Op sommige dagen of momenten is je eetstoornis sterker aanwezig dan op andere. Bepaalde gebeurtenissen, ervaringen of opmerkingen kunnen ervoor zorgen dat je eetstoornis wordt getriggerd. Het kan iets groots zijn, maar ook iets kleins. De trigger valt je misschien niet eens gelijk op: achteraf word je je er pas bewust van. Het is goed om na te denken over wat voor jou triggers zijn, zodat je ermee kunt leren omgaan.
Tijdens mijn eetstoornis waren er een aantal dingen die ervoor konden zorgen dat mijn eetstoornis sterker werd. Ook nu nog voel ik dat deze triggers mij kwetsbaar kunnen maken.
Als ik stress heb bijvoorbeeld, omdat ik iets moet doen waar ik tegenop zie, wordt mijn eetlust minder. Of als ik ruzie heb, voel ik mij schuldig en is daar zo’n zeurderig stemmetje dat ‘vraagt’ of ik dat stukje chocola wel verdien…
Omdat ik inmiddels weet dat het triggers zijn, weet ik ook dat ik op zulke momenten juist dat stuk chocola moet nemen. En als mijn eetlust minder wordt, weet ik dat het tijd is om het wat rustiger aan te doen of te onderzoeken waar ik zo tegenop zie. Als je je triggers kent, heb je een belangrijk middel in handen om te vechten tegen je eetstoornis. Zelfinzicht maakt van je kwetsbaarheid je kracht.
Druk om te presteren & faalangst
Ik ben gevoelig voor de verwachtingen van andere mensen, voor bevestiging en complimentjes. Er gaat een klein meisje in mij schuil dat graag wil horen dat ze het ‘goed doet’. Ik wil presteren, want ik denk dat ik daarmee de goedkeuring van de mensen om mij heen krijg. En als anderen mij ‘goed genoeg’ vinden, ga ik mijzelf misschien ook leuker vinden. Dat zorgt ervoor dat ik veel druk voel om te voldoen aan bepaalde eisen en verwachtingen. En dat ik bang ben om te falen, mislukken, fouten maken of onderpresteren.
De druk om te presteren en de angst om te falen zijn, op een bepaald punt in mijn leven, gaan samenhangen met eten en niet-eten. Als ik in een situatie kwam waarin ik moest presteren of waarin er een kans bestond dat ik kon ‘falen’, werd mijn eetstoornis getriggerd. De stress die het opleverde, zorgde voor spanning in mijn lijf, waardoor eten lastiger werd. De negatieve gedachten triggerden een tweestrijd over het wel of niet verdienen van eten.
Ruzies
Ruzie levert vaak veel spanning op. Twee mensen staan tegenover elkaar en hebben allebei een andere mening. In een ruzie moet je voor jezelf opkomen, je grenzen aangeven én je moet het kunnen verdragen dat die ander jou niet zo leuk vindt op dat moment. Ik vond het vroeger ontzettend moeilijk om mijn grenzen aan te geven. Ik had geen idee waar mijn grenzen lagen, of ze überhaupt wel bestonden. En als ik een grens aangaf, voelde ik mij heel erg schuldig.
Ik durfde met vrienden nooit ruzie te maken, maar met mijn ouders kwam ik wel regelmatig in conflict. Bij hen durfde ik voor mezelf op te komen en ruzie te maken: ik wist dat ze onvoorwaardelijk van mij zouden blijven houden. Desondanks waren de ruzies altijd een trigger voor schuldgevoel en daarmee voor niet-eten. Als ik mij schuldig voelde, was ik het niet waard om goed te eten.
Kleren kopen
Winkelen was een hele concrete trigger. Maten, spiegels, kleren passen, reclameborden: één en al confrontatie met je lichaam, zelfbeeld en eigenwaarde. Als ik tijdens mijn eetstoornis kleren kocht in een bepaalde maat, was die maat gelijk een ‘reden’ om niet aan te komen. Want nu had ik deze broek gekocht en als ik dan zou aankomen, zou ik er niet meer inpassen. Kleren kopen werd zo een manier om mezelf beperkingen op te leggen. Een ‘excuus’ om niet te tegen mijn eetstoornis in te gaan.
De spiegels in de paskamers waren een trigger voor allerlei negatieve oordelen over mezelf. De modellen op de reclameborden gaven mij een rotgevoel. En het grootste gedeelte van de tijd vond ik dat ik helemaal geen geld aan mezelf mocht uitgeven. Ik was toch lelijk en slecht: ik moest het maar zonder mooie, nieuwe kleren doen.
