Eet zij meer of minder dan ik? Weegt zij meer of minder dan ik? Wie is er het ziekste? Wie heeft de meeste ziekenhuisopnames gehad? Wie heeft het het ergst? Wie verdient de meeste aandacht? De meeste hulp? Wie is het meest succesvol? Wie is het sterkst? Geen dag gaat voorbij zonder spanning, haat, jaloezie, angst en twijfel wanneer je eetstoornis een wedstrijd is.
Mijn eetstoornis leek als een vrij onschuldig iets te starten. Gewoon wat gewicht verliezen om me wat beter te voelen. Dat was het doel, maar al snel ging ik mijn doel voorbij. Met een sneltreinvaart raasde ik door en de noodrem leek zoek te zijn. Sneller, harder, beter. Dat het spoor ooit dood zou lopen wilde ik me niet mee bezig houden. Het voelde stiekem ook wel goed. Één spoor, één doel. Lekker simpel en lekker duidelijk.
Met elke meter die mijn eetstoornistrein maakte kwam ik dieper en dieper in eetstoorniswereld terecht. Ik merkte op dat ik hier niet alleen in was. Ik kwam met lotgenoten in contact via pro-ana sites. Ik werd door mijn ouders naar groepstherapie gestuurd waar ook mensen met eetstoornissen zaten. Op school brachten mijn leraren me in contact met een jongen met anorexia. Ik bekeek plaatjes van succesvolle, gelukkige (toch?), dunne celebrities. Ik zocht documentaires en tv programma’s op over eten en eetstoornissen. Hoe ziet die eetstoornis bij anderen eruit en op welke plek stond ik dan? Mijn eetstoornis was een wedstrijdje geworden.
Het begon allemaal bij pro-ana sites. Die had ik namelijk al heel snel ontdekt. Allemaal jonge meiden deelden hoeveel ze afvielen en hoe weinig ze aten. In het begin was het even mijn weg vinden. Ik las de brieven van Ana en Mia, keek naar thinspiration, had de tips om zo diep mogelijk in je eetstoornis te zakken nog net niet uitgeprint en boven m’n bed gehangen. Het ging lekker. Lekker met mijn eetstoornis, maar slecht met mij. Alleen zag ik dat nog niet.
Nee, ik voelde me enkel ontzettend sterk. Op gegeven moment was ik één van de meest actieve mensen op de pro-ana sites. Ik gaf de andere bezoekers tips. Ik steunde ze en hielp ze in hun eetstoornis. Niet per se omdat ik ze echt wilde helpen (als je dat al helpen kan noemen!), maar meer omdat ik me daar zelf zo veel beter door voelde. Ziekelijk, maar hier lag mijn kracht. Het was mijn wereldje en ik zat voor mijn gevoel op de troon, maar eigenlijk zat ik diep in de put.
Toen ik van mijn ouders in therapie moest werd die droom in duizend stukjes gesmeten. Ik ging in groepstherapie en de mensen die ik ontmoette sprak ik niet langer online, maar zag ik naast me zitten in levende lijven, maar wat zag ik eigenlijk? Ik zag niet hun pijn, hun wanhoop, hun gevecht, hun wens om beter te worden. Ik zag enkel hoe hun eetstoornis ‘beter’ was dan die van mij. Ik zag dat ze dunner of dikker waren dan ik. Ik hoorde hoeveel ze wogen en hoe ze hun tussendoortjes skipten. Hoe ze overgaven en flauw vielen. Ik moest het beter doen.
Ik had helemaal niet het doel om te herstellen. Ik zat daar omdat het moest. Mijn eetstoornis werd alleen maar sterker en sterker. In de eerste instantie viel ik juist meer af. Wat voelde dat goed zeg. In therapie en nog steeds kunnen afvallen. Doen alsof ik stappen zet, alsof ik m’n best doe, alsof ik me aan m’n eetlijst houd, maar ondertussen… Ik dacht dat niemand het door had, maar ondertussen weet ik wel beter. Alsof niemand me in de smiezen had, maar ja… Als iemand niet wilt herstellen, wat kan je dan nog doen?
