Het is bijna drie uur ‘s nachts en eindelijk mag ik van mezelf naar bed, ik baal. Ik had me toch zó voorgenomen om alles vandaag te laten staan en lekker vroeg te gaan slapen. Weer kon ik het niet laten, zó zwak ben ik nu. Het enige wat ik wil is controle over mezelf en zelfs dat heb ik niet!
Wat ben ik dan waard? Als ik niet eens mezelf in controle kan houden, wat kan ik dan wel? Weer zó veel gegeten, weer zó veel gespuugd, weer zó veel gesport. Ik kan niet meer…
Afgelopen zomervakantie (2009) ben ik met mijn ouders en mijn broertje naar Italië geweest, heerlijk was het! Prachtig weer, mooie stadjes, lekker eten… Ik at die vakantie erg veel, gewoon, omdat ik zo van Italiaans eten houd. In de laatste week kreeg ik door dat ik wel erg veel at, dus at ik wat minder, niks in extreme maten, gewoon, normaal. Toen we weer thuis kwamen heb ik één stap gezet, een stap de verkeerde richting op, een stap die mijn leven veranderde….
een stap op de weegschaal
xx kilo woog ik. Vrij veel voor een 16-jarig meisje van mijn lengte, maar ik maakte me er niet echt geweldig druk om, je kon het niet zien aan mijn lichaam. Ik heb me nooit zorgen gemaakt over mijn gewicht. Ik lette er wel op hoe ik er uit zag, dat vond ik belangrijker. Hoeveel je weegt maakt toch niet uit? Als je er maar goed uit ziet! Dat was mijn motto. Met de nadruk op ‘was’. Dit jaar ging ik naar 5 Havo, ik kwam in een nieuwe klas. Letterlijk al mijn vriendinnen zaten met z’n allen één klas en ik zat in een andere. Dit maakte mij erg onzeker.
In de 2e kwam ik namelijk ook in een klas waar ik bijna niemand kende en dat jaar ben ik erg gepest. Dit jaar kwam ik dus weer in een klas waar ik niemand kende, op een meisje na, met wie ik het wel goed kon vinden. Na een maand werd zij overgeplaatst naar een andere klas, terwijl ze dat zelf niet wilde. Haar moeder, mijn moeder, zij en ik hebben er veel aan gedaan om het terug te draaien maar de school wilde niet luisteren.
Toen was ik (voor mijn gevoel) alleen. Ik kende niemand echt goed in mijn klas en mijn vriendinnen hadden vrijwel andere roosters. Perfectionistisch als ik ben wilde ik graag hoge cijfers halen en deed daar dan op mijn manier ook erg veel voor. Toch kon ik mijn draai niet vinden en ben op zoek gegaan naar iets wat mij houvast gaf. Iets waar ik controle over kon hebben, iets waar ik goed in was en waardoor ik zekerder van mezelf zou worden. Die xx kilo zat nog vers in mijn achterhoofd en ik besloot er iets aan te doen. Als ik dunner zou worden zouden mensen uit mijn klas misschien wel contact met me zoeken.
Dit is volgens mij enkel de druppel geweest die de emmer deed overlopen. Er zijn meer dingen gebeurd en ik heb meer dingen meegemaakt die er volgens mij toe hebben bijgedragen dat ik nu een eetstoornis heb. Wat die dingen precies zijn, weet ik zelf nog niet helemaal en ik zal er ook verder niet over uitweiden…
Dat afvallen wilde niet zo vlotten. Ik vond eten erg lekker en ik kon het niet goed laten staan. Tot ik een verhaal las van een meisje dat haar eten uitspuugde. Ik wist dat dit slecht voor je was maar ik kon het wel een keertje proberen, dacht ik. Eerst deed ik het enkel als ik echt teveel gegeten had, maar na een niet al te lange tijd hing ik iedere avond na het eten boven de wc. Ik kocht een eigen weegschaal en zag dat de cijfertjes wat gedaald waren, wat was ik trots! Ik vond dit zo fijn dat ik besloot om het wat drastischer aan te pakken en ik at op een gegeven moment erg weinig, …om dit vervolgens uit te spugen. Uiteindelijk ben ik op deze manier in totaal bijna x % van mijn eerdere gewicht verloren, maar ik was niet tevreden, ik wilde meer.
