Heb ik goed genoeg geleerd? Wat moet ik dit weekend toch gaan doen? Kwam ik niet raar over? Wat kies ik voor ontbijt? Had ik iets anders moeten zeggen? Sta ik niet raar op deze foto? Is wat ik schreef niet overdreven? Waar is alles toch mis gegaan? Wat als ik het overzicht niet heb? Zou alles straks nog mis kunnen gaan? Piekeraars blijven zichzelf maar vragen stellen. Wat als… Wat nu… Wat dan… Hoe meer je jezelf afvraagt, hoe gecompliceerder het allemaal wordt.
Zelf kon ik enorm piekeren wanneer ik in de avond in bed lag. Dan begon ik ergens aan te twijfelen, stelde ik allerlei doemscenario’s voor en leek het onmogelijk om mijn aandacht daar nog vanaf te houden. Zie je wel, zie je wel, zie je wel. In mijn hoofd was het al bijna waarheid geworden. Ik probeerde mezelf te vertellen dat ik dat niet kon weten. Dat het helemaal geen zin had om hier over na te denken, maar het lukte me niet om het los te laten. Ik wilde zekerheid!
Die zekerheid en controle speelde een grote rol in mijn eetstoornis. Ik had vaak het gevoel dat ik dingen over het hoofd zag. Ik was bang daardoor onbewust enorme fouten te maken die een grote invloed op mijn leven zouden hebben. Zo was ik bijvoorbeeld bang om onbewust te veel te eten, maar ook kon ik bang zijn dat ik geldzaken niet goed had geregeld of verkeerde keuzes zou maken in mijn werk of studie. Intussen weet ik dat je niet altijd alles onder controle kan hebben. Je doet je best, luistert naar je verstand en volgt je gevoel. Meer kan je niet doen. Als je het idee hebt wél iets te kunnen doen, doe dat dan. Zo niet, probeer het dan een beetje los te laten.
Zo kon ik wat geldzaken betrof bijvoorbeeld best het één en ander extra uitzoeken of aan mijn ouders vragen. Als het niet op het piekermoment zelf kon, kon het helpen om het even op een briefje te schrijven zodat ik het op een moment dat het wel uit zou komen zou kunnen uitzoeken. Ik moest erop vertrouwen dat er in één nachtje slapen of één weekje tijd niet ineens heel veel veranderd zou zijn.
Maar ook in contact met andere mensen kon ik heel onzeker zijn en het gevoel hebben dat ik geen controle had of het anders aan had moeten pakken. Van tevoren was ik al bang dat ik verkeerd over zou komen en achteraf kon ik wel honderd dingen bedenken die ik anders had kunnen doen. Ik was zo bang dat mensen me zouden afwijzen dat ik me daar erg druk om kon maken, maar wat kon het druk maken me er op dat moment bij helpen? Achteraf kan je altijd wel honderd dingen bedenken die je anders had kunnen doen. Geen mens is perfect, niemand kijkt met zo’n vergrootglas naar wie jij bent en jij bent veel kritischer voor jezelf dan een ander voor jou zou zijn.
Bovendien ben jij nooit in je eentje eindverantwoordelijk voor hoe het contact tussen twee mensen verloopt. Daarnaast is het ook niet mogelijk om altijd maar met iedereen een enorme klik te hebben. Het is voor je eigen gemoedsrust dan ook beter om het een beetje los te laten. Sterker nog, in werkelijkheid valt het allemaal waarschijnlijk best mee. Stel jezelf de volgende vragen maar eens:
1. Zijn je negatieve piekergedachten ooit eerder uitgekomen?
Uhhh, hmmm.. Goede vraag! Al zeg ik het zelf haha. Op het moment dat ik deze blog schrijf, zou ik er eerlijk gezegd geen antwoord op weten te geven. Zo zie je ook maar weer hoe snel dit soort gedachten met de tijd ook weer vervagen en blijkbaar helemaal niet zo groot waren als jij het op dat moment voelde. Misschien dat sommige piekergedachten wel zijn uitgekomen, maar de meeste eigenlijk helemaal niet. Ik geloof niet dat alle dingen waar ik ooit over gepiekerd heb werkelijk een enorme invloed op mijn leven hebben gehad. Het is goed voor mij om hier bij stil te staan.
