Soms lijkt het alsof een eetstoornis enkel voorkomt bij meisjes en jonge vrouwen. Er is echter ook een grote groep vrouwen van middelbare en oudere leeftijd die lijden aan een eetstoornis. We vinden het belangrijk om deze groep aandacht te geven op Proud2Bme om op die manier de schaamte te verminderen en taboes te doorbreken. Bovendien laat het zien dat een eetstoornis, in tegenstelling tot wat door de leek nog weleens wordt gedacht, niets te maken heeft met een puberziekte, met modellen in tijdschriften of niet beter weten. Vandaag interviewen we Leontien.
Leontien is een hoog opgeleide vrouw van 50+ jaar die fulltime werkt. Ze is daarnaast moeder van twee thuiswonende kinderen die beiden studeren. Vorig jaar april besloot ze om wat aan haar morbide obesitas te gaan doen. Met een bmi van ruim 43 woog ze het gewicht van twee vrouwen met maar 1 hart… aldus haarzelf. Ze stelde een weloverwogen plan op en ging hiermee naar de huisarts om doorverwezen te worden naar een diëtist, fysiotherapeut en gespecialiseerd psycholoog.
Een eetstoornis enkel bij jonge vrouwen?
Het is ontzettend fijn en belangrijk dat jullie ook aan deze groep personen met een eetstoornis aandacht willen schenken. Natuurlijk bestaat de grootste groep mensen met een eetstoornis uit jonge vrouwen, maar er zijn ook anderen de eraan lijden. Daar is niet altijd aandacht voor, waardoor het misschien mede daardoor nog een groter taboe is voor deze groep. Met zoveel levenservaring en mijn hoge opleiding zou ik toch beter moeten weten en het niet zover moeten laten komen? Een eetstoornis is een ziekte, geen tekortkoming, zwakte of slechte eigenschap. Het komt bij alle lagen van de bevolking en leeftijden voor. Ik hoop dat met mijn verhaal duidelijk te kunnen maken.
Behalve mijn kinderen en een enkele collega, weet niemand het. Ik schaam mij enorm voor mijn eetstoornis. Alle afspraken die ervoor nodig zijn (diëtist, sportarts, psycholoog, fysiotherapie), maak ik dan ook zoveel mogelijk in mijn eigen tijd of ik neem er snipperuren voor op.
Moeder met een eetstoornis?
Het is niet makkelijk om als moeder een eetstoornis te hebben. Zolang er gewone groenten op het menu staan, eten we thuis hetzelfde en gezamenlijk. Als de kinderen iets willen eten dat niet in mijn voedingslijst past, dan haak ik af. Het gaat dan niet alleen om een patatje, maar om bijvoorbeeld lekkere broodjes, pasta’s, taco’s en dat soort dingen. Dan kook ik alleen voor mijzelf en de kinderen regelen daarna hun eigen eten. We eten dan ook niet gezamenlijk. Daar voel ik mij best schuldig over, maar ik kan het op dit moment gewoon nog niet aan om voor eten te zorgen dat ik niet eet. In twee sessies koken, omdat ik eenvoudigweg gaspitten tekort kom, zie ik ook niet zitten. Leuke dingen, zoals uit eten gaan of gezellig gourmetten, staan daardoor onder druk. Naar buiten toe schaam ik mij heel erg voor mijn eetstoornis. Het wordt in mijn beleving toch snel geassocieerd met zwakte en met jonge meiden.
Hoe is jouw eetbuistoornis ontstaan?
Zonder dat ik het wist, is die als een dief in de nacht in mijn leven geslopen op het moment dat ik op mijzelf ging wonen. Ik kon zelf mijn boodschappen kiezen en was nieuwsgierig naar onbekende producten. Ongemerkt kwamen de eetbuien als ik mij verdrietig of eenzaam voelde of stress had. Ik at steeds vaker grote hoeveelheden en ook steeds meer. En altijd stiekem.
Hoe zag jouw eetbuistoornis eruit?
