Hoe bepaal je als hulpverlener of iemand met een eetstoornis hersteld is? Is dit bij een gezond gewicht en voedingspatroon of is dit als iemand geen last meer ondervindt van de eetstoornis? Kan je ook hersteld zijn met licht ondergewicht of wanneer je af en toe nog eens compenseert? Wie bepaalt eigenlijk of je hersteld bent? Jij of je behandelaar? Of doen jullie dit samen? Deze vragen stelden wij jullie onlangs in dit onderzoek. De resultaten zijn inmiddels bekend en die vind je hieronder.
De Eating Disorder Research Society, een internationale vereniging van onderzoekers op het gebied van eetstoornissen, wil graag een gemeenschappelijke definitie van herstel van eetstoornissen ontwikkelen. Eric van Furth, bijzonder hoogleraar op het gebied van eetstoornissen en Directeur van GGZ Rivierduinen Eetstoornissen heeft hiervoor onderzoek gedaan naar herstelcriteria vanuit een cliëntperspectief.
“Voor onderzoekers is het belangrijk dat er internationaal consensus is over de criteria voor herstel. Dat maakt onderzoeken onderling namelijk vergelijkbaar”. – Eric van Furth
Wie deden er mee?
322 mensen hebben aan de vragenlijst deelgenomen. De meeste deelnemers waren tussen de 18 en 29 jaar oud en bijna iedereen gaf aan op dit moment een eetstoornis te hebben of deze in het verleden gehad te hebben.
Het belang van een definitie van herstel?
Uit de vragenlijst is naar voren gekomen dat de meerderheid van de deelnemers het belangrijk vindt om een definitie voor herstel te ontwikkelen. Maar liefst 85% van de respondenten gaf namelijk aan het eens of helemaal eens te zijn met de stelling: ‘Het is belangrijk om een definitie voor herstel van eetstoornissen te ontwikkelen om behandeling en onderzoek beter te kunnen vergelijken.’
Ook waren de deelnemers het erover eens dat alle verschillende eetstoornissen ieder een eigen definitie van herstel nodig hebben. Voor elke afzonderlijke eetstoornis moeten dus individuele herstelcriteria opgesteld worden. Het gebruik van één definitie voor herstel voor alle eetstoornissen wordt door 67% van de respondenten zelfs afgeraden.
Welke criteria voor herstel?
Zeer bruikbaar:
Van de voorgestelde criteria werd ‘Niet worden gehinderd in het dagelijks functioneren als gevolg van een eetstoornis voor een periode van drie maanden’, gezien als het meest bruikbaar. Goed functioneren in het dagelijks leven zou dus voor iedere eetstoornis kunnen gelden als criterium.
Bruikbaar:
Hoe de patiënt zelf de eetstoornis waarneemt in een periode van drie maanden wordt door de respondenten gezien als een meer bruikbaar criterium dan of de eetstoornis volgens de DSM criteria diagnosticeerbaar is in diezelfde periode. Desalniettemin worden deze beide criteria door de meerderheid beoordeeld als bruikbaar in het definiëren van herstel van eetstoornissen.
Niet Bruikbaar:
Het ontbreken van ondergewicht voor een periode van drie maanden werd door de respondenten het minst bruikbaar gevonden. De deelnemers van de vragenlijst lijken het er dus over eens dat gewicht géén criterium voor herstel is welke voor iedere eetstoornis zou kunnen gelden.
Wel is uit de vragenlijst naar voren gekomen dat het ontbreken van ondergewicht specifiek belangrijk is voor herstel van de eetstoornis anorexia. Maar liefst 81% van de respondenten gaf namelijk aan het eens of helemaal eens te zijn met de stelling: ‘Voor het herstel van anorexia nervosa is het bereiken van een gezond gewicht belangrijk.’
BMI:
Op de vraag welk BMI gehanteerd zou moeten worden voor een gezond gewicht werd het vaakst BMI 18,5 geantwoord, gevolgd door respectievelijk: BMI 19 en BMI 18.
Specifieke criteria voor herstel?
In de vragenlijst werd aan de deelnemers gevraagd welke criteria voor herstel ze zelf nog zouden willen toevoegen voor de verschillende eetstoornissen. Het was niet verplicht om deze open vragen te antwoorden.
Anorexia nervosa
Andere genoemde criteria voor herstel:
– Niet compenseren (22 respondenten)
– Geen verstoord lichaamsbeeld & Positief lichaamsbeeld (22 respondenten)
– Geen restricties rondom eten & Niet vermijden van bepaald voedsel (18 respondenten)
– Gezond gewicht (15 respondenten)
– Op gevoel eten (14 respondenten)
Boulimia nervosa
Andere genoemde criteria voor herstel:
– Niet compenseren (35 respondenten)
– Geen eetbuien (20 respondenten)
– Emotieregulatie (16 respondenten)
– Gezond voedingspatroon (13 respondenten)
– Geen eetgestoorde gedachten of gevoelens van schuld (13 respondenten)
BED
Andere genoemde criteria voor herstel:
– Geen eetbuien (16 respondenten)
– Emotieregulatie (16 respondenten)
– Gezond voedingspatroon (10 respondenten)
– Geen eetgestoorde gedachten of gevoelens van schuld (9 respondenten)
– Niet compenseren (5 respondenten)
Persoonlijk welbevinden
Hoe het gaat met een cliënt op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied lijkt voor ruim een vijfde van de respondenten belangrijker te zijn dan de afwezigheid van symptomen die bij eetstoornissen komen kijken. 84% van de respondenten is het eens of helemaal eens met de stelling: ‘Belangrijker dan het herstel van de eetstoornis symptomen is het persoonlijk welbevinden (een individueel proces gericht op de mate waarin iemand zich lichamelijk geestelijk en sociaal goed voelt) van de cliënt.’ Persoonlijk welbevinden lijkt dus vanuit een cliëntperspectief enorm belangrijk te zijn.
“Ik vind het mooi om te zien dat de respondenten, naast het herstellen van eetstoornisklachten ook de kwaliteit van leven en de maatschappelijke betrokkenheid als heel belangrijk ervaren. Een definitie van herstel moet daar dus ook over gaan”. – Eric van Furth
Fotografie: Foto 1 & 2 Timur Saglambilek, foto 3 Tookapic
Geef een reactie