Hier en daar ben ik in gesprekken op het forum of in de chat bezig mensen te overtuigen dat afvallen echt geen goede oplossing is voor hun problemen. Dat het je niet oplevert wat je hoopt en dat het meer kapot maakt dan je lief is. Dat overtuigen lukt me vaak niet in één gesprek of één berichtje en ik weet helaas als geen ander waarom. Als je een eetstoornis hebt, ben je er vaak van overtuigd dat dun worden je gaat helpen. Ik dacht dat ook en deel in deze blog waarom ik dun, het liefst zelfs mager, wilde zijn.
Ik dacht dat ik het mooi vond
In eerste instantie dacht ik vooral gewoon dat ik magere modellen of een wasbordje mooi vond. Ik wilde super slank zijn, zoals het schoonheidsideaal. Dat vond ik sterk van mezelf, als ik dat kon behalen. Dat andere mensen tegen mij zeiden dat ik model moest worden met mijn figuur, vond ik dan ook zeker een compliment. Ik wilde gewoon dun zijn, dacht ik. Toch werd die wens om dun te zijn op een gegeven moment ongezond. Ik wilde het zo graag, dat ik er van alles voor deed. Dun worden werd een obsessie. Inmiddels vind ik dun niet altijd mooi. Ik kijk meer naar mensen en inhoud. Niet enkel naar uiterlijk. En zo kijk ik nu ook naar mezelf. Ik denk dat ik super slank en wasbordjes ook mooi was gaan vinden door de media. We worden er mee dood gegooid.
Ik wilde ergens goed in zijn
Een andere reden om dun te zijn, was dat ik ergens goed in wilde zijn. Dat klink luchtig, maar was veel ingewikkelder dan het lijkt. Ik had namelijk grote problemen met mijn zelfbeeld. Ik vond mezelf niet leuk, had zelfs een hekel aan mezelf en was ontzettend onzeker. Ik haatte mezelf. Die worsteling met het leven en mezelf, leidde onder andere tot een obsessie met afvallen, die uiteindelijk uitmondde in een eetstoornis. Ik merkte dat ik goed was in afvallen, met vlagen dan. Want er waren ook periodes waarin het faliekant mislukte. Ik faalde dan in mijn eetstoornis, vond ik. Op momenten dat ik wel afviel of van eten af kon blijven, gaf het me kracht. Ik vond dat knap van mezelf.
Ik voelde me zelfverzekerder
Door af te vallen en slank te blijven, ook al moest ik er een hoop voor doen en bewandelde ik ongezonde en gevaarlijke wegen, kreeg ik wat meer zelfvertrouwen. Het was geen diepgeworteld zelfvertrouwen, omdat daar onder de grond al een negatief zelfbeeld geworteld lag. Dat ging niet voorbij door een beetje af te vallen, maar heel kort en aan de oppervlakte gaf het me wel wat meer rust en zekerheid. Ze konden me in ieder geval niet afwijzen omdat ik te dik was, dacht ik dan. Op lange termijn maakte het mij niet zekerder en groeide mijn problemen met gevoelens uiten en zelfbeeld ondergronds alleen maar door.
Ik wilde controle hebben
Door af te vallen en allerlei regels te bedenken rondom eten, had ik het idee dat ik controle had. Ik voelde me sterk en rustiger. Ik wist niet hoe ik moest leven en had het een en andere aan problemen met gevoelens en gepieker. Ik worstelde met mezelf. Die chaos in mijn hoofd werd getemperd door bezig te zijn met eten en af te vallen. Ik voelde me daardoor vlakker, kalmer en verdoofde alles wat ik niet wilde voelen. Voor heel eventjes dan, want daarna kwam het weer keihard terug. Ik had de touwtjes heel even in handen, dacht ik. Uiteindelijk bleek die controle helemaal niet gelukkig te maken, integendeel…
Ik wilde niet afgewezen worden
De reden om af te vallen die ik hier vlak boven beschrijf, is er eentje in het verlengde van deze. Ik had namelijk een grote angst om afgewezen te worden. Dat mensen me niet leuk zouden vinden, me zouden pesten, opmerkingen zouden maken over mijn uiterlijk of innerlijk. Door mijn onzekerheid en negatieve zelfbeeld kwam kritiek erg hard aan. Ik wilde daarom iets doen om wat meer zekerheid te hebben dat kritiek niet zou komen, bijvoorbeeld om veel aandacht te besteden aan mijn uiterlijk of erg slank te zijn. Een wasbordje, voldoen aan een ideaal en hier en daar wat make-up kon mij beschermen, dacht ik misschien wel onbewust. Dit werkte echter helaas ook niet voldoende. Ik voelde me snel afgewezen en kwam niet uit de knoop.
Zo kon ik laten zien dat het niet goed met mij ging
Op een gegeven moment had ik door dat ik niet alleen maar een beetje dun wilde zijn en graag lijnde. Er was meer aan de hand. Ik voelde me ongelukkig, somber en had verdriet. Ik huilde mezelf in slaap, schreef depressieve dingen in mijn dagboek en wist niet wat ik moest doen. Ik wilde niet meer enkel dun zijn, ik wilde mager worden. Zoals iemand met anorexia. Onbewust en achteraf gezien, wilde ik daarmee laten zien dat het niet goed met mij ging. Ik had hulp nodig, maar zat zo in de knoop met mezelf, dat ik niet goed wist hoe ik die hulp op een normale manier moest vragen en ik durfde dat ook niet. Gelukkig heb ik later betere manieren gevonden om aan te geven dat het niet lekker gaat.
Ik wilde serieus genomen worden
Toen ik in behandeling ging, wilde ik, door extra af te vallen, laten zien dat het echt wel ernstig was gesteld met mij. Ik was bang dat ze zouden denken dat ik me aanstelde en geen echte eetstoornis had of dat ik de dikste zou zijn in de groep. Vlak voor de behandeling wilde ik nog snel wat afvallen. Ik was erg bang om niet serieus genomen te worden. Dat gebeurde echter wel, want de behandeling ging vooral om de problemen die ik had met eten in mijn hoofd, de worsteling daar omheen en alles wat daarachter zat.
Ik begrijp uit mijn eigen ervaring met een eetstoornis, heel goed dat je misschien wat van deze punten herkent. Misschien heb jij nog wel andere redenen om af te vallen. Er kan van alles schuil gaan achter jouw wens om dun of zelfs mager te worden. Dat is niet gek. Wel is het goed om deze redenen serieus te nemen. Want alle redenen die ik hierboven beschrijf, spelen op dit moment geen of een gezonde, andere rol in mijn leven. Gelukkig. Ik wil niet meer dunner worden, ik wil absoluut niet mager zijn. En ik wil al helemaal niet op dieet om ergens aan te voldoen. Ik wil mezelf zijn, niet enkel super dun. Ik ben meer dan een eetstoornis en meer dan een lichaam. En daar hecht ik inmiddels veel meer waarde aan.
Welke redenen herken jij?
Fotografie: Ashley Harrigan
Geef een reactie