Zie je wel: ADHD

“TING TING TING!” Ik kijk opzij en weet nog net op tijd voor de tram die aan komt rijden weg te springen. Hij komt twee meter verder dan ik stond tot stilstand en ik zie de bestuurder vloekend de noodrem er weer afhalen. “Sorry, sorry!” Roep ik nog, maar de tram rijdt snel verder en ik blijf met knikkende knieën staan. Autobestuurders toeteren naar me en een omstander roept of ik gek geworden ben. Ik liep gewoon te dromen en was daardoor bijna onder een tram gelopen. Ik schaam me dood en vervloek mezelf. Waarom ben ik ook zo’n sukkel?

Ik heb m’n oordeel meteen klaar. Zie je wel: ADHD. Mens, je kan je niet eens normaal op straat begeven zonder in zeven sloten tegelijk te lopen. Toen de tram net op tijd op mijn netvlies verscheen zag ik het leven echt even aan me voorbij flitsen en die arme trambestuurder… Die zal zich wel rotgeschrokken zijn. Mensen hadden van schrik dingen naar me geroepen op straat. Natuurlijk ben ik niet gek geworden! Tenminste, nee, toch? Zo ben ik gewoon. Pff, ik kon mezelf wel voor m’n kop schieten.

Zodra ik in de tram zit, waar ik eigenlijk naartoe aan het lopen was, app ik mijn vriend. “Ongelofelijk wat mij nu overkomt!” Hij doet er een beetje lacherig over. “Ach, het is toch goed gekomen?” Ach… Ach, ach. Denk ik boos. Jij weet niet hoe het is om mij te zijn. Ik ben er gewoon met m’n hoofd niet bij en dit had echt heel anders kunnen aflopen. Bovendien heb ik mezelf toch onwijs voor gek gezet!

Tot overmaat van ramp krijg ik een berichtje van een vriend van me: “Wil jij voortaan héél goed uitkijken bij het oversteken!” Ik app snel weer m’n vriend: “Neeee, iemand die ik ken heeft me gezien ook!” M’n vingers vliegen over het scherm van m’n telefoon en ik mis bijna m’n halte. Shit, Irene, kom op nou even. Ik stap uit en ga even zitten op het bankje van de tramhalte om me even op het gesprek met m’n vriend te focussen. Één ding tegelijk. Je hebt geen haast vandaag.

Na een minuut of 20 begint de adrenaline eindelijk mijn lichaam te verlaten. Het valt me op dat ik ook al 20 minuten lang dezelfde dingen in andere woorden naar mijn vriend aan het appen ben: Ik ben een sukkel. Ik ben stom. Ik had op moeten letten. Ik schaam me dood. Ik kan me nooit concentreren. Ik heb ADHD. Ik merkte dat hij ook niet meer zo goed wist wat hij moest zeggen. “Weet je,” dacht ik. “Je hebt gelijk. Het was stom, maar het is goed gekomen. Nu verder! Straks lach ik er vast weer om al is het slechts als een boer met kiespijn.” Er verscheen meteen al een kleine glimlach op m’n gezicht.

Nee, dit was geen flashback uit een verleden met een eetstoornis. De bijna aanrijding met de tram overkwam mij van de week. Ja, ik ben echt even goed kwaad op mezelf geweest en heb me heel erg stom gevoeld. Tot op zekere hoogte was dit heel erg terecht. Het is ook stom om bijna onder een tram te lopen, maar wat me opviel is dat ik er wel erg ver in doordraafde. Verder dan mijn omgeving, die schrok, maar daarna weer verder ging. Wat mij nog meer opviel was dat ik het meteen op mijn ADHD gooide. Ik smeet met verwijten naar mezelf. Was dat eerlijk?

Ik heb geen eetstoornis meer, maar dat betekent niet dat ik één bonk zelfvertrouwen ben. Ik heb geen nieuw hoofd gekregen na mijn behandeling, maar ik kan er nu wel anders mee omgaan. Dit betekent niet dat ik me niet goed voel. Ik ervaar m’n hoofd al lang niet meer zo intens als vroeger. Dat verandert echt. Ik ben heel tevreden met mezelf, maar toch loop ik nog wel eens tegen dingetjes aan die ik op moet lossen. Ik ben ook maar een mens en ik leer nog steeds. Dit was zo’n moment om van te leren.