Ik at stiekem chips en nootjes, meerdere zakken achter elkaar. Dat was voor mij het lekkerste dat er op de wereld bestond en dat had te maken met mijn jeugd. Je kon mij als kind niet gelukkiger maken dan met een schaaltje chips op de bank voor de TV of als ik, na bijvoorbeeld een verjaardag, de restantjes chips in een boterhamzakje meekreeg. Toen ik volwassen was, kocht ik de chips voor de eetbuien stiekem, verstopte de voorraad en de lege zakken. Als het niet in huis was, dan ging ik het kopen. Ik zocht in de chips het geluk van vroeger. Ik dacht dat chips mij gelukkig maakte. Nu weet ik dat het onzin is. Naarmate de jaren verstreken, kocht en at ik steeds meer en meer. Ik kon ook steeds grotere hoeveelheden eten. Kleinere hoeveelheden gaven geen troost meer.
“Ik zocht in de chips het geluk van vroeger.”
En de hulpverlening?
Ik heb meer dan 30 jaar niet geweten dat ik een eetstoornis had. Aan hulp zoeken heb ik daarom nooit gedacht. Aan het eind van die periode bestempelde ik het zelf meer als emotie eten. Ondertussen werd ik dikker en dikker en had ik op een gegeven moment een bmi die viel onder morbide obesitas. Ik begon steeds meer te beseffen dat het zo niet langer kon en dat ik er iets aan moest doen. Ieder jaar zwaarder worden, ieder jaar weer een grotere kledingmaat nodig die uiteindelijk zelfs in gewone kledingwinkels niet meer verkrijgbaar was. En steeds minder dingen kunnen of durven doen in het dagelijks leven.
Een taboe op een eetbuistoornis?
Dat vind ik wel. Ik heb nog nooit iemand in de openbaarheid horen zeggen dat hij of zij dat heeft. Ook vermoed ik dat het ongezonde karakter dat erbij hoort (veel eten van vaak ongezonde producten) in combinatie met (meestal) zwaarlijvigheid maakt dat men er niet over durft te praten. Zeker als je obees bent, dan zie je mensen al kijken als je een ijsje of gebakje eet. Hierdoor gebeuren de eetbuien vaak stiekem of in een veilige omgeving.
Van eetbuien naar anorexia?
Ja, helaas ging na ruim 30 jaar de ene eetstoornis over in een andere. April vorig jaar ging de knop om. Na een nare ervaring die ik probeerde weg te stoppen met een grote eetbui, barstte ik in tranen uit. Dit wilde ik niet meer. Ik wist donders goed dat eten mijn problemen niet kon oplossen. Het zorgde alleen voor een tijdelijke verdoving ervan. Ik was inmiddels morbide obees en voelde mijn conditie en gezondheid steeds meer en sneller achteruit gaan. De trap oplopen met een volle wasmand ging steeds moeilijker. Ik stond dan hijgend bovenaan de trap. Als er iets op mijn werk werd georganiseerd, hoopte ik maar dat het niets sportiefs zou zijn. Kanoën bijvoorbeeld. Hartstikke leuk hoor, maar als obees zou ik niet in een kano kunnen stappen. Het is sowieso nog maar de vraag of ik erin zou passen. Kortom, het beperkte steeds meer mijn leven. Ik wist dat ik er iets aan moest doen, want anders zou ik of jong overlijden of suikerziekte krijgen of hartpatiënt worden. Dat wilde ik niet!
Niet ziek genoeg?
Ik ging op onderzoek uit. Wat wilde ik, wat kon ik en wat waren de mogelijkheden? Met een uitgedacht plan ben ik naar de huisarts gegaan. Eén ding stond vast, een operatie zoals een maagverkleining wilde ik niet. Ik koos voor de conservatieve route en vroeg om dietist, fysiotherapeut en gespecialiseerd psycholoog. Ik hoorde van de multidisiplinaire aanpak van de obesitaskliniek en dat sprak mij enorm aan, omdat alles dan vanuit één centraal punt wordt geregeld en die disciplines samenwerken. Helaas helpen zij je alleen maar als je je wilt laten opereren. Ik vind dat schandalig. Net zo erg als patiënten met anorexia die te weinig ondergewicht hebben om in een kliniek te worden opgenomen.
Zijn wij dan niet belangrijk, zijn wij dan niet ziek genoeg om door de obesitaskliniek geholpen te worden? Waarom mag je geen beroep doen op de multidisciplinaire aanpak als je je niet wilt laten opereren? Ik voelde mij in de kou gezet, maar liet mij er niet door tegenhouden. Omdat ik geen operatie wilde, bleef er niets anders over dan zelf de disciplines bij elkaar te zoeken. Dat was geen gemakkelijke opgave. Het letterlijke advies van de zorgverzekering was dat ik maar een cursus gezonde levensstijl moest gaan volgen. Blijkbaar helpen die je pas als je echt iets onder de leden hebt. Ik wilde niet eindigen als een patiënt die van de ene naar de andere arts moet, ik wilde dat juist voorkomen!