Toch was ik niet zo sterk als ik wilde dat ik was. In de weekenden ging het vaak fout en at ik veel patat en ander ‘slecht’ voedsel. Dit spuugde ik weliswaar uit, maar ik voelde me er zo slecht door. Ik vond dat ik alles had verpest. Toch werd de hunkering naar eten steeds groter. Vaak at ik de hele dag nog steeds niks, tot ik ‘s middags of ‘s avonds alleen thuis was en ik mezelf niet meer kon beheersen. Ik propte me vol met alles wat ik binnen mijn bereik had en meestal spuugde ik dit ook weer uit. De eetbuien werden steeds groter en groter en ik voelde me slechter en slechter. Dag in dag uit was het hetzelfde liedje, ik werd er zo moe van. Niet altijd kreeg ik de mogelijkheid om het uit te spugen en hierdoor ben ik behoorlijk aangekomen. Doordat ik aankwam werd ik alleen nog maar onzekerder, voelde me slechter en walgde steeds meer van mezelf. Doordat ik me zo slecht voelde zocht ik soms troost in het eten, en zo was het cirkeltje weer rond.
Op een gegeven moment maakte mijn moeder opmerkingen als ik een bijvoorbeeld een chocolaatje afwees. Dit waren opmerkingen als: ‘heb je Anorexia ofzo?’ of ‘Ben je gestopt met eten?’. Ze bedoelde het half als grapje, half serieus. Toen ik op een gegeven moment met haar aan het lunchen was en ik eigenlijk niet had gegeten, heb ik haar verteld dat ik, wat eten betreft, dingen deed zoals het niet hoorde. Mijn moeder schrok natuurlijk erg maar we hebben het nog een tijde aangekeken in de hoop dat het een soort ‘fase’ was en het weer vanzelf over zou gaan.
Uiteindelijk ging het alleen maar slechter en heb ik er na veel wikken en wegen mee ingestemd om naar de huisarts te gaan. Gelukkig nam zij mijn verhaal erg serieus. Ik moest van haar een eetdagboek bijhouden en na twee weken moest ik weer terug komen. Ik vond het vrij lastig om dat eetdagboek bij te houden, omdat ik hierdoor echt met mijn neus op de feiten werd gedrukt. Mijn eetpatroon was niet normaal, ik kon niet meer normaal omgaan met dingen die voor anderen een gewoonte zijn. Ook mijn huisarts zag dat het niet goed met mij ging en ze heeft mij na een paar afspraken doorgestuurd naar het jeugdriagg.
Bij het jeugdriagg aangekomen kreeg ik één keer in de week een gesprek met een psychologe. Gelukkig is zij erg aardig en voel ik me goed op mijn gemak bij haar. Al snel na het kennismakingsgesprek werd me gevraagd of ik meer hulp zou willen dan alleen een keer in de week een gesprek. Ik twijfelde een beetje maar op dat moment had ik behoorlijk veel motivatie en heb ik ‘ja’ gezegd. Mijn psychologe sprak over de Bascule, om daar in de dagbehandeling te gaan. Ik vond het op dat moment allemaal wel best en er zou een behandelplan gemaakt worden.
