15 jaar met een eetstoornis, is 15 jaar van pieken en dalen. 15 jaar leven in je eigen schaduw, bezeten door het stemmetje van de eetstoornis. Zo vaak heb ik gedacht om het op te geven, zo vaak was ik moe van het gevecht met de eetstoornis. Ik wilde dat het ophield, dat het stemmetje ophield met het tetteren in m’n hoofd: “Stop met eten, slappeling, je faalt, je zult nooit perfect zijn, je bent veel te dik, niemand mag jou.”
Ik verlangde zo naar perfectie, maar ik was tegelijkertijd zo moe van het gevecht. Zelfs zo moe dat ik wilde opgeven en de eetstoornis wilde laten winnen, ik kon niet meer vechten, ik zou toch nooit geen perfectie behalen. Het isolement van 15 jaar eetstoornis waren hele eenzame jaren, met name in het begin. Je leeft in je eigen isolement door je eetstoornis. De saboterende gedachtes die je, jezelf blijft wijsmaken, staan elke vorm van hulp in de weg; “Het is niet zo erg; ik kan zo stoppen met het “schuiven” van mijn eten; ik let gewoon een beetje op de lijn; ik laat mezelf heel soms even gaan; compenseren doe ik alleen deze ene keer, omdat ik iets te veel gegeten heb, etc.” En dan ineens besef je dat je er niet meer mee op kan houden.
Het obsessieve gedrag neemt toe, je wilt heel graag dat het stopt, dat je terug kan gaan naar dat “normale” meisje wat je altijd was. Het meisje dat onbezorgd kon genieten van een ijsje, een stukje vlees of bij oma de kast in dook voor dat ene heerlijke stukje chocolade wat alleen oma in de kast had liggen. Het meisje dat bruist van de energie, dat met vrienden afspreekt en dat spontaan de deur uitloopt om plezier te maken, maar dan is het al te laat en kun je het zelf niet meer stoppen.
Onbegrip
Daarna volgen de jaren van hulp zoeken en daarbij komt ook veel onbegrip van de omgeving om de hoek kijken. Het niet begrijpen van deze ziekte is vaak de eerste reactie van de omstanders. Het lijkt zo zwart/wit voor buitenstaanders: “Doe gewoon normaal, eet normaal en stop met laxeren, braken en sporten. Zo moeilijk is dat toch niet?” Pas wanneer het echt fout gaat, gaan ineens alle alarmbellen af. En dan komt het besef dat het meer is dan alleen eten.
Het hart geeft op
Mijn dieptepunt kwam pas na 13 jaar, tijdens een autorit werd ik bezeten door het stemmetje van de eetstoornis die in mijn hoofd bleef schreeuwen. De tranen rolde over mijn wangen, ik begon heel hard te roepen; “stop!, stop alsjeblieft, laat me met rust!” Ik heb de auto aan de kant gezet, mijn handen tegen mijn oren gedrukt en gehuild. Daarnaast voelde ik dat mijn hart oversloeg en voelde ik mij fysiek ziek worden. Zodra ik iets gekalmeerd was reed ik direct naar een arts waarna kalium tekort werd geconstateerd, mijn hart was het aan het opgeven. De periode daarna begon de hulpverlening op gang te komen en begon ik aan een intensief traject in een eetstoorniskliniek.
Confrontatie met de eetstoornis
Ik dacht werkelijk tot op de dag in de eetstoorniskliniek dat ik niet ziek genoeg was om hulp te krijgen en dat ze mij vast weer naar huis zouden sturen. Dat gebeurde niet. Ik werd tijdens de therapie geconfronteerd met hoe erg de eetstoornis mij had opgeslokt. Zie lieten mij onder andere inzien in dat ik geen sociaal leven meer had, doordat de eetstoornis mij altijd vertelde dat vrienden niet op mij zaten te wachten, omdat ik te dik was of te veel had gegeten die dag. In mijn hoofd zou iedereen mij uit lachen om mijn gewicht, ik was niet perfect, dus strafte ik mezelf door de afspraken af te zeggen. Een cirkel die al jaren gaande was en die me steeds meer afzonderde van de buitenwereld.
