”Eigenlijk ben ik best wel trots op mijn ondergewicht. Ik heb er hard voor gewerkt, veel voor gelaten en door de bevestiging te krijgen dat mensen mij inderdaad mager vinden, voel ik me sterk. Ik ben trots op wat ik heb bereikt, ook al weet ik dat het niet gezond is voor mijn lijf. Weinig mensen zijn sterk genoeg om dit te kunnen.”
Misschien denk je bij het lezen van deze inleiding; ‘’Oeps, dat denk ik ook wel eens.” En schaam je je heel erg. Ergens weet je wel hoe eetgestoord het is wat je denkt, maar toch ervaar je die trots. Veel meiden met anorexia herkennen dit en zien ondergewicht als iets sterks en zien zichtbaarheid van botten als iets moois.
”Ergens wist ik wel hoe slecht ik bezig was. Maar wanneer ik de outfit aantrok waarin ik er op mijn langst en dunst uitzag, voelde ik mij iemand. Misschien niet iemand met een gezonde uitstraling, maar wel iemand die mager kon zijn! Daar was ik trots op. Ik had lange magere benen, uitstekende schouderbladen, knokkige knieen en opvallende sleutelbeenderen. Als aan een kledinghanger hing de trui op mijn schouders en in mijn wangen viel een donkere schaduw.
In de ogen van mijn eetstoornis prachtig. Iedereen keer naar me en op mijn Facebook kreeg ik complimenten op mijn foto’s. Mensen vonden mij mooi, maar ook kwetsbaar. Berichtjes als ‘’Beauty, take care” voelde als een compliment. Ik zat precies in de rol waarin ik wilde zitten. En mager meisje met anorexia dat er toch nog heel mooi uit zag. Iemand die bijzonder was en opviel tussen alle gewone mensen.”
Ik denk niet dat het gek is dat ik jaren lang zo heb gedacht en trots was op ieder uitstekend botje of iedere kilo die ik verloor. Integendeel. Ik was zo onder invloed van mijn eetstoornis dat ik dit soort gedachten en die trots normaal vond. Het was alles dat ik nog had. En mijn anorexia was het enige dat ik nog kon. Verder was ik niets. Dacht ik.
Door trots te zijn dat ik intussen een lopend skelet was geworden, had ik er tenminste nog iets aan. Dat hield me staande. Want ondertussen viel ik van ellende uit elkaar. Ik was afgevlakt, voelde me depressief, haatte mezelf en vond dat ik verder nergens goed in was.
Mensen dachten dat ik mezelf echt mooi vond, maar dat was niet zo. Eigenlijk heb ik me nog nooit zo lelijk en dik gevoeld als toen. Dat is die enorme tweestrijd. Ergens voelde ik mij dood ongelukkig en schreeuwde ik met mijn ondergewicht om hulp. Aan de andere kant was het mijn houvast, mijn kracht en mijn trots geworden. Dit was alles wat ik kon.
Opscheppen over je ondergewicht met foto’s op internet, verhalen over de kledingstukken die te groot zijn of kleinste maatjes die je draagt is natuurlijk geen gezond gedag. Trots zijn op een ziekte is sowieso iets heel onnatuurlijks en gevaarlijks. Toch is dit misschien ook bij jou zo gegroeid. Of ben je niet mager, maar kijk je wel erg op tegen meiden die dat wel zijn. Neem deze gedachte serieus en zie het niet als gezonde gedachte.
Probeer geen ondergewicht te krijgen om jezelf serieus te nemen, schep niet op over je magere lijf en pronk er niet mee op internet. Daar krijg je spijt van. Nu voelt het misschien sterk en stoer, maar achteraf ga je weer zien hoe ziek je eigenlijk was en dat wat je deed je eetstoornis juist alleen maar meer ruimte gaf.
Misschien geloof je het nu nog niet, maar er is veel meer om trots op te zijn dan afvallen of anorexia. Je bent veel meer dan een eetstoornis en door die eetstoornis los te gaan laten, stap voor stap, ga je langzaam aan ontdekken wat er juist allemaal zo mooi aan jou is. Want ook jij hebt dingen om echt trots op te kunnen zijn!
Foto’s: weheartit
Geef een reactie