“Het letterlijke advies van de zorgverzekering was dat ik maar een cursus gezonde levensstijl moest gaan volgen.”
Op hulp van de zorgverzekering en van de obesitaskliniek hoefde ik dus niet te rekenen. Gelukkig kwam ik bij een goede diëtist terecht en zij adviseerde om naar de sportarts te gaan voor een sportprogramma op maat. Dat bleek een belangrijke tip. Met dat programma ben ik naar een fysiotherapeut gegaan. Het was moeilijk en eng om te gaan sporten, want ik had het gewicht van twee vrouwen en maar één hart en daar maakte ik mij grote zorgen over. De sportarts gaf mij het vertrouwen dat het medisch gezien kon. Omdat het niet lukte om een gespecialiseerde psycholoog te vinden, kwam ik tijdelijk bij de praktijkondersteuner van de huisarts terecht.
Heel veel afgevallen?
Het afvallen ging als een tierelier en dat motiveerde enorm. Het sporten zorgde ervoor dat mijn conditie in twee maanden van matig naar zeer goed ging. Het gewichtsverlies ging zo goed door de uitgekiende en speciaal voor mij op maat opgestelde voedingslijst van mijn diëtiste. Ik woog al mijn eten af en hield alles strak bij in een app. Dat zorgde ervoor dat ik binnen de lijntjes bleef en de nieuwe voedingsstijl kon volhouden. Het gaf mij overzicht en houvast. Die lijsten gaan naar de diëtist zodat zij het kan aanpassen waar nodig.
Na 12 maanden was ik bijna in gewicht gehalveerd. Ondertussen was ik niet alleen kilo’s kwijt, maar ook mijn identiteit. Ik herkende mijzelf niet meer in de spiegel of in de reflectie van een winkelruit. Mensen die mij langere tijd niet hadden gezien, herkenden mij aan mijn stem, niet aan mijn uiterlijk. Inmiddels ben ik aan mijn nieuwe ‘ik’ gewend en herken ik de oude niet meer.
“Ondertussen was ik niet alleen kilo’s kwijt, maar ook mijn identiteit. Ik herkende mijzelf niet meer in de spiegel of in de reflectie van een winkelruit.”
Eetbuien had ik niet tijdens het afvallen. Honger ook niet. Toch ging het mis, omdat het eten en mijn gewicht een obsessief en dwangmatig karakter kregen. Ik mag het invullen van de app al langere tijd loslaten, maar durf dat nog niet. Via de sportarts kwam ik begin dit jaar eindelijk bij een gespecialiseerde psycholoog terecht. Toen werd ook pas duidelijk dat ik ruim 30 jaar aan eetbuistoornis heb geleden. Dat heb ik dus nooit geweten.
Hoewel ik nu al negen maanden een gezond bmi heb, vul ik nog steeds heel dwangmatig de app in. Doodsbang ben ik om weer dik te worden. Dat wil ik echt nooit meer, want ik voelde mij met mijn overgewicht doodongelukkig. Die angst is het anorectische kenmerk.
Anorexia zonder ondergewicht?
Hoewel ik niet eetmijdend ben en ook geen ondergewicht heb, heb ik voor het overige deel wel anorectische kenmerken. De eetstoornis heeft een beschermfunctie; verder heb ik een enorm angst om aan te komen en de hele dag draait om wat, hoeveel en wanneer ik eet; welke boodschappen ik doe en het bijhouden van de eetlijst in de app. En vooral wat mijn gewicht is. Vind ik dat een acceptabel getal of niet? Mijn humeur hangt niet van dat getal af, maar wel wat ik op een dag eet. Het kost veel tijd en beheerst daardoor mijn leven.
Volgens de DSM-V val ik om die reden niet in de anorexia maar in de Eetstoornis NAO diagnose. Hoe formeel wil je het hebben? Dat het eigenlijk wel anorexia is, was een enorme klap in mijn gezicht. Ik, anorexia, hoezo? Inmiddels besef ik dat ook zwaarlijvigen anorectische kenmerken kunnen hebben. Het zit dan veel meer in de angst om nog meer aan te komen en dat je gewicht en of je eten het dagelijkse leven beheerst.