Twee weken later kreeg ik het behandelplan in handen: ‘diagnose: 16 jarig perfectionistisch meisje met Boulimia Nervosa.’ Dat was wel even een klap in mijn gezicht. Ik wist wel dat ik een abnormale omgang met eten en bewegen had, maar dat ik een ziekte had? Nee, zo ver was ik nog niet. Toch stond het daar, zwart op wit. Het duurde een tijdje voor ik het wilde geloven en ook echt kon geloven. Maar zo ver ben ik nu inmiddels wel. Ik weet dat ik een ‘ziekte’ heb en dat ik er iets aan moet veranderen. Maar vooral dat laatste is erg lastig. Helemaal alleen kan ik het niet, hoe graag ik het soms, ergens diep in mij, ook zou willen. Ik heb er hulp bij nodig en die krijg ik.
Iedere dag neem ik mezelf voor om het weer net tzo te doen als toen, om weer af te vallen, de touwtjes zelf in handen te nemen en zélf mijn leven in controle te nemen. Ieder dag mislukt het weer en iedere dag haat ik mezelf omdat ik het niet kan. Met mezelf leven kan ik op het moment eigenlijk niet. Naar de buitenwereld laat ik het zo veel mogelijk lijken of het goed gaat, ik wil niet dat anderen mijn problemen met zich mee dragen. Toch weet ik dat mijn beste vriendinnen en mijn familie dat wel doen en daar voel ik me erg schuldig om.
Iets wat mij is opgevallen nu ik Boulimia heb en ik hiervoor uitkom, is dat er erg weinig bekent is over deze eetstoornis. Veel mensen hebben er een verkeerd beeld bij en weten niet goed wat het inhoud. Dit is jammer en het is ook vervelend voor de mensen die Boulimia hebben. Er is zo veel onbegrip wat Boulimia betreft, dat het de stap om er voor uit te komen zo groot en eng maakt. Mensen geloven je niet, denken dat alles wel mee valt en denken dat je je aanstelt. Ik zou heel erg graag zien dat hier verandering in komt, dat er meer bekend wordt over Boulimia en dat er meer begrip voor komt en ik wil hier erg graag aan meewerken. Door mijn verhaal naar buiten te brengen, hoop ik hier alvast een héél klein beetje aan te bijdragen.
Op het moment heb ik twee keer in de week gesprekken en over niet al te lange tijd heb ik een intake voor dagbehandeling. Ik weet niet zo goed wat ik er van moet verwachten en ik voel er niet echt veel bij. Op het moment voel ik überhaupt niet zo veel. Ik ‘leef’ van dag tot dag en ik doe wat ik moet doen. Dat ‘leef’ zet ik tussen haakjes omdat ik niet echt het idee heb dat ik werkelijk leef.
Ik voel niet, ik geniet niet en ik denk amper aan andere dingen dan eten/niet eten en alles wat daarmee te maken heeft. Daarbij ben ik vaak ergens met mijn hoofd, maar vraag mij niet waar… Ik ben op, moe, gesloopt. Toch vind ik het erg lastig om mijn manier van leven op dit moment los te laten, het is zo veilig en vertrouwd. Nu kan ik tenminste nog proberen om de controle te nemen, en als ik in behandeling ben, kan dat niet meer.
Maar er is iets in mij, dat niets liever wilt dan weer terug naar mijn oude leven. Iets in mij vind het vreselijk om op deze manier te leven en wilt weer kunnen genieten van het leven. Dat ‘iets’ is vaak ver te zoeken maar ergens weet ik dat het er altijd zit. Een klein ‘geluk’ is dat dit alles in verhouding nog niet zo lang speelt en dan schijn je er dus makkelijker vanaf te komen, iets wat ik op het moment nog vrij moeilijk kan geloven. Ik ben nog niet ver, maar ik heb “de tweede eerste stap” gezet. Gelukkig heb ik veel lieve mensen om mij heen, die mij steunen door dik en dun. Die mij zo veel geven, ook op dit moment, nu ik hun vrijwel niks terug kan geven. Ik weet dat ik nog een lange, hobbelige en kronkelende weg te gaan heb, maar ik zal er alles aan doen om door te blijven lopen.
Keep on walking
Geef een reactie