Dus om op mijn vraag terug te komen. Nee, dat was niet eerlijk. De laatste tijd worstel ik weer iets meer met mijn ADHD. Iets wat een grote aanleiding is geweest voor mijn eetstoornis en nu wederom met de paniekaanvallen wordt gelinkt. Mijn leven is in het afgelopen jaar onwijs veranderd. Alleen maar in de positieve zin, maar toch bleek dat even omschakelen en dat heb ik gevoelt. Voor wie het zich afvroeg: Met de paniekaanvallen gaat het al een stuk beter of eigenlijk zelfs heel goed, maar waar ik met bovenstaand verhaal heen wil zijn de thema’s: Stigmatisering en zelfacceptatie.

Ik schreef weer meer te worstelen met mijn ADHD, tenminste zo ervaar ik dat. Wat er werkelijk aan de hand is is dat ik me er meer mee bezig ben gaan houden, omdat ik van die paniekaanvallen af wilde. Ik leg mijn denkpatronen opnieuw onder de loep en wat gebeurt er wanneer je iets onder de loep legt? Inderdaad, het wordt groter. Blijkbaar was het even zo groot geworden dat ik álles wat ik deed linkte met mijn ADHD. Zie je wel: Ik ben ongeorganiseerd, ik ben dromerig, ik krijg maar de helft mee, ik heb een afwijking, ik ben niet zoals de rest, ik kan dit niet. Ik draafde er even in door en moest mezelf op dit moment weer tot halt roepen. Dit was niet terecht.

Waarom deed ik ineens alsof ik mijn hele leven al onder trams aan het lopen was? Alsof je dat direct kon linken met ADHD? Alsof het de hele tijd al onwijs slecht met me ging? Ik gooide plotseling elke fout die ik maakte, elk dingetje dat ik vergat of over het hoofd zag op m’n ADHD, maar had dit niet iedereen kunnen overkomen? Ja, dit had iedereen kunnen overkomen. Niet alles is ADHD. Ik ben niet mijn ADHD. M’n vriend vroeg heel terecht: “Maar hoeveel overzicht denk je te kunnen hebben? Denk je niet dat we allemaal wel eens wegdromen? Allemaal wel eens iets vergeten? Allemaal wel eens door de bomen het bos niet zien?” Ja, dat is zo. Daar had hij helemaal gelijk in. Mijn onbehaalbare wens om altijd, overal overzicht op te hebben ter compensatie van mijn concentratiestoornis zorgde voor paniek en oneerlijke verwijten naar mezelf.

Het lastige van diagnoses is dat we ons er soms blind op staren. Dit betekent niet dat we het niet serieus moeten nemen, want ja, ik moet hier wat extra aandacht aan besteden, maar het maakt mij niet tot wie ik ben. Niet alles wat even anders loopt is de schuld van mijn diagnose. Ik ben misschien iets dromeriger dan de rest, maar ik red me prima in het leven. Sterker nog, ik vind mijn leven hartstikke leuk. Even uit die tunnelvisie, want we zijn nog zoveel meer. Stop jezelf niet in een hokje. Het beperkt je. Dingen lastig vinden, fouten maken, je soms doodschamen, ervan leren. Niet vergeten, wel vergeven. Een diagnose te hebben zonder een diagnose te zijn. Het goede blijven zien. Dat is zelfacceptatie en dat maakt het leven zo veel fijner.

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

5 reacties op “Zie je wel: ADHD”

  1. Echt Dankje! Komt helemaal op het juiste moment. Precies dit ervaar ik continu. Ik worstel door het er tegenaan lopen op school ook weer meer met mijn adhd. Alle’ben je niet goed bij je hoofd!’ En ‘ze moeten haar een schop onder haar kont geven’ (beide serieus gebeurd deze week toen ik niet uitkeek in het verkeer) komen extra hard binnen.

    Ik lees graag over hoe jij hier mee omgaat. De paniek en angst herken in ook. Ik ben continu bang dat iets me door de vingers glipt.

  2. Gaaf! Je slot conclusie. Zo is het!

  3. Je schrijft helder en duidelijk heb zelf ook ADD en pddnos

  4. Mooie blog Irene, dankjewel! ♥

  5. Heel erg herkenbaar, dat je je zo erg stom voelt en je zo erg schaamt…
    Terwijl je, als het bij iemand anders was gebeurt, de situatie meer begrip toe zou eigenen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *