De laatste jaren heb ik mijn eetstoornis voor mezelf gehouden. Drie jaar geleden startte ik een nieuw leven: Een andere partner en een andere carrière. Nee, ik ben geen jong meisje meer. Ik ben een vrouw van 45 jaar. Ja, een eetstoornis kan je dan ook overkomen. Ook al had ik voor de buitenwereld alles. In mijn oude leven waren vrienden op de hoogte, mede omdat ik ook opgenomen ben geweest. Of zij echt wisten in welke mate de eetstoornis mijn leven beheerste en nog altijd beheerst? Ik denk het niet…
Tien jaar geleden ben ik langdurig behandeld voor een eetstoornis NAO. Onder andere met een opname. Op het moment dat ik dat stempel kreeg had ik zelf nog niet in de gaten dat ik een eetstoornis had… Ik? Ik was toch niet mager en ik at toch? Mijn BMI lag maar iets onder het gezond minimale en ik zondigde toch in het weekend. Toen ik hier verder over ging praten besefte ik ook wel dat ik niet gezond bezig was. Dagen bijna niets eten en dan weer veel eten. Dat ik stiekem in de keuken een liter ijs naar binnen werkte om er vervolgens weer uit te werken, dat was toch niet erg? Was het nu echt zo’n probleem dat ik het vreselijk vond om door de weeks iets af te spreken omdat zondigen nu eenmaal echt alleen op zaterdag mocht? Waar maakte iedereen zich druk om. Ik had toch controle over mijn eten?
Als ik nu mijn reisdagboeken van de laatste jaren bekijk, vraag ik mezelf af wat ik heb gezien of gedaan… ik lees alleen maar wat ik gegeten heb en hoeveel tijd ik heb gewandeld. Maar ben ik nu echt vrij? Ja, mijn BMI is hoger. Dit mede door mijn huidige partner die met mij heeft gevochten om mij gezond te laten eten en er voorstander van was dat ik zou stoppen met de Prozac ondanks mijn angst om dan weer in eetbuien te verzanden. Hij was en is er als ik het lastig heb. Hij is degene die accepteert dat er wellicht altijd een stukje zal blijven. Nog altijd wil ik alleen op zaterdag zondigen en nog altijd sport ik veel. Alleen ik zorg ervoor dat ik door de weeks voldoende en gezond eet. En zaterdags eet ik ook gezond maar met wat extra’s. En nee, ik vind het nog altijd niet fijn om door de weeks af te spreken. Hoe prettig ik all-inclusive hotels ook vind, ik moet dan uitkijken dat ik niet verval in ‘alles eten’, om vervolgens de halve dag in de sportschool door te brengen in plaats van op het strand.
In september 2016 ben ik afgestudeerd als Toegepast Psycholoog (BSc) met het afstudeeronderzoek “Welke psychologische factoren zijn van invloed op gezond eetgedrag”. De mogelijkheid om dit onderzoek te doen was voor mij 1+1 = 3. Nu ben ik voedingspsycholoog, met een eigen praktijk, en begeleid mensen met gedrag naar een gezond gewicht; geen diëten, geen verplichte menu’s en vooral geen weegschaal. Ik wil zo graag voorkomen dat vrouwen zichzelf in een dieet storten, hun eigenwaarde afstemmen op hun uiterlijk. Ik wil dat zij blij zijn met wie zij zijn en daarnaast een gezond eetgedrag hebben.
Op mijn website staat dat ik zelf heb geworsteld met een eetstoornis. En nu nog altijd krijg ik te horen. Jij? Maar jij bent toch niet mager? Of jij snoept toch gewoon als wij uit eten gaan? Soms geeft mij dit het gevoel dat het niet bestaan mag. Alsof ik moet bewijzen dat eten nog altijd een strijd voor mij is. Ik zou willen dat mensen beseffen dat ik nooit geheel vrij ben van eten. Wat ik wel of niet mag, hoeveel ik moet sporten, de paniek als ik niet kan sporten of iemand bepaalt wat ik moet eten.
En toch, ik denk nog altijd dat IK er wel controle over heb. Ondanks dat ik heel goed weet dat het niet zo is. En dus blijf ik het gevecht aangaan. Reflecteer ik op mijn gedrag en probeer te bedenken hoe ik het morgen anders kan doen… want op een dag zal ik echt vrij zijn.
Geef een reactie