Ziekte of overlijden
Als er iets is wat in mij een gevoel van controleverlies oproept, dan is het wel de angst om mensen van wie ik houd te verliezen. We hebben er geen controle over wanneer mensen ziek worden of dood gaan. Dat is heel verdrietig en kan erg onveilig voelen. Wanneer ik op deze manier word geconfronteerd met mijn gebrek aan controle, wordt mijn eetstoornis (nog altijd) getriggerd. Vroeger waren ook andere, kleinere onverwachte gebeurtenissen een trigger. Bijvoorbeeld een spontaan etentje, een dag die anders liep of een onverwachte rekening.
Als de wereld om mij heen overweldigend voelde, als ik mij machteloos voelde, dan voelde eten als ‘het enige waar ik wél controle over had’. Ik kan de dood niet tegenhouden, maar ik kan wel bepalen wat ik eet en hoeveel ik weeg. Natuurlijk is dit een schijncontrole. Want als je een eetstoornis hebt, heb je helemaal geen controle over wat je eet. Je eetstoornis bepaalt je voedingskeuze, de hoeveelheid en je gewicht.
Uiteindelijk zorgt een eetstoornis alleen maar voor méér controleverlies. Maar voor eventjes kan je het gevoel hebben dat je niet compleet machteloos bent tegenover de Grote, Boze Wereld.
Afwijzing
Een relatie die uitgaat, een vriendin die je leven verdwijnt, een baan die je niet krijgt: iedereen heeft te maken met afwijzingen. Afwijzingen zijn pijnlijk. Sommige mensen reageren met woede op een afwijzing. Anderen met verdriet. De één drinkt zijn pijn en schaamte misschien ‘weg’, de ander durft voorlopig geen relaties meer aan te gaan. Ik reageerde op afwijzing door mezelf eten te ontzeggen.
In allerlei situaties kon ik mij afgewezen voelen. Bijvoorbeeld als een leraar mij ‘niet zag staan’ of als mijn therapeut op haar horloge keek tijdens een sessie. Maar ook als iemand in het verkeer een boze opmerking maakte, omdat ik mijn hand niet had uitgestoken bij het afslaan. Wanneer ik mij afgewezen voelde door anderen, ervoer ik dit als een directe afwijzing van mijn ‘bestaansrecht’. Ik mag er niet zijn. Dat was mijn overtuiging. Als ik werd afgewezen, werd deze overtuiging bevestigd. Als ik er niet mocht zijn, dan mocht ik ook zeker niet eten.
Media
Tot slot waren beroemdheden, modellen, reclames, films en tijdschriften een enorme trigger. Dan had ik mezelf net met de grootste moeite zitten overtuigen dat rondingen en vrouwelijke vormen veel mooier zijn dan dunne beentjes en dan zag ik een reclame of film met één of andere magere celeb. Dunne beroemdheden of modellen worden door de media helemaal de hemel in geprezen: dát is pas schoonheid, dát is pas succesvol. Ik vond en vind het lastig om daar weerstand aan te bieden.
Gelukkig komt er steeds meer kritiek op het huidige, onrealistische schoonheidsideaal en zijn er allerlei gezonde initiatieven in mode-, beauty-, muziek- en filmland. Je kunt jezelf ‘beschermen’ tegen media invloeden, door bepaalde tijdschriften en websites te vermijden. Ook kun je actief op zoek gaan naar positieve voorbeelden.
Misschien herken je een aantal van deze triggers. Wellicht zijn er andere dingen die jouw eetstoornis triggeren. Misschien is op de weegschaal staan een trigger. Of maakt het lezen van bepaalde boeken veel los. Ook griep hebben, de zomer of naar het zwembad gaan, kunnen voor sommigen een trigger zijn.
Het is belangrijk om te weten wat jou kwetsbaar maakt, zodat je ertegen kunt vechten. Als je weet waar het gevaar loert, kun je jezelf weerbaar maken. Gebruik een trigger niet als een excuus om aan je eetstoornis toe te geven. Daar schiet je niks mee op: dat brengt je alleen maar verder weg van het leven dat je wilt leiden. Gebruik een trigger als een mogelijkheid om jezelf sterk te maken tegenover je eetstoornis.
Hoe ga jij om met triggers?
Geef een reactie