‘Wat fijn dat het beter gaat met je!’ Een opmerking die ik in de tijd na mijn opnames vaak te horen heb gekregen. Voor de meeste mensen is het een doodnormale en goedbedoelde opmerking, maar voor mij levert deze opmerking heel veel stress op. Deze blog is in de tegenwoordige tijd; ik heb er nog steeds veel last van. De blog van deze week schrijf ik om andere meiden en jongens tips te geven en te helpen, en mijn ervaringen te delen.
Als iemand zegt dat ze blij zijn dat het zo goed, of beter met me gaat schrik ik daarvan. Ik bevries als het ware. Beter? Gaat het dan goed met mij? Ben ik dan genezen, of denken mensen dat? Na zo’n opmerking zeg ik meestal netjes dankjewel, maar in mijn hoofd kan het nog uren rondspoken. Ik ben bang dat mensen denken dat ik het nu niet moeilijk meer heb, of dat ik al helemaal genezen ben van mijn eetstoornis. In mijn hoofd gaat het helemaal nog niet goed! Hoe kunnen ze dat nou zeggen?
Ik denk dat deze angst bij mij met meerdere dingen te maken heeft. Het eerste is dat ik niet goed om kan gaan met onbegrip. Het is voor de buitenwereld moeilijk te begrijpen dat als je weer eet, op een goed gewicht bent (of richting een goed gewicht aan het gaan bent) en je weer in de maatschappij staat, je het nog steeds erg lastig kan hebben. Zij zien aan je dat het een stuk beter gaat dan een tijd geleden en daar zijn zij blij mee. Dat is heel logisch, maar voor mij is dat lastig. Mijn eetstoornis is immers niet aan het eind van mijn opnames de deur uit gegaan. Ik heb geleerd dat in plaats van je hier boos over maken, je er beter zelf mee aan de slag kan gaan.
Probeer aan mensen die écht belangrijk voor je zijn, duidelijk te maken dat het inderdaad beter met je gaat, maar dat je er nog lang niet bent. Ik heb mensen verteld dat het nog elke dag een gevecht is. En dat ik juist nu ik weer terug ben in de maatschappij, veel andere uitdagingen ben tegengekomen. Hier hebben mensen veel begrip voor. Helaas begrijpt niet iedereen het. Probeer het ook niet uit te leggen aan mensen waar je geen hechte band mee hebt. Niet iedereen hoeft het te begrijpen, als de belangrijke mensen dat maar doen.
Het tweede wat deze positieve opmerkingen voor mij moeilijk maakt, is dat mijn eetstoornis het mij niet gunt dat het beter gaat. In de ogen van de eetstoornis is ‘beter gaan’ slecht en betekent het dat ik zwak ben. Het mag helemaal niet goed gaan! Dat verdien ik niet eens! Als het goed gaat met mij, is dat voor de eetstoornis fout. Me gelukkig voelen is iets wat ik mezelf (nog) niet gun. Als ik er goed over nadenk weet ik dat dit eigenlijk onzin is. Waarom zou het met mij niet goed mogen gaan? Het is toch allang genoeg vervelend geweest? Dan is het juist fijn als ik een dagje blij ben, hoe eng ik dat ook vind. Dit toepassen vind ik nog erg lastig.
Het laatste is dat ik erg bang ben dat ik losgelaten word. Ik lig niet meer in het ziekenhuis, mijn lichaam is aangesterkt en ik ga gewoon naar school. Toen ik net uit de kliniek was, vond ik dat heel raar. Ik kreeg geen kaartjes meer en er waren geen mensen die elke dag zeiden: ‘Wat erg dat je zo ziek bent, sterkte.’ En ik moet eerlijk toegeven dat ik dat best wel heb gemist. Soms heb ik zelfs nog buien dat ik eigenlijk het liefst al die negatieve aandacht terug wil. Maar dat is niet waar het in het leven om gaat. Het gaat niet om aandacht krijgen door ziek te zijn. Er zijn zo veel andere manieren om aandacht te krijgen en dat jezelf te gunnen. Daar hoef je echt niet ziek voor te zijn! Mensen laten je niet los na je dieptepunt, na de opnames. Ze zijn er nog steeds om te helpen. Natuurlijk wordt het anders, maar ik heb ontdekt dat positieve aandacht zoveel fijner is dan negatieve aandacht.
Mensen die trots op je zijn, omdat je zo hard vecht, dat is iets wat ontzettend waardevol is. Misschien nog wel waardevoller dan al die kaartjes bij elkaar. En waar het uiteindelijk om draait, is dat je weer trots mag zijn op jezelf. Want dat verdienen jullie allemaal.
Foto’s: weheartit.com
Geef een reactie