andere kan schaamde ik me dood.
Er waren echt tijden dat ik het leven van de mensen om mij heen tot een hel maakte. Ze konden niks goed doen. “Je kan toch niet aan iemand vragen of ze stoppen met ademen?” Riepen ze boos terug. “Mag ik ook leven! Ik zit hier ook maar gewoon.” Ergens voelde ik ook wel dat mijn irritatie niet terecht was. Ze doen inderdaad niet vervelend, maar ik ervaar dat wel zo. Ik voel het tot in diepste van mijn zijn.
Ik voelde die irritatie echt in m’n lijf opborrelen. Het voelde als een wervelwind in mijn hoofd. Het flitste over mijn netvlies. Het dreunde op mijn trommelvliezen. Ik voelde de spanning kriebelen in mijn benen en armen. Ik wilde rennen. Ik wilde slaan of met dingen gooien. Ik wilde gewoon rust. Het waren te veel prikkels. Ik voelde me ook geprikt. Het deed haast pijn en met een woedeaanval probeerde ik de prikkels weg te jagen. Ik wist niet hoe anders.
De woedeaanvallen kwamen niet enkel opborrelen binnen de muren van ons huis. Ook in het openbaar waren de mensen om me heen niet veilig voor me. Wildvreemde mensen kregen onverwacht en ongevraagd te maken met mijn irritaties. Zo heb ik meer dan eens midden in de tram een onwijze scène geschopt, omdat ik er niet tegen kon dat iemand een appel of boterham zat te eten. Stampvoetend stormde ik naar de andere kant van de tram om daar op een rustig plekje neer te ploffen terwijl ik verbaasd nagekeken werd.
Ook op school heb ik helaas wel eens zo’n woedeaanval gehad. Ik weet nog goed dat er iemand voor mij zat met een leren jas. Ik werd helemaal gek van die geur. Ik hield het niet meer en liep zonder te zeggen kwaad het leslokaal uit. “Zeg Irene waar ga jij naartoe?” Vroeg m’n leraar en ook de rest van de klas keek me vragend aan. “HIJ STINKT!” Riep ik en ik wees naar de jongen met de jas. Achteraf kunnen we erom lachen, maar wat was het eigenlijk ongelooflijk lullig en onaardig. Toch kon ik mezelf gewoon niet inhouden.
Ik heb me wel eens afgevraagd of ik soms misofonie had. Misofonie is een stoornis waardoor specifieke geluiden heel extreme gevoelens van woede, walging en haat opwekken. Natuurlijk storen we ons allemaal wel eens wanneer de persoon naast ons die lekker krakende cracker aan het eten is, maar misofonie gaat wel iets verder dan zo’n ergernis of irritatie. Wanneer je lijdt aan misofonie kan het echt onmogelijk te zijn om samen met iemand in een kamer te zitten of je in een klaslokaal te bevinden.
Naarmate ik herstelde van mijn eetstoornis en me rustiger en fijner begon te voelen had ik ook veel minder last van dit soort irritaties en uitbarstingen.
Wanneer ik oude dagboekjes teruglees zie ik telkens weer die onrust omschreven staan. Het heeft een hele lange tijd geduurd voordat ik begreep waarom ik dit soort gevoelens had, maar intussen zijn alle puzzelstukjes wel op z’n plek gevallen. Ik was ‘gewoon’ overprikkeld. Nou ja, niet zo gewoon dus. Ik was behoorlijk overprikkeld! Het ging ook helemaal niet zo goed met me in die periode en ik had ontzettend veel aan m’n hoofd.
Herstellen van je eetstoornis is ontzettend zwaar. Er komt zo veel op je af en dat moet je allemaal verwerken. Behoorlijk vermoeiend en dan is het ook nog eens zo’n strijd met zo veel gemengde gevoelens. Je bent echt hard aan het werk. Niet zo gek dat je dan vermoeid raakt en snel overprikkeld bent. Bovendien zit je waarschijnlijk totaal niet lekker in je vel en dat kan zich helaas op deze manier uiten. Daar kan je niks aan doen, maar het is wel vervelend.
Probeer het jezelf niet te veel kwalijk te nemen en jezelf hierin een beetje tegemoet te komen. Zelf ging ik hiermee om door erover te praten. Het hielp mij echt om het op het moment zelf aan te geven en m’n ruimte te nemen. “Sorry, ik voel me gewoon even heel naar. Het ligt niet aan jou, maar ik moet even naar buiten/een andere kamer.” M’n omgeving vond dit niet per se heel leuk. Ze zagen me liever gelukkig, maar het was beter en fijner dan een plotselinge woede-aanval.
Dit kon ik echter alleen zeggen bij mensen die ik kende, niet echt bij mensen in het openbaar, maar in het openbaar wordt ook niet van je verwacht dat je ‘er gezellig bij komt zitten’ dus dan was het ook niet zo moeilijk om even afstand te nemen en rustig weg te lopen op het moment dat ik het voelde opborrelen.
Ook kan het helpen om het er juist even helemaal niet over te hebben en gewoon een fijn of leuk gesprek aan te gaan. Op die manier word je even afgeleid van het gevoel en geef je weer een positieve draai aan de situatie. Je kan natuurlijk ook het volume van je koptelefoon met muziek wat harder zetten of gewoon iets anders doen dat even afleidt.
Daarnaast heb je er gewoon minder last van op het moment dat je uitgeruster bent en lekkerder in je vel zit. Zorg ervoor dat je genoeg slaapt en rust neemt, maar ook dat je goed voor jezelf zorgt. Wees mild naar jezelf. Het is natuurlijk ook heel vervelend voor jou dat je je niet lekker in je vel zit, maar de nare gevoelens verdwijnen echt naarmate je steeds weer een beetje meer afstand van je eetstoornis kan doen. Je bent geen slecht mens en het komt goed.
Heb jij hier ook last van (gehad)?
Geef een reactie