Niet iedereen is van zichzelf assertief. De één bijt lekker van zich af en kent zijn of haar grenzen goed, de ander waait misschien wat sneller mee met een wind die helemaal niet voor voor diegene bedoeld is. Als je bij die laatste groep hoort, zou je misschien graag wat assertiever willen zijn. Grote kans dat je dit zelfs al eens hebt gehoord: “Word nou eens wat assertiever! Kom voor jezelf op!” Maar hoe begin je dan?
Assertiviteit gaat altijd over jou als persoon in relatie tot anderen. Dat zorgt er ook meteen voor dat het oefenen hierin alleen met anderen kan. Spannend natuurlijk, maar het is tegelijkertijd belangrijk genoeg om dit voor jezelf te doen. Assertiviteit is namelijk gelinkt aan je zelfvertrouwen, iets wat je misschien ook al bij jezelf hebt gemerkt. Hoe zelfverzekerder jij je voelt, hoe makkelijker het is om assertief te zijn en te handelen. De onzekerheid die we soms kunnen voelen, kan zorgen voor een meer passieve houding. En die houding zorgt er weer voor dat je misschien dingen doet of toezegt die je eigenlijk helemaal niet wilt.
Kom je vanuit dat onzekere en passieve gevoel, dan kan een assertieve houding soms bijna agressief aanvoelen. Het voelt ineens zo hard, zo duidelijk, zo gemeen bijna. Terwijl er wel degelijk een heel groot verschil is. Assertief zijn betekent opkomen voor jouw eigen belang, zonder de belangen en gevoelens van anderen te schaden. Met respect voor de ander dus. Assertiviteit hoeft namelijk helemaal niet ten koste van elkaar te gaan. Jij kan en mag opkomen voor jouw rechten, zonder dat dat afdoet aan een ander. Je grenzen aangeven en voor jezelf – of je belangen – opkomen heeft niets met egoïsme te maken. Hoe meer je dat kunt gaan voelen en geloven, hoe makkelijker het wordt om die grenzen te bewaken.
Waarom eigenlijk?
Zelf dacht ik dikwijls: lekker belangrijk?! Het assertiever worden en mij uitspreken vond ik bijzonder oncomfortabel en ik dacht dat ik het niet erg vond om met alle winden mee te waaien. Ik eet liever waar jij trek in hebt. We doen wel wat jij wilt, het maakt mij toch allemaal niet zo uit. Ik help jou liever eerst en mijn eigen planning komt later wel. Ik dacht werkelijk dat ik me hier fijn bij voelde, eigenlijk puur omdat opkomen voor mezelf zo veel weerstand opriep. Wat zullen ze denken? Ben ik dan egoïstisch? Of een zeur? Bovendien wist ik zelf vaak niet eens – door gebrek aan die oefening – wát ik dan precies wilde. Waar ga je dan voor opkomen?
In de praktijk was het overigens zo dat ik – onbewust – juist onrustiger werd van dingen doen die ik eigenlijk niet wilde. Je voelt dat je iets anders wilt, maar als je er niet naar luistert, gaat die emotie op een andere manier een weg naar buiten zoeken. In je stemming, in destructiviteit. Misschien zelfs in je zelfbeeld. Je luistert niet naar jezelf, eigenlijk zie je jezelf en jouw behoeftes niet (genoeg) op dat moment. Of dat nu op grote of kleine schaal is, dat kan een vorm van stress veroorzaken in je lichaam. Het resultaat: vaak stond ik dan onrustig en gestrest die ander te helpen en hadden we eigenlijk allebei verloren.
Bovendien bevestig je elke keer aan jezelf dat het oké is om je eigen grenzen over te gaan. Dat het oké is, of normaal, om niet naar jezelf te luisteren. Nu kunnen sommige situaties heel klein zijn, maar ga eens bij jezelf na of al die kleine momenten inmiddels niet te zwaar zijn gaan wegen? En of deze houding eigenlijk wel gezond voor je is?
En hoe doe je dat dan, assertiever zijn?
1. Zeg ‘nee’
Om maar met het moeilijkste te beginnen: zeg ‘nee’ als je nee voelt. Nee is een antwoord, niet iets dat je moet omzeilen. Dat is ook precies de reden dat iemand een vraag stelt. Je mag nee zeggen zonder dat je je ervoor hoeft te verontschuldigen. Je mag nee zeggen zonder dat dat iets afdoet aan jou of aan je behulpzaamheid. Jij kan namelijk als enige beslissen over dat antwoord en over de situatie. Nogmaals; wat is jouw eigen belang en hoe kun je daar het beste voor opkomen? Zijn jouw grenzen het beste bewaakt met een ‘nee’? Dan heb je recht op die nee.