Daarnaast werd ik tijdens de therapie wakker geschud, omdat ik weer moest gaan leren eten. De opdracht om zelf een pakje halfvolle yoghurt te gaan kopen, resulteerde in 2 dagen non-stop voorbereiding, met het uitzoeken welke yoghurt de minste calorieën bevatte. En op de dag zelf heb ik 1,5 uur voor het rek gestaan en ben ik met lege handen, huilend de supermarkt uitgelopen. Daar kwam het besef ineens heel hard binnen dat ik echt ziek was.
Onbetaalbare vrienden
Ik heb geluk gehad met mijn vrienden, collega’s en familie. Nadat zij zagen hoe slecht het met mij ging, ontving ik enorm veel steun. Zonder hen had ik het nu niet na kunnen vertellen waarschijnlijk. Zij hebben mij elke dag opnieuw er doorheen gesleept. Soms door er gewoon te zijn en te luisteren, soms door me te helpen met de eetlijsten te volgen of door te bellen om te vragen hoe het met me ging. Er zijn zelfs vrienden geweest die weken lang bij mij thuis zijn ingetrokken, om te zorgen dat ik al mijn eten binnen hield. Ze ontnamen mij letterlijk de ruimte om te kunnen compenseren. Ik heb ze soms echt “gehaat”, of beter gezegd, de eetstoornis haatte ze. Maar ze hadden gelijk; zij, maar vooral ikzelf, kon mezelf niet alleen vertrouwen met eten. Achteraf ben ik ze nu zo ontzettend dankbaar, dat zij niet alleen begripvol zijn geweest, maar ook heel kort en kordaat op de momenten dat ik dat zelf niet kon zijn.
Littekens
15 jaar eetstoornis laat ook littekens na. De fysieke “wonden” zullen nooit meer genezen, ik heb mijn lichaam kapot gemaakt. Mijn hart heeft een klap gehad en kampt met ritmestoornissen, ik kan waarschijnlijk nooit geen kinderen krijgen, ik voel me vaak fysiek moe en mijn lichaam reageert heftig op heel veel soorten eten. Dat is de prijs die ik betaal voor deze rot ziekte. Ondanks de fysieke gevolgen, gaat nu goed met me. Ik ga nog steeds regelmatig naar de eetstoorniskliniek. Maar nu meer in de vorm van “onderhoud”. De behandeling van een eetstoornis duurt gemiddeld 5 jaar.
Vechten voor de toekomst
En ondanks dat het goed gaat, vecht ik tot op de dag van vandaag elke dag tegen het “stemmetje” van de eetstoornis. Ik denk dat het nooit meer echt helemaal gaat verdwijnen. Ik kan het stemmetje nu wel controleren en de baas zijn. Maar nog steeds maak ik elke dag heel bewust de keuze om de eetstoornis te negeren en te kiezen voor het leven dat ik zo graag terug wilde hebben; gezond, vol energie, vrienden, spontane uitjes en genieten. Gewoon de vrouw zijn die misschien niet perfect is, maar wel leeft en geniet van elke dag! Voor iedereen met een eetstoornis: laat alles er zijn, wat er is: huil, schreeuw, lijdt, wees boos, gefrustreerd en wees bang. Maar bovenal VECHT! Er is echt nog zoveel om voor te vechten, geef niet op je bent het waard!
Inmiddels ben ik 29 en eindelijk bijna aan het einde van mijn behandeling. Ik wilde mijn verhaal een keer doen, omdat ik hoop dat met mijn verhaal andere meiden en jongens er in blijven geloven dat je kunt genezen, ook na zo’n lange tijd vechten tegen je eetstoornis.
Geef een reactie