2. Wanneer is iets ooit écht mis gegaan?
Natuurlijk gaan er weleens dingen mis in het leven. Ik zal je niet proberen wijs te maken dat alles altijd helemaal goed komt en leuk is. Nee, het leven is soms grillig en fouten maken we allemaal. Maar hoe vaak gebeurt dit nu werkelijk en in hoeverre is het dan echt funest voor de rest van je leven? Tja, als je het zo bekijkt, valt het eigenlijk wel mee. Misschien zijn de dingen die ik niet zo had gewild ook wel weer te overzien en maak ik ze op dit moment in mijn hoofd veel groter. Die doemscenario’s in mijn hoofd hadden vaak niets te maken met de realiteit. Herkenbaar? Ja. Maar wat nou als vandaag nou die ene keer is dat het wel écht mis gaat? Je piekerbrein geeft niet zomaar op en dat brengt ons naar de volgende vraag.
3. Is dat nooit meer goed gekomen?
Stel dat het echt mis gaat, wat dat ook moge betekenen. Dat je je hart breekt, je veel geld terug moet betalen, je baan verliest, met je studie moet stoppen… Dingen die mij weleens zijn overkomen en waarvan ik op dat moment dacht dat het nooit meer goed zou komen met mij. Ik zal niet zeggen dat iets niet heel erg rot kan zijn, maar dat wil niet zeggen dat alles dan verloren is. Je voelt je rot, maar je vindt je weg, past je aan, probeert het positieve te zien en je bouwt weer wat op. Er zijn veel mensen die hele vervelende dingen overkomen. Soms doordat ze iets over het hoofd zagen of ergens te makkelijk over dachten, vaak ook gewoon door stomme pech. Dat maakt jou geen verkeerd persoon, maar het is wel vervelend. Toch vind je je weg en komt het uiteindelijk goed, one way or another.
Op deze manier kan je welke piekergedachte dan ook een beetje proberen te relativeren. Waarschijnlijk maak je het groter dan het is, denk je een beetje in doemscenario’s en bovendien; wat gaat piekeren op zo’n moment nou oplossen? Ik weet dat het vaak makkelijker gezegd is dan gedaan, maar alle kleine beetjes helpen. Je kan het in ieder geval eens proberen en als het af en toe werkt is dat natuurlijk ook al winst.
Iets anders dat kan helpen bij piekeren is bijvoorbeeld het inlassen van een piekerkwartier. Een moment op de dag dat je er even voor mag zitten en mág piekeren. Als je dan op een ander moment voelt dat je gaat piekeren, kan je jezelf herinneren aan het feit dat je nog een piekerkwartier hebt om dat te doen.
Ook kan het fijn zijn om alles waar je over piekert even voor jezelf op te schrijven. Dit kan in de vorm van een lijstje, maar je kan ook gewoon schrijven en spuien tot het eruit is. Daar zijn geen regels voor. Vaak brengt dat al een hoop rust in je hoofd en bovendien kan het fijn zijn dat het allemaal op papier staat, zodat je gewoon kan slapen of iets anders kan doen zonder dat je bang hoeft te zijn dat je iets vergeet.
Daarnaast kan het helpen om met iemand te praten over wat je zo bezighoudt. Een ander kan vaak goed helpen om iets te relativeren. Ook in therapie is het helemaal niet gek om zaken als piekeren te bespreken. Het kan nu eenmaal een hele grote invloed op je dag en nacht hebben. Als je nog niet in behandeling bent, zou je er ook mee naar de huisarts kunnen stappen. Piekeren is heel vervelend, dus neem het serieus en zorg goed voor jezelf.
Ga jij deze vragen proberen in te zetten?
fotografie: pexels
Geef een reactie