Hoe nu verder?
Goede vraag. Dat is nu nog best lastig. Ik voer iedere dag oorlog met mijn eetstoornis. Ik wil niet aankomen, maar ook niet verder afvallen. Het is goed zichtbaar dat ik veel ben afgevallen. Onder mijn kin en in mijn gezicht, om van de overige lichaamsdelen nog maar niet te spreken. Ik word er ook regelmatig op aangesproken, dat ik niet nog verder moet afvallen. Dat het nu wel mooi genoeg is geweest.
De macht van het getal op de display van de weegschaal is enorm. Vind ik die te hoog, dan word ik weer wat strenger, zodat het gewicht iets daalt. Als ik daarna weer wat lager in gewicht zit, dan sta ik mijzelf weer wat meer toe. Nog steeds geen ongezonde dingen, maar denk dan aan een gezond tussendoortje, een stukje 95% chocolade of wat ongebrande noten. Dat maakt dat mijn gewichtscurve er meer als een zigzaglijn uitziet, dan als een rustige kabbelende lijn. De marge is slechts een paar kilo. Die balans is er dus nog niet.
Ik moet nog leren om te vertrouwen op mijn eetlijst, zonder alles af te wegen en in te vullen. Om meer naar mijn lijf te luisteren in plaats van het getal op het display. Zo ver ben ik nu nog niet. Natuurlijk is het fantastisch dat ik zoveel ben afgevallen. Mijn gezondheid en conditie zijn enorm verbeterd en dat merk ik iedere dag opnieuw. Daar ben ik trots op. Ik ben de helft van wat ik was, maar voel mij ondanks de eetstoornis toch tweemaal zoveel waard. Maar ik ben er nog lang niet. Die rottige eetstoornis de baas worden, dat zou de kers op de slagroom zijn.
“Ik ben de helft van wat ik was, maar voel mij ondanks de eetstoornis toch tweemaal zoveel waard.”
Hoe ga je nu om met nare emoties
Natuurlijk zijn die er nog steeds. En het blijft een valkuil. Maar ik probeer meer naar die emoties te luisteren en ze ook de ruimte te geven, hoe moeilijk dat ook voor mij is. Want dat heb ik nou juist mijn leven lang nog nooit gedaan. Het liefste stop ik emoties ver weg. Gewoon maar doorgaan. Eetbuien als voorheen heb ik gelukkig niet meer.
Door te gaan eten, verdring je tijdelijk die emoties, maar ‘deleten’ kun je ze niet. Ik merk wel dat wandelen mij rust geeft. Ik kan met wandelen niet op de app en niet bij eten. Ik ben dan even alleen met de cadans van mijn voetstappen en met mijn gedachten. Tegelijkertijd moet ik oppassen dat het geen bewegingsdrang wordt. Gelukkig is dat niet zo. Ik vergelijk het wel eens met mensen die roken en die bij stress een sigaretje opsteken of die een wijntje nemen. Ik rook en drink niet, ik wandel. Veel gezonder, nietwaar?
Meest waardevolle levensles?
Ik zei jarenlang: Als je achterom kijkt, sta je met je rug naar de toekomst. Je moet vooruit. Gewoon doorgaan. Nu denk ik vaker, het is oké om soms even stil te staan bij het verleden, pijn of verdriet te voelen en daarvan te leren.
Het allerbelangrijkste wat ik de afgelopen anderhalf jaar heb ervaren: kom voor jezelf op. Er is maar één jij en daar moet je zuinig op zijn, want ook jij bent het waard en je mag er zijn. En als je dan net zoals ik niet past in hokjes of gemiddelden van medische handboeken, dan is dat maar jammer. Ik ben ik en ik ben uniek. Ik neem adviezen van experts echt wel ter harte, maar volg ook mijn eigen intuïtie, zelfs al doorkruis ik daarmee de visie van experts. Ik wil mijzelf trouw blijven, maar niet mijn eetstoornis.
Ben jij ouder dan 40 en wil je jouw verhaal met ons delen? Heel graag! Mail ons dan op redactie@proud2Bme.nl – Fotografie: Antonio Castagna
Geef een reactie