De huisarts heeft de diagnose gesteld: Aafke, mijn dochter heeft Anorexia Nervosa. Nu we weten wat ze heeft, kan ze snel geholpen en genezen worden. Althans dat dacht ik toen we weer buiten op de stoep stonden bij de huisarts. In onze ene hand hadden we een doorverwijzing voor de kinderarts en het ziekenhuislaboratorium, en in onze andere hand hadden we een telefoonnummer van een eetstoorniskliniek.
Op die stoep bij de huisarts wist ik even niet wat ik ernstiger vond klinken: Anorexia Nervosa of eetstoornis? Het Latijnse Anorexia Nervosa klonk medisch en ver weg; het klonk als iets ingewikkelds dat wel oplosbaar was. Maar het Nederlandse begrip eetstoornis was toch andere koek! Is een stoornis een ziekte? Kan de kinderarts de stoornis wel genezen? Wat is een stoornis eigenlijk precies? Een stoornis; hoort daar eigenlijk geen psychiater bij? En, wat moet mijn kind in een eetstoorniskliniek? Waar staan die klinieken? Gaan ze haar daar beter maken? Het bezoek aan de huisarts had veel meer vragen opgeleverd dan antwoorden. ###
Al snel zou blijken dat dit het begin was van een traject met heel veel vragen die zich achter elkaar aandienden, en die niet allemaal beantwoord konden worden. Na een paar maanden moest ik de mannenlogica dat op elke vraag een antwoord te vinden is, loslaten. Het gaf mij rust te accepteren dat er niet op elke vraag een antwoord te vinden is!
Aafke trok mij aan mijn jas: “Wat sta je hier te dromen pap. Ik wil naar huis, ik heb het koud!” Thuis aangekomen ging ik direct aan de slag met de telefoonnummers die ik gekregen had. Het bellen met alle instanties leek wel een fulltime baan. Bij de kinderarts en het laboratorium konden we de volgende dag al meteen langskomen. Ik verbaasde me over de snelheid waarmee we dit konden regelen. Maar die verbazing was van hele korte duur. Want een afspraak maken met de eetstoorniskliniek was toch wel van een hele andere orde. Een hele aardige mevrouw stond mij telefonisch te woord. Ze vond het heel naar voor ons dat onze dochter Anorexia had. Als zelfs de medewerkers van een kliniek de ziekte (of was het nou een stoornis?) naar vonden, was het toch misschien veel erger dan ik dacht. Helaas kon de kliniek op korte termijn niets voor ons betekenen, want ze hadden een enorme wachtlijst. “Een enorme wachtlijst?”, dacht ik, “maar hoeveel kinderen zijn er dan niet die dit hebben, en waar wonen ze dan, want wij zien ze nooit.”
De kliniek kon ons wel een hele goede psychologe aanbevelen, die veel ervaring had met Anorexia. Een uur later had ik de psychologe aan de lijn. Ze had het helaas ook heel erg druk, maar ze wilde voor Aafke een uitzondering maken. Over twee dagen konden we bij haar terecht. De school moest nog gebeld worden; want ik verwachtte wel dat Aafke een paar dagen niet op school zou zijn. Later zouden de paar dagen, weken worden en de weken, maanden. Wat ik toen ook niet wist was dat ik toen onbewust het “Anorexia managementbureau” had opgericht. Want al heel snel zou blijken dat er heel wat te regelen viel. Nog later zou blijken dat ik er soms wel een dagtaak aan had.
Door: Simon.
Simon is de vader van Aafke en schrijft over zijn ervaringen met de eetstoornis anorexia. Simon en Aafke zijn gefingeerde namen.
Volgende keer: Op bezoek bij de kinderarts
Geef een reactie