Bovendien hebben mensen ook direct meer aan jouw ‘ja’ op het moment dat je wél toezegt. Wat een enorm goede les was in mijn ‘ja-periodes’ was dat iemand opmerkte: “Jij zegt toch overal ‘ja’ op, ik weet nooit of je het echt aankan? Of je er echt de ruimte voor hebt.” Toen ik daarover nadacht, besefte ik dat ik mezelf niet serieus nam door overal op toe te zeggen, maar dat anderen mij dus ook niet serieus konden nemen. Mijn antwoord was niet te vertrouwen, want ik was niet eerlijk. Zeg ik ja, dan wil ik volmondig ja kunnen zeggen. Zeg ik nee, dan weet iedereen dat daar goede redenen voor zijn en dat iemand ook volwassen met zijn eigen tijd en lichaam om gaat. Eigenlijk voor iedereen heel prettig.
Die ‘nee’ mag je natuurlijk invullen naar jouw woorden, dat maakt het oefenen ook meteen een stuk makkelijker. Nu hoeven je eigen woorden geen honderd ‘sorry’s’ te zijn, liever niet zelfs, maar je kan best een ander voorstel doen. Nee, ik kan nu niet, maar volgende week heb ik vrij. Nee, ik kan je daar echt niet mee helpen, maar als ik iets anders voor je kan doen laat het gerust weten. Ik noem maar wat. Je kunt je antwoord best uitleggen of een nieuw voorstel doen. Kijk wat goed voelt, zonder je eigen belangen te verloochenen.
2. Praat luid en duidelijk
En dit alles – jawel – zonder het mompelend te doen. Zonder dat je ondertussen de stofzuiger aanzet of de vaatwasser luid rinkelend uitruimt. Dat wat je zegt moet gehoord worden en misschien wel het meeste door jezelf. Om te voelen hoe het is om met duidelijke woorden en vooral duidelijke punten je antwoord te geven. Ik ben zelf geneigd veel te veel woorden te gebruiken voor een hele kleine ‘nee’. Zelf vind ik het antwoord moeilijk, dus beland ik in een stortvloed aan overbodige woorden en informatie. Mijn ervaring is inmiddels dat dit alles juist ingewikkelder en moeilijker kan maken. Wat voor mij een duidelijke ‘nee’ was, was voor anderen een: huh, wat bedoel je nou? Nee? Misschien? Geen idee… Juist door duidelijk te zijn, laat je niets in het midden en hebben anderen ook echt iets aan je antwoord. Voor jou voelt het misschien hard en bot, in werkelijk is dat vaak niet zo. Je zegt gewoon iets zonder mitsen of maren. Nogmaals; je hoeft je niet te verontschuldigen.
3. Vraag hulp
Assertiviteit betekent eigenlijk ook dat je – als je dat nodig hebt – duidelijk om hulp kunt vragen. Opkomen voor jezelf, opkomen voor je eigen belang en je eigen rechten; dat kun je niet altijd in je eentje. Dat kan best gek voelen. Om puur voor je eigen belang, zonder dat iemand anders er winst bij heeft, om hulp te vragen. Dus bijvoorbeeld voor die extra vuilniszakken die je niet in je eentje getild krijgt. Of voor die lamp die kapot is gegaan. Misschien ken je iemand die hem – gewoon zomaar – even kan komen maken? En als je onderweg moet plassen en je hebt geen kleingeld bij je, is ook dat iets wat je gewoon in het dichtstbijzijnde café kunt vragen. Om hulp vragen, puur omdat jou dat kan helpen. Vragen staat vrij en ik durf te wedden dat het je de bevestiging kan geven dat er meer deuren open gaan dan je denkt.
Wie vraagt, die heeft wat. Dat is niet brutaal of egoïstisch, dat is assertief. En trouwens, waarschijnlijk zijn er talloze voorbeelden van momenten dat jij iemand hielp zonder dat je daar beter van werd. Gewoon, omdat je dat fijn vond om te doen of een kleine moeite was. Dat systeem werkt ook andersom. Geniet ervan en oefen er op los!
Ben jij assertief?
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie