Toen ik na mijn eetstoornis door een moeilijke tijd ging, bedacht ik me dat als ik terug zou vallen, dit een uitgelezen moment en perfect excuus had kunnen zijn. Ik was emotioneel, sliep slecht en wilde dat ik me beter ging voelen. Dat gebeurde een tijdje niet, ik moest er doorheen. En hoe graag ik er ook omheen of onderdoor wilde, ik wilde niet opnieuw die eetstoornis. Nooit meer. Vroeger zou ik diep in mijn eetstoornis zijn gedoken als er wat moeilijks op mijn pad kwam, maar nu wil ik dat niet meer. Nooit meer.
Vroeger viel ik terug in mijn eetstoornis als..
♦ Als ik prestatiedruk ervoer
Ik had ongeveer vanaf mijn 13e problemen met eten en heb hier dus ook mee gekampt toen ik nog op school zat. En school vond ik vreselijk. Ik bezweek onder iedere vorm van prestatiedruk en had enorme faalangst. Dat mijn eetstoornis vrij spel kreeg tijdens de toetsweek was dan ook geen uitzondering, maar heeft mijn cijfers er helaas niet hoger gemaakt. Ik denk dat ik daardoor zelfs regelmatig bleef zitten en een niveau lager moest gaan doen. Ik sloeg op de vlucht voor de angst om te falen en raakte daardoor verwikkeld in uren piekeren over lijnen en afvallen. En dat terwijl ik mij op mijn boeken moest richten. Het enige wat ik wilde was die spanning wegmaken.
♦ Als het zomer werd
Bikinistress was ook voor mij een grote trigger om mijn ‘eetstoornisriem’ nog even flink aan te trekken. Ik was in die tijd erg bezig met hoe ik eruit zag en heel perfectionistisch over mijn figuur. Ik moest ergens goed in zijn en voor dat onderdeel had ik dun zijn uitgekozen. Ik pakte het iets te rigoureus aan en dat zorgde er eigenlijk alleen maar voor dat iedere stranddag een gevecht met eten werd in mijn hoofd.
♦ Als de feestdagen eraan kwamen
In de winter, tijdens de sombere dagen, stak die eetstoornis natuurlijk ook even flink de kop op. En dan waren er ook nog feestdagen, in mijn ogen ‘vreetdagen’ toentertijd. Ik vond het verschrikkelijk om gezellig mee te eten en met de kerstvakantie wist ik mij vaak ook geen raad, behalve dat ik mijn hoofd volpropte met destructieve eetstoornisgedachten om maar niet met mezelf en mijn problemen geconfronteerd te worden.
♦ Als ik mij eenzaam voelde
Wanneer je in de steek wordt gelaten, verdriet bent gedaan en je alleen of onbegrepen voelt, wil je vaak een oplossing voor dat gevoel. En in dat lege gat kun je een eetstoornis proppen, zodat het opgevuld is. Dat kan, maar toch blijft die eenzaamheid. Wanneer ik mij afgelopen jaren wel eens eenzaam voelde, had ik terug kunnen keren naar mijn eetstoornis. Maare, mij niet gezien!
♦ Als ik vol emotie zat
In verdrietige, emotionele tijden wil je graag dat de gevoelens stoppen. Dat het ophoudt en je je weer gelukkig voelt. Helaas is dat niet zo gemakkelijk te reguleren, al had ik daar in de tijd van mijn eetstoornis een scala aan hulpmiddelen voor bedacht. Een potje lijnen bijvoorbeeld, daarmee kon ik emoties zelfs zo ver weg stoppen dat ik uiteindelijk in therapie moest om te leren ze weer toe te laten.
♦ Als ik onzeker of gestresst was
Bij onzekerheid, stress of spanning toverde ik ook mijn eetstoornis weer uit de hoge hoed. Weg met die rotgevoelens, weg met de angst dat dingen mis zouden gaan of andere moeilijke gedachtes. Ik kon absoluut niet met stress omgaan en ontweek het om dat te leren door alsmaar weer die eetstoornis erbij te pakken.
♦ Als ik mij heel veel zorgen maakte
Je zorgen maken over anderen is lief, maar soms ook best wel lastig. Je kunt er uren over piekeren of zelfs wakker van liggen. Als ik mij zorgen maakte, pakte ik in de tijd van mijn eetstoornis het gerotzooi met eten weer bij de arm. Misschien had ik beter een mens in de arm moeten nemen in die tijd, net zoals ik dat tegenwoordig doe.
♦ Als ik geen controle had
Machteloosheid is een gevoel dat altijd tegen zult blijven komen. Je hebt geen grip op de toekomst, niet op anderen en op nog heel veel andere dingen niet. En dat is niet erg, als je leert omgaan met dat gevoel. Dan voelt het niet hebben van controle veel rustiger en heb je meer vertrouwen. Ik vond dat alleen wel heel moeilijk in de tijd dat ik nog een eetstoornis had. Ik moest controle hebben, anders greep ik naar mijn eetstoornis.
En zo zullen er vast nog wel wat situaties zijn waarvoor ik de kans zag mijn eetstoornis erbij te pakken. Bezig zijn met eten gaf in allerlei situaties rust en verlichting. Het was mijn drugs, mijn uitweg, maar tegelijkertijd mijn uitstel van executie.
Tegenwoordig is dit anders. Heel anders. Ik grijp niet meer terug naar mijn eetstoornis en het komt ook niet meer in mij op. Ik ga nooit meer terug naar die rottijd. Zoals ik schreef in ‘Het leven doet pijn, en toch gelukkig zijn‘, wil ik met mijn armen wijd open leven. Dat is niet altijd makkelijk, en soms doe ik ze ook weer eventjes stiekem dicht, maar ik merk dat ik dan enkel gevoelens wegstop of uitstel. Wegdrukken is ontkennen, daar heb ik ongezond gedrag zoals een eetstoornis voor nodig en dat wil ik niet meer. Nooit meer. Je kunt leren omgaan met moeilijke gevoelens, ze doorstaan, uitzitten met de weet dat het weer voorbij gaat en steun vragen. En dat is niet makkelijk om te leren, maar het kan wel. Je kunt weer leren omgaan met die situaties en triggers op een gezonde manier, in plaats van naar je eetstoornis te grijpen. Niet meer terugvallen, maar omgaan met moeilijke situaties op een manier die je helpt en goed voor je is. Ook jij kunt dat leren! ♥
Geef een reactie