Op een bepaald punt zeiden ze dat de therapie zou stoppen als ik meer af zou vallen. ‘Oke, whatever.‘ Maar mijn eetstoornis had zijn tol ge-eist en mijn lichaam kon niet meer. Ik kreeg last van extreme hunger en eetbuien. Ik schaamde me hier zo onwijs voor. Wat was ik aan het falen. Ik kwam aan tot een gezond gewicht. Enkel en alleen maar door eetbuien, maar ik hield me groot in therapie. “Nee, hoor, het gaat prima, kijk maar, ik kom aan.” Van binnen ging ik kapot. Wat een nep-anorect ben ik ook. Ik kan me gewoon niet inhouden. Ik ben doorgeslagen. De controle verloren.
Op gegeven moment stopte therapie. Het klinkt raar, maar doordat ik zo was aangekomen kon ik wel weer wat helderder denken. Ergens verlangde ik terug naar die kracht die ik voelde toen ik anorexia had, maar ik hoefde niet zo nodig meer af te vallen. Mijn lichaamsbeleving was een stuk gezonder, maar mijn eetstoornis was alles behalve weg. Ik had immers nooit écht ergens aan gewerkt. Op gegeven moment leerde ik mijn eetbuien te compenseren door over te geven. In de eerste instantie voelde dit wederom heel goed en sterk. Ik had weer de controle en direct dacht ik: Yes, ik kan eten wat ik wil en ook weer terug afvallen.
De eerste keer dat het me lukte om over te geven weet ik nog heel goed. Ik was helemaal alleen in het huis van m’n moeder en het nummer ‘Hollywood’ van Madonna stond op. Ik werd haast een beetje high van de situatie. Bizar eigenlijk, nu ik er aan terugdenk. Ik heb het ook nog nooit zo verteld, want hoe kun je nou trots zijn op zo iets vreselijks? Ik ben er niet trots op, maar toen was ik dat op een vreemde manier wel. How could it hurt you when it looks so good. Het was alsof ik in een soort film zat. Het ultieme leven. Mijn grootse geheim. A hot mess, net zoals op tv en in de bladen. Ik voelde me bijzonder en belangrijk, maar al snel kreeg ik de maken met de gevolgen…
Het lukte me niet om af te vallen. Niet een fantastische motivatie om te willen stoppen met eetbuien en braken, maar het speelde zeker me. Ik zal er niet om liegen. Daarnaast werd m’n gezicht ontzettend dik en lelijk, vond ik. M’n klieren waren opgezet, ik spuugde bloed en gaf al m’n geld uit. Nee, dit kon niet langer zo en ik wilde weer in therapie. Ik wilde hier vanaf. Ik wilde wel dun en mooi zijn, maar op een gezonde manier. Dat er nog behoorlijk wat bijgeschaafd moest worden aan mijn beeld van dun, mooi, gelukkig en gezond zijn was wel zo, maar achteraf is het wel oké, want dat kwam met de tijd. Hoe meer ik de eetstoornis op de proef ging stellen, hoe meer ik merkte dat het me eigenlijk ontzettend ongelukkig maakte. Ik was immers nooit goed genoeg. Altijd bezig een onmogelijke race te winnen.
Puntje bij paaltje is dat de motivatie om te herstellen en gezond te zijn er wel was. Alleen wist ik gewoon nog niet zo goed hoe ik dat in moest vullen en hoe ik op mezelf, mijn lichaam en mijn gevoelens kon vertrouwen en toelaten. Ik ging weer in groepstherapie. In het begin was het even wennen om met mensen in de groep te zitten die een veel lager gewicht hadden en veel minder aten, maar ik maakte me er niet langer druk om. Dat was geen wedstrijd waar ik me langer mee bezig wilde houden. Het was niet meer belangrijk, maar het vergelijken was ik nog niet verleerd. Ik zocht nog steeds naar manier om mezelf iets waard te vinden. Om ergens in op te vallen.
