Wilsbekwaamheid en wilsonbekwaamheid zijn twee woorden die thuishoren binnen het gezondheidsrecht. Iemand is wilsbekwaam als die het vermogen heeft om zijn of haar eigen belangen ter zake te behartigen. Een vrij ingewikkeld begrip om voor artsen te beoordelen, want wanneer is iemand werkelijk wilsonbekwaam en wanneer niet? Hierin een keuze maken maakt het geheel vrij zwart/wit. Het kan immers best zijn dat een patiënt op bepaalde gebieden nog heel wilsbekwaam is, maar op andere gebieden niet. Is iemand dan volledig wilsonbekwaam? Dat blijft altijd een oordeel zonder bewijzen in de vorm van maat en getal en is in die zin nooit een objectieve keuze. Bij iemand die in coma ligt is het duidelijk dat iemand niet wilsbekwaam is, maar bij een patiënt met anorexia nervosa is dat vele malen ingewikkelder.
Iemand met anorexia nervosa laat zich in de meeste gevallen niet het zwijgen opleggen en zal, tevens grotendeels vanuit de psychische stoornis, zijn of haar mening laten horen. Officieel mag een patiënt die wilsonbekwaam is niet meedenken met het medisch handelen. Tegelijkertijd is het wel van waarde als deze informatie verschaft over zijn of haar doelen en de zaken die hij of zij liever vermijdt. Door iemand met anorexia de stempel wilsonbekwaam te geven verandert er nog niets aan het gedrag. Er is en blijft een strijd over het eten en gewicht.
“Eens zag de ziel vol verachting neer op het lichaam: en deze verachting was toen het hoogste: – ze wenste zich het lichaam mager, afzichtelijk en uitgehongerd. Zo dacht ze te ontglippen aan lichaam en aarde.” (Friedrich Nietzsche)
Als je lijdt aan anorexia is het door de stoornis soms nog lastig om de ernst ervan in te zien. Hierdoor zie je soms niet hoe gevaarlijk mager je werkelijk bent en wat écht nodig is om, liefst zonder blijvende schade, te herstellen. Je houdt je hierdoor niet aan aankomeisen of adviezen rondom voeding en bewegen. Door het hoge sterftecijfer bij anorexia nervosa is het echt wel van groot belang dat er gehandeld wordt. Om die reden wordt er soms tegen je zin in actie ondernomen. Op het moment zelf ben je daar, door de anorexia, niet blij mee, maar achteraf kan je dit wel als je redding zien.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij een BMI onder de grens van ernstig ondergewicht er bij volwassenen in veel gevallen sprake is van wilsonbekwaamheid. Bij jongeren is die grens eerder bereikt als gevolg van de kleinere vetmassa. Maar hoe wordt de wilsbekwaamheid van een patiënt met anorexia nervosa nou beoordeeld? Hiervoor moet worden gekeken naar vier aspecten bij het maken van een keuze door de patiënt. Het is belangrijk dat de professional onderzoekt hoe de keuze wordt gemaakt.
1. Ziektebegrip en behandeling
2. Erkenning van de ziekte en voordeel behandeling
3. Redeneren
4. Keuze maken
Een patiënt met anorexia die de ernst van de ziekte en de vorm en noodzaak van behandeling volledig begrijpt en kan beredeneren is tegelijkertijd niet per se wilsbekwaam. Het probleem zit hem bij mensen met anorexia nervosa of andere psychische problematiek, vaak in het waarderen. Hiermee wordt bedoeld dat hij of zij de noodzakelijke behandeling van de eetstoornis onvoldoende op waarde schat. De patiënt kan een behandeling altijd weigeren, echter een arts mag vanuit de verplichting die voortvloeit uit het goed hulpverlener schap niet niks doen als deze dit wel noodzakelijk acht. Dat kan zelfs een misdrijf zijn (Art 255. Wetboek van Strafrecht).
“Toen ik diep in mijn eetstoornis zat, dácht ik dat ik nog wel helder na kon denken. Toch werd steeds meer duidelijk dat ik de zaken niet meer realistisch kon zien. Ik had niet door dat ik mijn lichaam kapot maakte en dat ik op het randje van dood en leven balanceerde. Wat mensen ook tegen me zeiden… de dag erop was ik het alweer vergeten en vond ik het allemaal wel mee vallen. Ik had niet meer de ‘kracht in mijn hersenen’ om tegen de eetstoornis in te gaan en gaf voortdurend toe aan de dwang en drang om te veel te bewegen en te weinig te eten. Ik was mezelf niet meer, maar had dit niet écht door. Gelukkig kon ikzelf op tijd de omslag maken, anders had er door iemand van buitenaf ingegrepen moeten worden. Dat had heel naar geweest, maar ik zou deze achteraf wel dankbaar zijn voor het redden van mijn leven en toekomst.”
In eerste instantie moet worden gekeken naar de lichamelijke situatie van de patiënt aan de hand van bloeddruk, pols, temperatuur, glucose, kalium en een hartfilmpje. Anorexia mag dan een psychiatrische ziekte zijn, maar als de lichamelijke conditie in gevaar is, moet hierop eerst worden ingegrepen. Hiervoor moet gekeken worden naar hoe acuut het gevaar is m.b.t. de lichamelijke toestand. Als dit groot is, dan is een opname in een algemeen ziekenhuis noodzakelijk en niet in eerste instantie een opname op een PAAZ (Bopz maatregel).
Als iemand een opname weigert, dan moet overgegaan worden tot een beoordeling van de wilsbekwaamheid. Dit kan gedaan worden door een arts, eventueel in combinatie met een psychiater. Hierna kan ook overgegaan worden op een opname op een PAAZ, PUK (psychiatrische Universiteitskliniek) of PMU (Psychiatrisch Medische Unit) plaatsvinden. Bij weigering is echter wél een Bopz-maatregel (bijzondere opname psychiatrisch ziekenhuis) noodzakelijk. De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen regelt de onvrijwillige opneming van mensen met een psychische stoornis. Ook bevat de wet een regeling van de rechtspositie van personen, als ze eenmaal onvrijwillig opgenomen zijn. Dit betreft onder meer regels voor (dwang)behandeling en vrijheidsbeperking.
Als een patiënt reeds in behandeling is binnen de GGZ, maar langzaamaan lichamelijk in de gevarenzone terecht is gekomen, dan kan een Rechterlijke Machtiging (RM) worden aangevraagd. Hiermee kan de patiënt worden opgenomen tegen zijn of haar wil in. Er kan pas tot behandeling worden overgegaan indien er een Bopz-maatregel is.
“Als een hulpverlener een RM of IBS afgeeft is dit uiteraard heel pijnlijk en naar. Hij of zij kan aanvoelen als de vijand. Het is belangrijk om te onthouden dat die hulpverlener dit ook niet voor zijn plezier doet en enkel om jou te redden. Eigenlijk is hij op dat moment jouw beste vriend, …en de beste vijand van jouw eetstoornis.”
Als je lijdt aan anorexia ben je in de meeste gevallen goed in staat om jezelf uit te drukken in taal. Dit kan ervoor zorgen dat andere mensen kunnen denken dat het beter met je gaat dan het werkelijk gaat. Toch kan het minder goed ‘waarderen’ van zaken opgemerkt worden doordat de ernst van de lichamelijke klachten en gevolgen veelal gebaggetaliseerd wordt. Uiteindelijk zal enkel overgegaan worden tot een verklaring van wilsonbekwaamheid en gedwongen behandeling als gedacht wordt dat daarmee iemands leven gered kan worden….
Fotografie: Haley
Geef een reactie