Wie ben ik eigenlijk? Ik ben niet de grappigste van de groep. Niet de knapste van de groep. Niet de meest exentrieke van de groep. Niet de ziekste van de groep. Niet de succesvolste van de groep. Niet degene met de heftigste problemen. Niet degene met de ergste trauma’s. Ik had niet ooit een ziekenhuisopname gehad. Ik had nog nooit in een kliniek gezeten. Ik vond mezelf niet bepaald een boeiend persoon. Niet in de positieve en ook niet in de negatieve zin. Waarom zit ik hier eigenlijk? Anderen hebben het toch veel erger dan ik? Zit ik dan met m’n domme probleempjes… Geen eer aan te behalen.
Ik mat mezelf niet meer aan gewicht of eetschema, maar aan achterliggende problematiek en karakter. Ik wilde ook bijzonder zijn. Gezien worden. Gezien in therapie en gezien in mijn omgeving. Soms maakte ik bepaalde zaken expres kleiner, omdat ik het toch maar gezeik vond en soms maakte ik het expres groter, omdat ik ook gezien wilde worden. Dat vond ik mooi, vond ik bijzonder. Ik wilde ook die erkenning die sommige groepsgenootjes kregen. Ik had het ook echt zwaar… hoor…
Om mij heen zie ik het nogsteeds gebeuren. Toen de blog ‘Waarom plaats je dit op Instagram?‘ van Scarlet online kwam dacht: Shit, maar zo had ik ook kunnen zijn. Wat snap ik het goed en wat hoop ik dat blogs zoals hier op Proud2Bme degene die er middenin zitten wakker kunnen schudden. Het is ook allemaal zo dubbel. Je online omgeving willen beschermen terwijl juist diegene die er zo diep inzitten die hulp ook hard nodig hebben. Triggers zijn vaak onvermijdelijk. Ze zijn op straat, in de supermarkt, online. Voor sommige kan je je afschermen en voor sommige niet. Hoe ga je daarmee om? Hoe laat je iemand voelen:
Het is écht erg genoeg. Dit maakt je niet gelukkig. Merk je dat dan niet?
De hulp die ik kreeg wees ik dikwijls af, want als ik beter zou zijn… Zouden ze me dan nogsteeds willen helpen? Ik wist niet of ik het wel aandurfde. Ik wilde zo graag gezien worden. Door die zieke wedstrijdjes te willen winnen en voor mijn gevoel soms ook te winnen, voelde ik me gezien, maar wat won ik eigenlijk? Wie was nu winnaar en wie was nu verliezer? Passen zulke termen überhaupt wel binnen dit onderwerp? Voor wie deed ik het eigenlijk? Voor mezelf? Maar het voelde toch niet goed? Voor de ander? Maar ik deed er zo veel mensen pijn mee. Ik was het even kwijt. Kon niet helder meer denken.
Het beeld van een eetstoornis en psychische problemen heb ik dikwijls geromantiseerd. Ik wilde dat bijzondere, mooie, maar geestezieke meisje uit de film zijn. Ik wilde gezien worden. Gehoord worden. De hoofdrol spelen, maar er valt geen eer te behalen in het hebben van een eetstoornis. Het leven is geen film. Een eetstoornis heeft geen happy end. Het brengt je geen geluk. Het maakt niemand mooi. Er valt niks in te winnen. Het is geen voorwaarde voor liefde en zorg. Het maakt je niet gelukkig. Je bent niet vrij en dan zou wel kunnen.
Het leven is het waard, gewoon zoals het is. Het is geen competitie. Je kan niet altijd maar pieken. Altijd maar de beste zijn. Door iedereen geliefd worden. Niemands leven is volmaakt. Ik zie de angst bij de mensen om me heen. “Maar haar leven is perfect, kijk maar.” Instagram is niet de waarheid. Ik ben blij dat ik kan zeggen dat ik nu een stuk milder ben geworden. Milder naar mezelf en milder naar het leven. De behoefte om geliefd te worden is er zeker. Het is een normale behoefte die we allemaal hebben, maar het is zo veel fijner om geliefd te worden gewoon zoals je bent dan om de winnaar te zijn op een race met een doodlopend spoor. Je leert jezelf waarderen. Als je al die kracht en energie (want die heb je) die je in je eetstoornis stak eens in iets moois zou steken… Je moest eens weten… Wat er dan allemaal mogelijk is.
♥
Geef een reactie